Centre of Expertise Urban Vitality

Oude - nieuwe generatie deel VI: over prinsjes en prinsesjes

Barry Laarman (63) en Bonny Hogendoorn (25)

10 dec 2020 15:26 | LO in Beweging

Er was eens een culinaire vakschool waar het altijd lekker rook. Eerst stond zij in Bos en Lommer. Later ging zij fuseren met een andere school en verhuisde zij naar Amsterdam-Zuid, bij de RAI. Zij werd het vmbo Hubertus & Berkhoff De Culinaire Vakschool én het decor waarin Barry en Bonny elkaar ontmoetten. Beiden afgestudeerd ALO’ers, hij in 1979 en zij in 2016. Hij gaf, zij geeft gymles aan de koks en brood- en banketbakkers in spe. Maar bovenal aan prinsjes en prinsesjes.

Barry

Hij verliet de ALO met diploma in 1979 en startte in datzelfde jaar nog als gymdocent bij het Hubertus, toen nog een school voor alleen maar jongens. Koks, kelners, gastheren, brood- en banketbakkers werden er opgeleid. Hij maakte de fusie en de verhuizing mee, zag veel collega’s komen en gaan, volgde in 2012 de master Education Special Needs: “Ik vond de gymlessen wel mooi geweest, kreeg last van m’n kuiten.” Hij geeft sindsdien ondersteuningsuren en remedial teaching en heeft er – als hij aan het einde van dit schooljaar afzwaait – 42 dienstjaren bij één werkgever op zitten.

Bonny ALO

Bonny

Zij werkt sinds vijf jaar aan het Hubertus & Berkhoff (eerst parttime en nu fulltime) en werkte hiervoor ook al in Aalsmeer als vakleerkracht Bewegingsonderwijs. Zij gaat waarschijnlijk die 42 dienstjaren bij één werkgever niet vol maken: “Ik vind zoveel dingen leuk. Dit onderwijs is te gek, maar ik vind organiseren ook leuk, en koken en bakken. Misschien ga ik daar ooit nog wel iets mee doen.” Ze verzorgt de sportlessen samen met een team, maar geeft ook het leefstijlprogramma ‘rots en water’. Hun leerlingen zijn soms moeilijk te bereiken en een beetje bezinning met rots (de harde weg) of water (meebewegen) kan nog wel eens helpen.

Vroeger

“We sportten altijd buiten in het Erasmuspark. Iedereen sjouwde iets mee aan materialen. Als er bij een sliding op het veld hondenpoep aan een broek kwam, piepte er niemand.” Toen er meiden werden toegelaten op de opleiding, mochten zij 10 minuten eerder douchen, daarna de jongens: deed niemand moeilijk over.” Tot aan de eeuwwisseling werkte Barry in een redelijk vast team, met één collega zelfs 22 jaar lang samen! Daarna kwam er veel verloop. Hoogtepunt van elk jaar was het kamp. Op dunne slaapmatjes en in brakke stapelbedden sliepen de docenten, maar dat gaf helemaal niets, iedereen wilde graag mee.

Nu

Lopen naar een buitenveld levert veel commentaar op en als een leerling zijn schoenen vergeet, doet ie gewoon niet mee: “Ja, ik ga echt niet op blote voeten.” Gedoucht wordt er zeker niet. Bonny: “Ik mag dan van de jonge generatie zijn, maar ik zie wel dat het steeds moeilijker wordt om je vak uit te oefenen. Leerlingen worden steeds mondiger en brutaler. Ik blijf trouwens wel heel lang het gesprek aangaan met leerlingen.” “Ja,” zegt Barry, “ik krijg veel eerder kromme tenen dan Bonny. Dat ligt aan mij, hoor, ik ga minder met de tijd mee.” En het kamp? “Tja, daar krijgen we steeds minder makkelijk collega’s mee naartoe. Het moet allemaal comfortabeler en korter,” bromt Barry. “En die leerlingen slepen koffers vol met make-up en maskers mee…”, vult Bonny aan. “Het zijn prinsjes en prinsesjes geworden.”

Warm bad

Dat neemt niet weg dat het Hubertus & Berkhoff nog steeds een warm bad is. Barry: “De sfeer en de lekkere geur vanuit de keukens is er nog steeds, al is er een en ander veranderd aan attitude. Er is een goede samenwerking tussen leerlingen en docenten.” “En sportlessen geven aan deze groep leerlingen - vmbo’ers hebben geen zitvlees – is heel dankbaar werk,” vertelt Bonny. “Ik zie wel dat ze minder beweegervaring hebben dan wij vroeger. Er wordt minder buiten gespeeld, ze piepen al bij een stootje.” (je zou denken dat deze quote van Barry is, maar nee hoor, dit was ook Bonny).

Warme herinneringen

Over warme baden gesproken, aan de ALO hebben ze allebei goede herinneringen: “Met weemoed denk ik eraan terug!” verzucht Barry. “Er waren dagen dat we om 8:20 uur begonnen en pas om 18:00 uur de deur van de dojo weer dichttrokken. En dan waren we er nog niet zat van! Ik heb nog steeds contact met vrienden uit die tijd.” Ook Bonny herkent dit: “Het was heel tof! Ik heb elke maand nog een afspraak met een clubje meiden. En ik vergeet nooit meer hoe ik van Chris van de Kant de bovenhandse strekworp aanleerde: doe alsof je een appel van de boom plukt. Nou, daar kunnen mijn leerlingen echt helemaal niets mee, haha!”

Hoe het ook zal verlopen, lang of kort bij dezelfde werkgever, met pensioen of nog lekker ambitieus, met of zonder prinsjes en prinsesjes… wij wensen dat Bonny en Barry nog lang en gelukkig leven.