Centre of Expertise Urban Vitality

Onderwijsvernieuwing door Living Lab

4 jun 2021 10:22

Hoe richt je onderwijs zo in dat leerlingen vanaf jonge leeftijd meer bewegen en gezonde keuzes maken? Het lectoraat Bewegen In en Om School (BioS) doet hier onderzoek naar. Vanuit living labs onderzoeken docent-onderzoekers én studenten actuele ontwikkelingen. Zij bieden oplossingen, leren van praktijksituaties en ontwikkelen zich tot moderne lesgevers.

‘Een living lab is een intensieve samenwerking tussen een stageschool, de ALO en het lectoraat’, aldus Huib van de Kop. ‘We onderzoeken er complexe problemen uit de praktijk. Onderzoeksresultaten komen terug in ons opleidingsprogramma.’ Van de Kop is opleidingsdocent en onderzoeker aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO). Vanuit zijn promotietraject SALVO onderzoekt hij hoe je een actieve leefstijl stimuleert bij en met vmbo-leerlingen.

Project gezonde school

Een van de living labs is het Echnaton College in Almere. Van de Kop: ‘Deze middelbare school staat in een aandachtswijk en heeft, naast een kleine groep havisten, met name vmbo-leerlingen. Vanuit hun wens de gezondste school in de gezondste wijk te worden, startten wij in 2010 een samenwerking. Een duurzame en actieve leefstijl is voor vmbo-leerlingen niet vanzelfsprekend. Zij bewegen minder en eten minder gezond dan hun leeftijdgenoten op de havo en het vwo.

Het Echnaton College ligt midden in de stad. Dat maakt het halen van een vette hap tijdens een van de pauzes heel aantrekkelijk. Hoe hou je je leerlingen op school? Daarvoor heb je een inspirerende omgeving nodig. Daarom werden zowel de kantine als de buitenruimte onder handen genomen. In de kantine werden actieve zitplekken gerealiseerd, waar leerlingen kunnen overleggen én bewegen tegelijk. Een soort kubussen om op te klimmen. Op en rondom het schoolplein werden onder meer voetbal-, panna- en tennisveldjes aangelegd. Ook werden er moestuintjes gecreëerd. In het nabijgelegen park werden fitnesstoestellen geplaatst.’

Huib van de Kop

Pauzespelletjes en toernooien

Naast het inrichten van een inspirerende omgeving, is het ook het schoolbeleid bepalend. Van de Kop: ‘Het Echnaton College besloot bijvoorbeeld om roken te verbieden. Snacks mochten niet meer mee naar binnen. Tijdens de gym- en biologieles vertelden docenten over gezond eten en leven.'

ALO-studenten testten de fitheid van de leerlingen. Vervolgens onderzochten zij hoe zij hun lessen zó vorm konden geven dat ze stimulerend werkten. Dit deden zij bijvoorbeeld door tijdens de gymlessen activiteiten aan te bieden die leerlingen ook op het schoolplein konden doen. Daarnaast organiseerden ze rondom de school pauzespelletjes en toernooien.

Van de Kop: 'Een van onze studenten zette buitenschoolse activiteiten op, speciaal voor islamitische meisjes. Bij deze specifieke doelgroep is bewegen absoluut niet vanzelfsprekend. Een volleybalwedstrijd op het schoolplein was drie bruggen te ver. De student begon laagdrempelig met een wandeling en wat overgooien met een bal. Zo betrok hij de meisjes meer en meer, uiteindelijk heel succesvol, bij diverse sportieve activiteiten.'

Studenten Voeding en Diëtetiek namen het aanbod in de kantine onder handen en bedachten gezonde(re) alternatieven. Tijdens hun kooklessen gingen leerlingen aan de slag met nieuwe recepten én groenten uit de moestuintjes. De producten die zij maakten werden verkocht in de kantine en het schoolrestaurant, waar buurtbewoners kunnen eten tegen een kleine vergoeding. De lessen werden op deze manier betekenisvol voor leerlingen.’

Professioneel gedrag ontwikkelen

Het doel van een living lab is onderwijsvernieuwing. Van de Kop: ‘Zowel op de scholen waarmee we samenwerken als in onze opleidingen. Praktijkgericht onderzoek brengt altijd nieuwe kennis met zich mee. Welke methoden van lesgeven zijn bijvoorbeeld effectief voor een bepaalde doelgroep? Doordat studenten tijdens hun opleiding al onderzoek doen in praktijksituaties ontwikkelen zij de ‘tools’, waarmee zij straks hun eigen werkveld verder kunnen ontwikkelen. Onderzoek doen, is geen doel op zich, maar een manier om je eigen professionele gedrag te verbeteren. In een living lab ga je niet uit van jezelf in je docentrol. Je onderzoekt hoe je bij (een bepaalde groep) leerlingen kunt aansluiten.’

Om huidige docenten in deze ontwikkeling mee te nemen, ontwikkelde de ALO het professionaliseringsplatform LO in Beweging. ‘Scholen uit al onze living labs kunnen hier gebruik van maken. Tijdens tien dagdelen denken we met professionals mee over de invulling van hun lessen. Hoe richt je je lessen zo in dat je leerlingen een stukje verantwoordelijkheid geeft, waardoor ze straks stevig in hun schoenen staan en verantwoorde keuzes maken? Een gymdocent kan dit doen door leerlingen een spel te laten leiden of ze uit te dagen een gezonde keuze te maken bij de lunch. Een wiskundedocent kan leerlingen samen laten nadenken over het oplossen van een lastige som. Wat is je strategie?’

Meer dan een goede lesgever

‘De professional die wij begeleiden en opleiden is dus meer dan een goede lesgever’, aldus Van de Kop, ‘Hij of zij kan methoden inzetten om zichzelf verder te ontwikkelen. Het is een goede verbinder met een brede blik, die leerlingen in de regierol plaatst.’

Moet iedere student nu stagelopen in een living lab? ‘Nee, dat niet. Al zien we wel dat het studenten enorm trekt. En dat is natuurlijk niet gek. Je krijgt als eerste de nieuwste ontwikkelingen mee. Niet zelden kiezen getalenteerde studenten na een onderzoeksstage in een living lab voor een vervolgopleiding. Ook krijgen sommigen een plek binnen het lectoraat. Een oud-student van mij is nu coördinator Gezondheid op het Echnaton College.’

Richting de toekomst wil het lectoraat in samenwerking met de ALO en de living lab-scholen de living labs graag doorontwikkelen. ‘Onze ambitie is met name om de bestaande concepten heel goed uit te werken. Duurzame veranderingen hebben tijd nodig.’