Interview met Reint Jan Renes ter gelegenheid van Earth Day

Vandaag op Earth Day voeren we een persoonlijk gesprek met Reint Jan Renes, een van onze HvA-klimaatgedragwetenschappers. Hoe duurzaam leeft hij zelf? Doet hij mee aan klimaatprotesten?

22 apr 2023 00:00 | Afdeling Communicatie

In het kader van Earth Day gaat een klimaatgedragwetenschapper van de Hogeschool van Amsterdam in gesprek over zijn persoonlijke duurzame levensstijl en zijn mening over klimaatprotesten. Het IPCC-rapport van afgelopen maand, waarin de gevolgen van de opwarming van de aarde werden samengevat, toonde aan dat de aarde steeds onleefbaarder wordt voor mensen en dat de kans om dit te voorkomen steeds kleiner wordt. De wetenschapper legt uit waarom mensen vaak pas actie ondernemen als de urgentie tastbaar is en zij zelf de pijn voelen. Protesten en bezettingen kunnen helpen om het onderwerp op de agenda te zetten en tot een scherpere dialoog te leiden, maar kunnen ook weerstand oproepen.

Welke gevolgen gaan mensen persoonlijk de komende 20 jaar ondervinden van de opwarming van de aarde?

Afgelopen maand verscheen het synthese rapport van het IPCC – het belangrijkste klimaatpanel van de Verenigde Naties – waarin 8 jaar klimaatonderzoek werd samengevat. Daarin stond een plaatje van wat de opwarming van de aarde gaat betekenen voor de kinderen die nu geboren worden. Dat was voor mij – ondanks dat ik het al wist – toch weer heel erg schrikken. De hittestress in de zomer wordt steeds groter, (drink)water wordt schaars, we krijgen steeds vaker extreme regenval, onze bodem, water en lucht vervuild, biodiversiteit neemt af, en ga zo maar door. Kort samengevat, de aarde wordt voor mensen steeds onleefbaarder en onze kinderen gaan dat al aan den lijve ervaren. En wat ik daaraan nog het meest zorgwekkende vind, is dat het rapport onomstotelijk aantoont dat de kans om dit te voorkomen steeds kleiner wordt. We zullen nu echt massaal en radicaal in actie moeten komen om te voorkomen dat de zwartste scenario’s werkelijkheid worden.

Vind je het lastig als wetenschapper, dat we met een hele grote groep mensen struisvogelpolitiek bedrijven?

Deels begrijp ik dat we nog steeds massaal wegkijken. Mensen zijn zich pas bewust van een crisis als het daadwerkelijk effect heeft op hun eigen leefomgeving of portemonnee. Kijk naar de energiecrisis. Opeens kan de verwarming wel op 18 graden staan. En tijdens de coronacrisis stopten we massaal met handen schudden en konden we ook afstand houden. We hadden stress van de hoge energiekosten en de dreiging van ziek worden was reëel. We voelden waar we het voor deden. We kunnen dus wel anders handelen als het moet; als de urgentie tastbaar is en we zelf de pijn voelen.

Hoe duurzaam leef je zelf eigenlijk?

Zoveel mogelijk, maar ik ben ook niet roomser dan de paus. Mijn auto heb ik 12 jaar geleden de deur uitgedaan en ik heb al sinds 2018 niet meer gevlogen. Of ik dat nooit meer ga doen, weet ik niet. Door mijn werk begeef ik mij wel steeds meer in een cirkel van mensen die heel bewust bezig zijn met de gevolgen van het klimaat. En natuurlijk kan je nooit alles goed doen, maar liever inconsistent het goede proberen te doen, dan consistent het verkeerde.

Zit jij op de A12 om urgentie voor het klimaat te vragen?

Ik zelf vooralsnog niet. Ik snap de urgentie volledig om het wel te doen. Er zijn weer twee klimaattoppen achter de rug en ondanks de oproep tot actie gebeurt er nog veel te weinig. Dan is het niet vreemd wanneer mensen uit frustratie en wanhoop mensen proberen wakker te schudden met dit soort acties. Binnen de psychologie kennen we het fenomeen ‘overdracht van waakzaamheid’, waarbij het er om gaat dat je merkt dat de ander jouw zorgen ziet en er ook echt iets mee doet. Wanneer dat het geval is, kan je zelf met een gerust hart verder. Er zijn nu te veel mensen die het gevoel hebben dat er bij de politiek en overheid onvoldoende waakzaamheid is op het klimaatvraagstuk is. Dat maakt ze onrustig en het verklaart waarom ze in actie komen.

Gaat dit helpen, deze protesten, bezettingen? Hoe zou je anders aandacht kunnen vragen?

Het zorgt in ieder geval voor aandacht en zet het onderwerp op de agenda. Media schenken er aandacht aan, opiniemakers vinden er wat van en mensen gaan erover in gesprek. Dus wat dat betreft helpt het. Het zorgt voor een scherpere dialoog in de samenleving en dat is belangrijk voor verandering. Het roept natuurlijk ook weerstand op. Sommige mensen vinden het veel te ver gaan, of snappen niet waarvoor het nodig is. Echter, weerstand is ook een onderdeel van verandering. Het is een vorm van betrokkenheid. Ook al sta je er niet positief tegenover, het doorbreekt wel onverschilligheid en het noopt je tot het vormen van een mening. Onderzoek naar ‘radical flank effect’ laat ook zien dat dit soort acties een positief effect kunnen hebben op de acceptatie van minder radicale klimaatpositieve groepen. Deze gematigde groepen krijgen dankzij radicale acties meer ruimte in het debat en worden beter gehoord, omdat zij als contrast ineens als zeer redelijk worden beschouwd. Dus ook daar kan het een positief effect op hebben.

Hoe kun je dit doorbreken, dat mensen gezamenlijk die urgentie gaan voelen?

Daarvoor heb je meestal toch een tastbare, externe trigger nodig. Dat kan dus een virus zijn waar we allemaal ziek van worden of een tekort aan gas waardoor de prijzen schrikbarend omhoog gaan. Zo’n trigger kan echter ook een landelijke persconferentie zijn waarbij de ernst van de situatie duidelijk gemaakt wordt en waarbij een aanscherping van de regels worden aangekondigd, of beprijzing van niet-duurzame producten. Zolang de klimaatcrisis ver weg voelt en abstract blijft, is de kans klein dat we er gezamenlijk voor in actie komen.

Moeten we niet in de wereld gezamenlijk optrekken? Wij zijn toch een veel te klein land om dit allemaal te kunnen voorkomen?

Het argument ‘als klein landje kunnen we toch niks?’ hoor ik helaas vaker, ook op individueel niveau ‘ik heb in mijn eentje toch helemaal geen effect?’. Echter, daar zit al de aanname in dat anderen niks doen. Dat is gelukkig niet het geval. Het is juist best uniek dat we wereldwijde afspraken hebben gemaakt om onder de anderhalve graden te blijven. Dat vervolgens niet iedereen evenveel doet, of dat sommigen meer twijfels hebben over het nut er van is natuurlijk jammer, maar daar doen we weinig aan. Het ontslaat ons niet van de verantwoordelijkheid om zelf er alles aan te doen om de opwarming tegen te gaan. Waarom zouden we met het argument ‘de ander doet ook niks’ bewust bij blijven dragen aan de klimaatcrisis, terwijl we weten dat dit voor grote problemen gaat zorgen voor onze (klein)kinderen? Het zou goed zijn wanneer we meer kijken naar wat we allemaal al wel doen en wie er allemaal al meedoen. Dat geeft positieve energie en we worden er ook gelukkiger van.

Waar houd je je dagelijks mee bezig als gedragswetenschapper op de HvA?

Met mijn lectoraat onderzoek ik wat mensen motiveert om in actie te komen voor het klimaat en wat nodig is om gedragsverandering te realiseren. Dit doen we op alle mogelijke terreinen waar mensen dagelijks mee te maken hebben: hoe ze wonen, reizen, eten en consumeren. We hebben bijvoorbeeld in een groot internationaal project onderzocht of mensen bereid zijn gebruik te maken van deelauto’s in plaat van hun eigen auto en welke factoren daartoe bijdragen. Voor de HvA en UvA hebben we gekeken wat nodig is om werknemers en studenten in de kantine vaker voor plantaardig te laten kiezen. We zijn nu samen met Naturalis aan het onderzoeken hoe mensen reageren op de verborgen natuur in de stad en wat maakt dat ze zelf actief hun eigen omgeving gaan vergroenen. De kennis die we in deze en andere projecten halen, zetten we om in adviezen voor professionals en beleidsmakers. We kiezen onze onderzoeksprojecten heel zorgvuldig omdat we er naar streven zoveel mogelijk impact te hebben op het versnellen van de transitie naar een klimaatneutrale samenleving.

Moet je veranderingen aan mensen zelf laten of moet je hen dwingen?

Veranderingen voor het klimaat komen alleen tot stand wanneer we mensen zowel intrinsiek weten te motiveren als ze ook via extrinsieke prikkels weten te stimuleren. Door goede voorlichting, inspirerende communicatie, heldere regels, ondersteunende financiële maatregelen en goede voorzieningen kunnen mensen stapsgewijs meegenomen worden naar een nieuwe duurzame werkelijkheid. Goede voorbeelden van een dergelijke transitie zijn het niet-roken beleid en de autogordel. Eerst moeten mensen vaak wennen en is er weerstand maar uiteindelijk zetten ze toch kleine stapjes en wordt het daardoor steeds normaler. Vaak komen er dan ook steeds meer voorzieningen en regelgeving bij en ontstaat er zo een nieuwe standaard. Veranderingen roepen in eerste instantie bijna altijd weerstand op. Ze bedreigen de bestaande status quo en daar hebben we vaak moeite mee. Echter, als het goed te onderbouwen is met feiten en consistent wordt ondersteund met duidelijke maatregelen zie je toch dat de verandering doorzet. Nu kun je je bijvoorbeeld niet meer voorstellen dat we ooit in een volle collegezaal of op ons werk mochten roken. Of dat we de snelweg opgingen zonder autogordel.

Mogen jouw kinderen nog vliegen?

Mijn kinderen zijn volwassen en wonen op zichzelf, dus ze beslissen gelukkig zelf wat ze doen. Ik gun hen de mogelijkheid om de wereld te verkennen. Dat kan natuurlijk op verschillende manieren. Dat gezegd, ik ben inmiddels wel door mijn CO2 budget heen en medeverantwoordelijk voor de situatie waar we de toekomstige generaties mee opzadelen, dus ik moet sowieso mijn gedrag veranderen. Ik hoop natuurlijk wel dat door de keuzes die ik maak mijn kinderen - en andere mensen uit mijn omgeving - ook geïnspireerd worden.

Wat vind je van vlieg- of autoschaamte?

Dat we een beetje wroeging voelen wanneer we toch vlees eten of vliegen kan op zich geen kwaad. Dat houdt ons scherp. Het laat zien dat we steeds meer beseffen dat we met de keuzes die we iedere dag maken iets goeds kunnen doen. Dat we een klein beetje ongemak voelen wanneer we dat niet doen, doorbreekt hopelijk de onverschilligheid die nu nog veel te groot is. Ook moeten we niet onderschatten hoe groot onze invloed is op anderen. Gedrag is besmettelijk. Onze keuzes beïnvloeden de keuzes van anderen. Dus niet alleen verklein jij door je gedrag je eigen milieu voetafdruk, maar je inspireert ook anderen, wat het effect van jouw gedrag nog veel groter maakt. Het gaat er niet om dat je per direct alles 100% duurzaam doet. Dat is namelijk in de huidige realiteit waar alles nog afgestemd is op fossiel heel lastig. We kunnen echter wel beginnen met dingen anders of minder doen. Een of twee dagen extra thuiswerken scheelt al CO2 uitstoot. Ook heeft het zin wanneer we allemaal een beetje minder vlees eten of een keer een vliegvakantie vervangen door een treinreis. Het wordt tijd dat we inzien dat er weinig excuses meer zijn om niet iets te doen, of zoals onze eigen premier twee jaar geleden op de klimaattop in Glasgow zei ‘action, action, action’.

Waarom mag ik geen vlees eten en moet ik het afval scheiden als ze in andere landen zoals Afrika en India nergens op letten en vliegvelden bij blijven bouwen?

Dit raakt aan een eerder punt wat we al hebben besproken. Vrijwel iedereen is inmiddels bezig met het klimaatvraagstuk. Misschien niet altijd zichtbaar of op de manier zoals we dat zelf zouden aanpakken, maar overal is verandering gaande. Ik word altijd een beetje moedeloos wanneer er naar anderen worden gewezen (‘ja, maar zij’) om zelf niks te hoeven doen. Dit is vooral een goed excuus om geen verantwoordelijkheid te hoeven nemen voor wat gaande is. Daarbij vind ik het lastig wanneer wij in Nederland wijzen naar verre landen als China of India. De 20 rijkste landen, waaronder Nederland, zijn wereldwijd verantwoordelijk voor 70% uitstoot broeikasgassen (volgens sommige studies zelfs 80%). Dus waarom wijzen naar anderen, terwijl wij tot de grootste vervuilers horen – nu en in het verleden?

Op welk vlak kunnen we op korte termijn het grootste verschil maken?

Dat zit ‘m in twee dingen: doe met betrekking tot hoe je woont, wat je eet, hoe je reist en wat je consumeert alles wat mogelijk is om zelf minder CO2 uit te stoten. Daarmee verklein je je eigen milieuvoetafdruk en geef je het goede voorbeeld. Ga daarnaast met zoveel mogelijk mensen over de klimaatcrisis in gesprek. Laat zien wat je zelf al doet en vraag hoe zij hiernaar kijken. Het is een collectief vraagstuk dat alleen opgelost kan worden als zoveel mogelijk mensen meedoen. Anderen bewustmaken kan via radicale acties zoals de A12 blokkade, via vragen stellen op je werk, via informele gesprekken aan de keukentafel, of door opinieartikelen te schrijven. Doe vooral wat bij je past. Door er met anderen over te hebben, maak je gebruik van je ‘handafdruk’ (oftewel het contact dat je hebt met anderen). Door hier bewust gebruik van te maken versterk je bewustwording over de klimaatcrisis en geef je een stem aan een nieuwe duurzame norm.

Hoe vind je dat de HvA zelf omgaat met duurzaamheid?

Ik vind het mooi te zien hoe nadrukkelijk de HvA zich uitspreekt voor duurzaamheid. Dat lijkt logisch, maar is toch nog niet zo vanzelfsprekend. Ik merk zelf ook dat we veel steun krijgen wanneer we iets willen organiseren of ontwikkelen dat raakt aan dit onderwerp. Zo was het CvB van de HvA meteen enthousiast toen we ze vroegen om partner te worden van het Gala voor een Krachtig Klimaat in Tivoli Vredenburg en ook hebben we binnen de faculteit veel steun gehad bij de ontwikkeling van de nieuwe master Klimaatpsychologie en -gedrag. Tegelijkertijd merk ik ook dat het voor de HvA moeilijk is om alle goede intenties te vertalen in concrete acties. Onze kantines zijn bijvoorbeeld nog steeds niet volledig plantaardig en ook is het nog steeds niet gelukt om een basisvak klimaatverandering voor alle studenten in het curriculum te krijgen. Toch ben ik wel positief gestemd. Ik zie binnen de organisatie veel beweging en ik heb dan ook goede hoop dat we binnen een paar jaar onze ambitie om de meest duurzame hogeschool van Nederland te willen zijn, ook echt gaan waarmaken.