Welke drugs jongeren gebruiken hangt samen met hun omgeving

Het aantal risicojongeren dat rookt, vapet, snus gebruikt of de designerdrug 3-MMC, is het afgelopen jaar toegenomen. Ondanks alle preventiemaatregelen hebben deze jongeren weinig kennis van de gezondheidsrisico’s. Maar welke drugs jongeren gebruiken, blijkt samen te hangen met de omgeving waarin zij verkeren. Dit blijkt onder meer uit de landelijke regiomonitor die onderzoekers van de Hogeschool van Amsterdam, in opdracht van Verslavingskunde Nederland, hebben uitgevoerd in samenwerking met elf instellingen voor verslavingszorg.
Sinds 2019 meet Antenne jaarlijks hoe het gesteld is met het alcohol- en drugsgebruik van jongeren in Nederland. De vierde regiomonitor (2023-2024) richt zich specifiek op het middelengebruik binnen groepen risicojongeren. Om meer te weten te komen over hun leefwereld en hun alcohol- en drugsgebruik, werden er voor dit onderzoek 32 professionals (jongeren- en straathoekwerkers of ambulante hulpverleners) geïnterviewd, die in totaal zo’n 1000 jongeren begeleidden. Die zijn tussen de 12 en 27 jaar oud en komen uit dorpen en steden uit tien verschillende provincies.
Kenmerken van risicojongeren
Deze jongeren hangen al zeker een jaar met elkaar rond en zijn allemaal bekend met middelengebruik. Daarnaast kampen ze met andere problemen: sommige jongeren komen uit een moeilijke thuissituatie, anderen hebben gedragsproblemen en weer anderen zijn met school gestopt. In maar liefst tweederde van de groepen zitten jongeren die betrokken zijn bij drugshandel, in ruim de helft jongeren die ook ander delinquent gedrag hebben vertoond. Wat vrijwel alle jongeren met elkaar gemeen hebben, is dat ze in de buurt waar ze zijn opgegroeid, zijn gebleven.
De jongerengroepen verschillen echter ook in veel opzichten van elkaar. Om de problemen rond alcohol en drugs goed te kunnen aanpakken, hebben drie onderzoekers van de Hogeschool van Amsterdam, Ton Nabben, Melissa Boekholt en Annemieke Benschop, vier profielen opgesteld van risicogroepen.
Vier risicogroepen
- De eerste risicogroep is die van de eigenheimers. Deze jongeren wonen in dunbevolkte gebieden buiten de Randstad, waar middelengebruik vaak een van de weinige kicks is in een prikkelarme omgeving. Hun drugsgebruik speelt zich af op plekken waar alleen de groep mag komen, zoals een keet, een boot of een schuur. Daar gebruiken ze overwegend alcohol, cannabis en designerdrugs als 3-MMC.
- Het tweede profiel is die van de gangsta’s (broeders of soldaten). Dit zijn straatgroepen van jonge mannen, die vooral in arme buurten van steden – ook buiten de Randstad – rondhangen. Ze dragen straatwaarden uit, die kunnen leiden tot provocerend, overlastgevend of crimineel gedrag. Voor hun ouders zijn alcohol en drugs uit den boze en daarom vindt hun middelengebruik stiekem plaats in auto’s, op hotelkamers of in shishalounges. Zij gebruiken daar vooral cannabis, snus, vapes en lachgas.
- De derde groep is die van de expressionisten. Deze jongeren hebben een sterke binding met een elektronische muziekcultuur, zoals techno, of een urban muziekcultuur, als hiphop. Zij gebruiken drugs op de plek waar hun artiesten optreden. De jongerengroepen die van elektronische muziek houden zijn overwegend wit en gebruiken stimulantia (ecstacy, speed), narcosemiddelen (ketamine), designerdrugs (3-MMC) en soms psychedelica (paddo’s, LSD). De urban muziekgroepen zijn gemêleerder en gebruiken eerder cannabis, alcohol, snus en lachgas.
- Ten slotte zijn er de getroebleerden. Deze jongeren zitten vaak in instellingen voor begeleid wonen, internaten of ze zijn dak- of thuisloos. Vaak zijn ze hulpverleningsmoe en zijn ze op straat al zo vaak met de politie in aanraking gekomen dat ze een strafblad hebben. Ze gebruiken vaak en veel drugs, variërend van wiet tot heroïne, in leegstaande panden, op straat of in de dag- of nachtopvang. Daarbij vertonen ze meer risicovol gedrag en maken ze meer kans op overdoses.
Het is belangrijk om de risicogroepen te onderscheiden, omdat daarbinnen verschillende problemen spelen.

Ton Nabben
Senior onderzoeker
Lachgas en 3-MMC
De HvA-onderzoekers wijzen erop dat het belangrijk is om die groepen te onderscheiden, omdat daarbinnen verschillende problemen spelen. Zo neemt het gebruik van lachgas – populair in coronatijd –over het algemeen af, maar leidt het nog steeds tot lichamelijke, psychische en sociale problemen onder niet-westerse jongeren in de steden (gangsta’s).
Daarnaast zien ze een paar algemene trends. Zo neemt het gebruik van nicotinehoudende middelen toe (roken, vapen, snus), terwijl jongeren steeds minder lijken te weten van de schadelijke effecten daarvan. Verder gebruiken jongeren minder cocaïne en amfetamine, nu de designerdrug 3-MMC populairder wordt. Het excessieve gebruik en de verslaving aan 3-MMC neemt daarmee ook toe, voornamelijk in dorpen en zelfs onder minderjarigen.

Antenne Nederland
Antenne Nederland 2023-2024 schetst een actueel beeld van risicojongeren en hun middelengebruik, verteld door (ambulant) jongeren- en straathoekwerkers. De regiomonitor ondersteunt professionals en beleidsmakers in het sociale- en veiligheidsdomein bij het begrijpen en duiden van alcohol- en drugsgebruik in risicogroepen die beginnen te experimenteren of al fors gebruiken, met alle gezondheidsrisico’s van dien. Antenne Nederland wordt uitgevoerd door de Hogeschool van Amsterdam, in opdracht van Verslavingskunde Nederland.
Een kwalitatieve monitor als deze wordt vanuit Verslavingskunde Nederland als een belangrijke aanvulling gezien op kwantitatief onderzoek, omdat preventie daardoor adequater kan anticiperen en reageren op (nieuwe) ontwikkelingen in gebruik en risicogedrag. Door het systematisch in kaart brengen van risicogroepen en hun middelengebruik zijn verslavingsinstellingen beter in staat om meer gerichte preventie te geven. Het overstijgende belang is dat de deelnemende partijen een rijker, breder en betrouwbaarder beeld krijgen van (beginnend) problematisch drugsgebruik in vergelijkbare groepen en milieus.
Lees meer op: www.hva.nl/antenne