Centre of Expertise Urban Vitality

Over kinderen, ouders, rugzakjes en vakwerkplannen

Nieuwe docent: Iris Klinkhamer (26)

2 jul 2021 13:46 | LO in Beweging

Ze combineert twee banen in het basisonderwijs, want een volledige baan op één school is bijna niet te vinden. Ruim twee jaar geleden studeerde ze af aan de ALO, sprong op basisschool De Pijlstaart in Vinkeveen in het diepe, kwam ook weer boven. Ze schafte het cijfersysteem af en begon met een leerlingvolgsysteem: “Zoveel fijner om kinderen aan de hand van feedback zich te laten ontwikkelen, in plaats van cijfers te geven voor een handstand.” Nu zit ze tijdelijk met een burnout thuis. “Alles moet perfect zijn.”

Een dappere dame die haar gevoel en ervaringen goed onder woorden kan brengen; Iris Klinkhamer klimt thuis uit een behoorlijk werkdip: “De afgelopen twee jaar waren bijzonder enerverend. Vóór Corona werkte ik parttime in Vinkeveen en daarnaast bij een wintersportorganisatie. Maar die laatste baan verloor ik, want dankzij de pandemie was er geen wintersport.”

Ze zocht een tweede aanvullende baan en vond die per september 2020 op OBS De Watermolen in Koog aan de Zaan. Op de eerste basisschool in Vinkeveen dus een lekkere dorpse cultuur: “Toen ik begon was ik op De Pijlstaart de enige vakleerkracht LO en mocht ik - maar moest dus ook - veel zelf vormgeven.” Op de andere school, die onder de rook van Amsterdam, trof ze flink gebekte kinderen aan met meer rugzakjes dan ze gewend was. “Wel is de stichting waar OBS De Watermolen onder valt veel groter, dus daar kreeg ik meer begeleiding en kon ik overleggen,” lacht ze opgelucht.

Als in een waas

“In Vinkeveen startte ik in 2019 bijna gelijktijdig met de nieuwe directeur en hij gaf me alle vertrouwen om mijn visie op bewegingsonderwijs door te voeren in mijn vakwerkplan. Ik had dat natuurlijk wel gehad op de ALO, maar moest ook best flink zoeken en finetunen tot ik iets had waar ik trots op was en mee uit de voeten kon. In de stichting was er nog een andere collega en sinds 1,5 jaar heb ik ook een directe collega op De Pijlstaart,” vertelt Iris. ”Maar het eerste jaar ging als in een waas aan me voorbij. Nu heb ik daar wel mijn plekje gevonden.”

Ze blikt heel open terug: “Ik was best goed voorbereid op lesgeven aan kinderen, maar had totaal geen rekening gehouden met de ouders van die kinderen. Kreeg een kind tijdens trefbal een bal in het gezicht, belde later die dag een ouder op. Ja, wanneer bel je uit jezelf, wanneer niet? Of dan waren ze het niet eens met veranderingen die ik had doorgevoerd. Ik heb echt niet alles goed aangepakt, weet ik nu, maar ik heb ook niet voldoende mijn grenzen aangegeven.” En dat hele ‘ouderstuk’, daar had ze trouwens op de ALO graag iets meer over geleerd.

Neem de tijd

En toen kwam het coronajaar, waarin ze dus haar ene baan verloor, een nieuwe zocht en vond, maar waarin de lessen ook deels online verliepen. “Door alles wat er op me af kwam kon ik niet zo goed meer relativeren. Ik raakte ook geblesseerd, waardoor ik nu even niet kan kitesurfen, longboarden of crossfitten. Nou, dan kom je jezelf wel tegen, hoor.” Ze zit dus tijdelijk thuis en neemt de tijd om weer tot rust te komen.

Ze blikt terug op haar tijd aan de ALO: “Dat was echt de beste tijd van mijn leven tot nu toe!” lacht ze. “Het samen werken, optrekken, sporten, alles delen, het was zo leuk.” Waar ze staat over tien jaar? “Ik geef dan zeker nog les in het basisonderwijs. Ik vind die jonge kinderen zo enthousiast, ze zetten snel stappen in hun motorische ontwikkeling. Daar geniet ik echt van. Wel hoop ik dan een volledige baan te hebben bij één school of stichting.” Andere ideeën heeft ze ook: “Misschien ga ik wel vakwerkplannen ontwikkelen en verkopen aan nieuwe vakleerkrachten.” Eerst rustig aan, Iris, jij komt er wel!