Kenniscentrum Maatschappij en Recht

‘Vindplaatsen Verborgen Armoede’

12 jul 2022 00:00 | Kenniscentrum Maatschappij en Recht

In september 2020 is het lectoraat Armoede Interventies van start gegaan met het project ‘Vindplaatsen Verborgen Armoede’ in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda van het ministerie van SZW. Met 10 gemeenten, kennispartners UvA en Nibud, samenwerkingspartners Over Rood en Stichting Lezen en Schrijven én Social Designbureau (ink). onderzoeken we drie jaar lang de verborgen armoede in Nederland en ontwikkelen we interventies om hen beter te bereiken en te ondersteunen. De focus ligt hierbij op werkende armen.

Nu, twee jaar verder, hebben we al veel geleerd. Bijvoorbeeld: welke groepen lopen eigenlijk het meest risico op verborgen armoede? En welke projecten slagen er in deze groepen te bereiken?

De laatste jaren wordt steeds duidelijker dat veel huishoudens met een laag inkomen niet altijd aanspraak doen op de regelingen waar zij recht op hebben. Dit geldt zowel voor toeslagen van de Rijksoverheid als voor gemeentelijke regelingen – denk bij die laatste bijvoorbeeld aan de gemeentelijke kwijtschelding of het recht op gratis sport en cultuur voor de jeugd.

Gemeenten slagen er niet altijd in juist die groepen te bereiken voor wie inkomensondersteunende voorzieningen van groot belang zijn om betalingsachterstanden en schulden te voorkomen.

Nu weten we uit onderzoek dat het ondergebruik van regelingen vaak te maken heeft met wantrouwen tegen de overheid, maar ook met schaamte of simpelweg omdat mensen niet weten waar ze recht op hebben. Ook bewust niet-gebruik kan een rol spelen – bijvoorbeeld mensen die vinden dat ze hun eigen boontjes moeten doppen. Welke reden er dan ook achter zit, gemeenten zien zich steeds meer voor de taak gesteld inwoners actief te benaderen om zo verborgen doelgroepen in zicht te krijgen. Daarvoor is het van belang scherp in beeld te krijgen wie er een hoog risico heeft om in verborgen armoede te leven en waar en hoe deze groepen het best bereikt kunnen worden.

Het afgelopen jaar heeft de UvA zich daarom gebogen over gemeentelijke data en data van het CBS om meer inzicht te krijgen in diverse aspecten van verborgen armoede. Op basis hiervan zagen we bijvoorbeeld dat alleenstaanden risico lopen op verborgen armoede. Ook eenoudergezinnen met minderjarige kinderen lopen dit risico, hoewel de kindregeling uit 2015 ervoor heeft gezorgd dat daar een scherpe daling heeft plaatsgevonden.

Onderzoekers keken daarnaast naar de arbeidsmarktpositie en zagen bijvoorbeeld een verhoogd risico bij startende ZZP’ers, of jongeren zonder vast dienstverband. Ook zelfstandigen met personeel (ZMP’ers), vaak enkele jaren voor hun pensioen, werden als groep gedefinieerd. Tot slot hebben we meer inzicht gekregen in de sectoren waarin werknemers en zelfstandigen een hoger risico lopen. Zo zagen we dat ZZP’ers vaak in de ‘Horeca’ en ‘Cultuur, recreatie en overige dienstverlening’ werken, maar ook in sectoren als ‘Handel en vervoer’ en ‘Financiële en zakelijke dienstverlening’ ligt verborgen armoede op de loer.

De HvA heeft daarnaast praktijkonderzoek verricht naar projecten die succesvol zijn gebleken in het ontdekken van vindplaatsen en het bereiken en ondersteunen van mensen met een laag inkomen. Dit zijn projecten die bijvoorbeeld succesvol fungeren als voorportaal richting de gemeente, of die erin slagen een versnipperd aanbod bij elkaar te brengen, of die met behulp van sleutelfiguren outreachend te werk gaan en mensen daar ontmoeten waar ze zich veilig voelen. De HvA legt nu de laatste hand aan praktijk- en implementatiebeschrijvingen waarin de kritische succesfactoren van deze projecten in beeld worden gebracht. Na de zomer werken we verder aan de doorontwikkeling van enkele projecten en gaan we in gesprek met de genoemde doelgroepen. Met de kennis die we de afgelopen twee jaar hebben opgedaan, ontwikkelen we samen met social designers nieuwe vindplaatsen. Hier hopen we de mensen te treffen die de regelingen het hardst nodig hebben en ze op een effectieve wijze toe te leiden naar gemeentelijke ondersteuning.