Stan Majoor pleit in oratie voor stadsontwikkeling van verbeelding én uitvoering

Lector Stan Majoor is bijzonder hoogleraar Lokale Planologische Professionals aan de Universiteit van Amsterdam geworden. 17 April sprak hij zijn oratie uit waarin hij stelt dat stadsontwikkeling een nieuwe balans moet vinden tussen visionaire ideeën en de praktische realiteit. Dat is nodig voor grote opgaven als de duurzaamheids- en woningbouwopgave. Lokale planologische professionals bij gemeentes, woningcorporaties en netbeheerders spelen daarin een cruciale rol. Maar wie zijn ze, hoe opereren ze en hoe kunnen ze de relatie tussen verbeelding en uitvoering versterken?
In een drukbezochte aula begint Majoor zijn oratie met een verwijzing naar het recente jaarverslag van de ombudsman van de Metropool Amsterdam getiteld Burn-out bureaucratie. Het schetst hoe gemeenten vaak verstrikt raken in de eigen – vaak tegengestelde – ambities. En hoe vooral de ambtenaren die het uitvoerende werk doen vastlopen tussen buurt en gemeentekantoor. Dát spanningsveld, tussen hoge ambities en moeizame realisatie in de praktijk, is het onderwerp vandaag. En dan specifiek vanuit het perspectief van lokale planologische professionals die dagelijks aan de ruimtelijke vraagstukken van de stad werken.

Werken in een context vol tegenstellingen
Uit de periode van het Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam (1935) stamt het oerbeeld van de planoloog als een professional die werkt aan een zorgvuldige analyse, een overtuigende toekomstverbeelding én de stap naar uitvoering, vertelt Majoor. Maar de huidige stedelijke context waarin deze drie fases doorlopen moeten worden kent veel tegenstellingen en uitdagingen, zowel op het gebied van gelijkheid, duurzaamheid, betrokkenheid als solidariteit. Tegelijkertijd is ook de opgave veranderd: van grote stadsuitbreidingen aan de randen naar complexe binnenstedelijke puzzels.
Tegenwoordig werken lokale planologische professionals vooral aan het herstructureren van bedrijventerreinen en verdichtingsopgaven in bestaande woonwijken. Dat zijn ingewikkelde transformatielocaties waar verschillende belangen om voorrang strijden.
Conflicterende ideeën over sturing
Niet alleen de buitenwereld maakt het werk van lokale planologen tot een uitdaging. Planologisch professionals werken in een omgeving waarin verschillende filosofieën over sturing binnen de overheid conflicteren. Gemeentebesturen streven naar coproductie met burgers, bedrijven en maatschappelijke instanties. Tegelijkertijd is er de drang naar efficiëntie en standaardisatie waar professionals op vastlopen.
Om met de spanning tussen ambitieuze doelen en een weerbarstige praktijk om te gaan kiezen professionals vaak voor een pragmatische benadering, stelt Majoor. En ondanks informatieve literatuur hierover, ontbreekt een goed beeld van hoe ze dat dagelijks doen. Veel onderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van interviews en vragenlijsten, waarbij respondenten niet altijd in staat blijken hun eigen gedrag goed te analyseren. Majoor pleit daarom voor meer langdurige directe observaties van professionals aan het werk, om nog beter begrijpen wat dagelijkse praktijken zijn en daarvan te leren.
We hebben modellen en ideeën voor betere, duurzame en sociale steden. Veel minder weten we over de alledaagse realiteit van de professionals die werken in de wisselwerking tussen beleid en uitvoering.

Werken aan de stad van de toekomst
Voor de toekomst ziet Majoor twee grote thema’s waarvoor verbeeldingskracht nodig is: de duurzaamheidstransitie en de woningbouwopgave. In het samenbrengen hiervan hebben lokale planologische professionals een schakel- en ontwikkelfunctie. “Want juist de koppeling van de twee opgaven op één plek biedt perspectief: ze vragen allebei op het niveau van de wijk om ruimtelijke, sociale en economische investeringen die samenhangen en elkaar versterken,” legt Majoor uit. Lokale planologen hebben, als ze goed werken, kennis van plekken, omvangrijke wijknetwerken en het vertrouwen van buurtbewoners. Via hen kan verbeelding en toekomstgerichtheid vorm krijgen op een manier die de kans op uitvoering – en dus een betere stad – vergroot.
Leren navigeren tussen verbeelding en uitvoering
De vraag is hoe de professionals die rol beter kunnen vervullen. Een belangrijke taak voor het begrijpen en ondersteunen van de professionals ligt bij universiteiten en hogescholen, betoogt Majoor. Zij kunnen en moeten lokale planologische professionals opleiden met zowel analytische als praktische vaardigheden, en tegelijkertijd kritisch onderzoek doen naar de structurele context van hun werk. Daarvoor gaat de leerstoel van Majoor zich inzetten. In Amsterdam werken de UvA en de HvA al nauw samen in diverse onderzoeksprojecten en opleidingen, met een focus op de schakelfunctie van planologen tussen verbeelding en uitvoering. Majoor: “Deze integrale benadering helpt planologen in de frontlinie van steden, waardoor ze beter uitgerust zijn om in de complexe realiteit van stedelijke ontwikkeling te navigeren.”