Waar werken de ingenieurs van morgen aan?

1. Werken aan een klimaatbestendige stad

Door de klimaatverandering krijgen we steeds vaker te maken met extreme hitte en droogte, gevolgd door hevige regenbuien. Dit leidt tot overlast in de stad, zoals compleet ondergelopen straten en schade aan groen, huizen en infrastructuur. Daarom bekijken onderzoekers van het lectoraat Water in en om de stad samen met studenten hoe ze de stad zo kunnen inrichten dat hij beter bestand is tegen deze extremen. Bijvoorbeeld in het project Waterbergende weg.

In onderstaande video vertelt Pieter, student Built Environment, over het onderzoek. ‘Nederland is heel kwetsbaar op het gebied van water, en ik zie dat het best snel fout kan gaan. Daarom werk ik mee aan dit onderzoek: ik wil een bijdrage leveren om wateroverlast te beperken en de wereld een stukje beter te maken.’

2. Het meetinstrument van de toekomst

Hoe moet het meetinstrument van de toekomst eruitzien? Die vraag is niet zo makkelijk te beantwoorden, weet Bart Baselmans, hoofddocent Biomedische Technologie. ‘Het hangt er vanaf vanuit welk perspectief je de vraag bekijkt. Een onderzoeker wil misschien zoveel mogelijk data verkrijgen, maar dat vraagt wel veel van de batterijduur. Een deelnemer of patiënt wil daarentegen zo min mogelijk omkijken naar het meetinstrument. Een batterij die elke dag opgeladen moet worden is dan niet handig.’

Tweedejaarsstudenten Biomedische Technologie lieten zich niet afschrikken door deze complexiteit, en zijn enthousiast met de vraag aan de slag gegaan. In het HvA Venture Centre hebben ze tijdens een tweedaagse brainstormsessie verschillende stakeholders geïnterviewd en hun belangen in kaart gebracht. Vervolgens hebben ze in het BioTech-lab gewerkt aan een prototype ECG-sensor, die continu meten en zorg op afstand mogelijk moet maken. ‘Bij het ontwerpen van de sensor moeten ze rekening houden met de verschillende, soms botsende belangen van de stakeholders en daarin keuzes maken’, vertelt Baselmans. ‘Ik ben heel benieuwd hoe de prototypes zich de komende weken gaan ontwikkelen!’

3. Nieuwe taststokpunt voor visueel beperkten

De minor Startup your business in Technology (SYBIT) helpt studenten om een eigen start-up op te richten en een technisch product op de markt te brengen. Voor vier studenten van de faculteit Techniek was de minor het begin van een succesverhaal met Rollar. Deze start-up is opgericht door Hugo Tak, Klaas-Jan van der Poel (beiden student Technische Bedrijfskunde), Milan de Milano (student Werktuigbouwkunde) en Michael van Tulder (inmiddels alumnus Software Engineering). Samen ontwikkelden zij een nieuwe taststokpunt voor visueel beperkten.

‘De punten van taststokken gaan bij een normaal gebruik maar 1 tot 3 maanden mee’, vertelt Milan. ‘Doordat ze zo snel slijten, moet er regelmatig een nieuwe punt op de stok worden gezet. Een kostbare aangelegenheid, want dit wordt niet door de zorgverzekeraar vergoed. Wij besloten daarom een slijtvaster model voor de punt te maken.’

Eind 2021 werd hun ontwerp uit tachtig andere studentenstart-ups verkozen tot beste pitch tijdens het Boost Your Business-event. ‘We hebben het bedrag dat we toen wonnen gebruikt om het prototype door te ontwikkelen’, vertelt Michael. Afgelopen december won het viertal de Take-off-hbo-subsidie van 40.000 euro van Regieorgaan SIA, bedoeld om de ontwikkeling van de startup voort te zetten. ‘Van dit bedrag willen we het prototype nog verder ontwikkelen, meer testen doen met de doelgroep, en duurzaamheids- en slijtagetests laten uitvoeren bij een externe partij. We hopen eind van dit jaar alles af te ronden en in het eerste kwartaal van 2024 in productie te gaan.’

4. Impact maken met circulaire businessmodellen

De laatste jaren krijgen waardevolle reststromen steeds vaker een tweede leven door upcycling. Zo worden afgedankte meubels opgeknapt (refurbished), tot nieuwe meubels verwerkt (remanufactured) of (deels) hergebruikt voor andere vormen van hoogwaardige producten (repurposed). Hoe kunnen gemeenten dit soort initiatieven op grote schaal uitrollen? Dat is een van de vragen die centraal staat in het onderzoek Urban Upcycling van de HvA.

Ook studenten spelen een belangrijke rol in dit project. Zo onderzoeken studenten Technische Bedrijfskunde voor het vak Sustainable Entrepeneurship and Technology mogelijkheden om circulaire businessmodellen te versnellen en op te schalen. ‘Er zijn heel veel initiatieven op het gebied van de circulaire economie, maar er gebeurt nog te weinig op grote schaal’, vertelt docent-onderzoeker Marco van Hees. ‘Daarom krijgen studenten de opdracht om bestaande bedrijfjes verder te helpen. Eerst inventariseren ze welke upcycle-initiatieven er in en rond Amsterdam zijn, om er vervolgens één uit te kiezen waar ze potentie in zien. Daarna schrijven ze een plan voor het opschalen en versnellen van het businessmodel.’

Daar begint het pas, want de volgende stap is uitbreiding binnen Nederland, of zelfs internationaal. ‘Dat lukt alleen met de juiste partners, bijvoorbeeld op het gebied van logistiek, legt Van Hees uit. ‘In deze fase onderzoeken studenten daarom mogelijke partnerships tussen MKB en grotere bedrijven.’ Is dat eenmaal gelukt, dan is het tijd voor de vierde stap: hoe kunnen bedrijven hun kernactiviteiten zo inrichten dat ze een positieve impact op de omgeving hebben, bijvoorbeeld op het gebied van klimaat? Van Hees: ‘Als er sprake is van economische groei, kun je er als bedrijf niet omheen om over dit soort vragen na te denken. De studenten helpen hen daarbij door met ideeën te komen voor circulaire, regeneratieve oplossingen.’