'Ouders durven vaak niets te zeggen'

Hoe breng je buurtbewoners van verschillende achtergronden in gesprek over opvoedstijlen?

Bij de HvA werken we samen met organisaties en bedrijven aan de grote maatschappelijke onderwerpen van nu en morgen: duurzaamheid, digitalisering en diversiteit. Dat klinkt mooi en dat is ook mooi. Maar wat betekent dat nu heel concreet?

Accepteer de marketingcookies om deze video te zien

In Amsterdam Zuidoost wonen ruim 130 verschillende nationaliteiten. Die verschillen kunnen heel aantrekkelijk zijn, maar kunnen ook leiden tot onderlinge spanningen. Bijvoorbeeld op het gebied van opvoeden. Door de culturele verschillen is een opbouwend gesprek tussen de ouders in de buurt over de opvoeding van hun kinderen niet vanzelfsprekend. Het HvA Centre of Expertise Urban Education ontwikkelde een praktische tool die het gesprek tussen ouders op gang moet brengen.

Ouders die met elkaar ruziën op het schoolplein over botsingen tussen hun kinderen, verschillen van mening over wat kinderen wel en niet mogen in de speeltuin, het komt allemaal voor de praktijk. Het stadsdeel Zuidoost kent die voorbeelden als geen ander en wil proberen iets te doorbreken. Daarom werd contact opgenomen met de HvA. Of meer in het bijzonder: met Sanne Rumping, onderzoeker bij het lectoraat Jeugdzorg van de Faculteit Maatschappij en Recht.

Ouders in gesprek voor een beter opvoedklimaat

“In Zuidoost loopt al langere tijd een traject om de buurt te versterken. Verbeteren van het pedagogisch klimaat is daar een onderdeel van. Met pedagogisch klimaat bedoel ik de omgevingsfactoren die invloed hebben op hoe kinderen zich voelen, bijvoorbeeld de sfeer in de klas, op het schoolplein en in de speeltuin. In een goed pedagogisch klimaat voelen kinderen zich veilig en gehoord en kunnen ze zich optimaal ontwikkelen”, aldus Rumping.

Projectleider en onderzoeker Sanne Rumping

Om te beginnen observeerde en interviewde ze ouders in opvoedsituaties: hoe ze reageren op het schoolplein, en op andere plekken in de buurt, zoals in de speeltuin en op straat. “We zagen dat ouders vaak wel iets wilden zeggen tegen kinderen van anderen over wat wel en niet mag, of hen wilden helpen. Maar vaak wisten ze niet hoe ze dat moesten aanpakken, of ze durfden het niet”.

Met de informatie uit de observaties, interviews en onderzoek naar reeds bestaande kennis en methoden ontwikkelde ze de eerste versie van een interactieve powerpoint presentatie, die in stripvorm verschillende opvoedsituaties toont met de bedoeling om ouders daarover met elkaar in gesprek te brengen. Nadat de praktijkpartners (welzijnsorganisatie Swazoom, expertisebureau op het gebied van opvoeden, interculturele pedagogiek en vaderschap Trias Pedagogica en welzijnsstichting Dock) en andere wetenschappers daar hun input op hadden gegeven lag er een prototype.

Ouders willen vaak wel iets zeggen tegen kinderen van anderen over wat wel en niet mag, of om hen te helpen. Maar ze weten niet altijd hoe ze dat moeten aanpakken

Lisa Harinck (hoofd Beleid, Kwaliteit & Innovatie Swazoom)

Werken aan kansengelijkheid

Lisa Harinck is hoofd Beleid, Kwaliteit & Innovatie bij Swazoom. “Bij Swazoom werken wij er hard aan om kansengelijkheid tussen kinderen te bevorderen. Door de ouders in de buurt in gesprek te brengen met behulp van deze tool verbetert het pedagogisch klimaat, en wordt de kansenongelijkheid kleiner. Meewerken aan dit project is een mooie manier om onze doelstellingen te behalen.”

De praktijkpartners testten de tool. Ze gaven aan dat de illustraties het gesprek tussen ouders wel op gang brachten, maar dat ze illustraties over bijvoorbeeld positieve voorbeelden misten. Verder kwam naar voren dat de Powerpoint vorm niet altijd handig is in de praktijk, maar dat bijvoorbeeld een kaartspel wel zou werken. Het leek hen ook goed om de tool in te zetten om bepaalde situaties te voorkómen.

Alumna Toegepaste Psychologie Oceanna Kersting

Met de laptop onder de arm langs speeltuinen en parken

Studentes Oceanna Kersting (Toegepaste Psychologie) en Ceriese Cranendonk (Culturele en Maatschappelijke Vorming) zijn via de minor Jeugdhulp betrokken bij het project. Ceriese: “Scholen en kinderopvang waren gesloten vanwege corona, hoe konden we feedback op de tool krijgen van ouders en opvoeders? We besloten met de laptop onder de arm langs speeltuinen en parken te gaan en ouders daar te vragen ons te vertellen wat ze precies op de plaatjes zagen. We wilden ook weten of ze een interactieve presentatie de meest handige vorm vonden.”

De studentes haalden nuttige informatie op. De ouders vonden niet alle plaatjes even duidelijk, en hadden soms behoefte aan meer gebruik van tekst om de opvoedsituaties beter te begrijpen. Ze werden het meest enthousiast bij illustraties van dilemma’s: situaties waarin een keuze gemaakt moet worden of waar ze moeten ingrijpen om een probleem op te lossen.

Tool en kaartspel nu in gebruik

Na verwerking van de opmerkingen van de ouders en praktijkorganisaties, en toevoeging van twaalf nieuwe opvoedsituaties door de praktijkpartners zijn de definitieve tool klaar en het kaartspel nu klaar. Rumping: “Vanaf september 2021 nemen de praktijkpartners tool en kaartspel in gebruik. Ik ga dat gebruik nog observeren en de ouders vragen stellen. Eind van dit jaar ronden we het project af.”

Harinck kijkt ernaar uit met de tool te werken, die zowel in één-op-één gesprekken als in workshops voor groepen kan worden gebruikt. “Het helpt ons het ontstaan van nieuwe trends en ontwikkelingen te signaleren. Daar kunnen we dan zelf mee aan de slag, en we kunnen in gesprekken met partners en de gemeente adviseren over mogelijke oplossingen voor de toekomst.”

De studentes zijn ook blij met de ervaring die ze hebben opgedaan. Oceanna: “Ik wil in de toekomst met (probleem)jongeren werken. Opvoeding is dan een belangrijk thema. Het was voor mij heel interessant om van opvoeders te horen hoe ze omgaan met hun eigen kinderen en die van anderen.” Ceriese: “Voor mij waren de gesprekken met opvoeders ook erg waardevol. Na mijn afstuderen wil ik met jeugd werken en moet ik zeker ook in gesprek met ouders en andere externe partijen. Door mijn ervaring hiermee in dit project ga ik straks goed voorbereid de praktijk in.”

Gepubliceerd door  Afdeling Communicatie 20 januari 2022