Kenniscentrum faculteit Digitale Media & Creatieve Industrie

Nadja van der Weide gestart met Professional Doctorate

19 okt 2023 15:35 | Faculteit Digitale Media en Creatieve Industrie

Dit jaar zijn de hogescholen gestart met een pilot voor een eigen doctoraatstraject: de Professional Doctorate. FDMCI’s Nadja van der Weide, docent-onderzoeker bij het lectoraat Creative Media for Social Change, mocht als allereerste kandidaat starten, in het domein Kunst + Creatief. Centraal in haar onderzoek ‘De kunst van de gemedieerde dialoog’ staat het ‘co-creëren’, als maker, docent en deelnemer aan het werkveld. Een traject dat goed bij haar past.

Pre-PD-traject

Het Professional Doctorate (PD)-traject is opgestart door de Vereniging Hogescholen in samenwerking met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Regieorgaan SIA en begint in een pilot. Hiermee introduceert het hbo een nieuw leertraject waarmee het de grenzen in de beroepspraktijk wil verleggen. Net als iedere vernieuwing zal het inpassen en opzetten van een nieuw soort leertraject geleidelijk moeten gebeuren, met ruimte om te leren en te verbeteren. Aan de pilot ging een intensief pre-PD-traject vooraf. Nadja: “In juni 2022 was er een oproep binnen de HvA voor het indienen van een eerste voorstel voor het PD-traject. Samen met twee andere kandidaten ben ik geselecteerd om een voorstel uit te werken. Daarna volgde voor alle kandidaten die uit de voorrondes zijn gekomen een periode van pre-PD en workshopsessies met lectoren en gepromoveerden, onder meer voor advies over het schrijven van het voorstel. Van daaruit zijn de kandidaten steeds samengekomen om elkaar van feedback te voorzien, en kon iedereen naar zijn eigen voorstel toewerken. Eind november heb ik officieel gehoord dat mijn voorstel was uitgekozen. Daarna moest ik nog door allerlei selectierondes heen, maar nu zijn we dan eindelijk gestart. En inmiddels loopt er ook al een selectieronde voor een tweede PD-traject.”

Proefkonijnen

Nadja vertegenwoordigt het domein Kunst + Creatief, een van de acht domeinen. “Binnen de HvA zijn nog twee andere kandidaten gestart, in het domein Gezondheid & Welzijn. Binnenkort ga ik met hen kennismaken. Wij zijn echt ‘proefkonijnen’. Op de een of andere manier kom ik altijd in probeertrajecten of experimenten terecht. Blijkbaar past dat bij me. In dit soort trajecten is er volop ruimte voor discussie en gesprek en kun je een traject samen vormgeven. We zijn op dit moment bijvoorbeeld in gesprek over de beoordelingscriteria waarop wij zelf straks beoordeeld worden. Dat heeft iets uitdagends, dat onderweg iets uitvinden. Ik heb twee masters gedaan waarbij dat ook zo ging. Een daarvan was een tijdelijke master aan de kunstacademie, dan ben je twee jaar met elkaar het wiel aan het uitvinden. Zeer lastig, maar ook evenzo verrijkend. En ik heb een experimentele universitaire master gedaan, die heeft 5 jaar bestaan, ook een pilot.”

Participatief ontwerp

“Ik sta in deze pilot nog helemaal aan het begin. Het traject moet zich nog ontwikkelen en vormkrijgen; ik ben nu aan het bepalen waar ik sta en waar ik heenga. Het onderzoek waarmee ik me ga bezighouden, gaat over participatief of sociaal ontwerp: ontwerpen voor, maar ook met de bewoner, gemeenschap en opdrachtgever. Met andere woorden: je maakt iets niet alleen voor iemand, maar ook met iemand. Een participatief gerichte werkvorm waar ik me binnen het lectoraat al veel mee bezighoud en die me interesseert.

Co-creëren

Als kunstenaar ben ik veel bezig met het opzetten van gemedieerde dialogen, dat zijn ervaringen waarin ik mensen uitnodig om in verschillende vormen met elkaar in gesprek te gaan. Waar ik steeds vaker tegenaan loop, is dat ik meestal vanuit mijzelf, als maker, dialogen creëer en dan pas de wereld in breng. Die werkvorm voelt te exclusief, en als een gemiste kans. Het lijkt mij interessant om binnen de PD te onderzoeken hoe ik die dialogen meer samen met anderen kan ontwerpen. Vormen waarin ik het niet allemaal zelf uitdokter, maar waarin die participatieve stappen meer onderdeel zijn van het maakproces, zodat de deelnemer meer eigenaar wordt van het project. We gaan dus co-creëren!

Ik wil in ieder geval op de lange termijn samenwerken met verschillende gemeenschappen in Amsterdam Noord, een wijk in ontwikkeling met veel diverse bewoners. Ik ben aan het kijken welke gemeenschappen openstaan om met mij voor langere tijd (5 jaar) een traject aan te gaan. Een van de gemeenschappen waar ik nu mee in gesprek ben, is bijvoorbeeld Noordse Vrouwen, een organisatie die verbinding probeert te maken tussen en voor vrouwelijke ‘Noorderlingen’. In de eerste fase ga ik vooral luisteren om te ontdekken welke onderwerpen er precies spelen om van daaruit in dialoog, de dialogen met hen samen te creëren. Een langetermijninvestering dus. Ook voor mezelf, want participatief betekent dat ik er zelf ook moet zijn en de tijd moet nemen om op zaterdagochtend aanwezig te zijn bij een koffie-uurtje. Gelukkig - en niet geheel toevallig - woon ik in Noord.”

Participatieve werkvormen

“Ik ben me nu aan het inlezen en onderzoeken welke participatieve werkvormen veel worden gebruikt; welke goed en welke minder goed werken. De komende tijd zal ik veel gesprekken voeren met mensen die in dit domein werken, om van hen te leren. En veel investeren in contact maken met en aansluiten bij bestaande gemeenschappen in Amsterdam Noord. Ik wil regelmatig tussentijdse resultaten presenteren en ga daarvoor op zoek naar vormen om de impact te kunnen meten: wat gebeurt er binnen de door ons gecreëerde projecten en is er inderdaad een gevoel van eigenaarschap in de community?”

Resultaten

“Wat ik wil bereiken in dit PD-traject is drieledig. Als maker wil ik graag verrijkt worden door binnen mijn maakpraktijk meer te leren luisteren naar anderen en meer te kunnen meenemen van de waardevolle kennis en informatie die anderen hebben over een onderwerp. Groeien in participatiever en co-creatiever werken. Ik heb de waarheid niet in pacht en door samen te werken, hoop ik grotere stappen te zetten en waardevollere dialogische projecten neer te zetten. Als docent hoop ik door zelf met mijn voeten in de modder te gaan staan belichaamde kennis te ontwikkelen. Kennis die ik kan overbrengen op toekomstige ontwerpers in onze samenleving. Binnen dit onderzoek ga ik in samenwerking met de opleidingen bekijken hoe ik de opgedane kennis het beste kan inzetten, bijvoorbeeld in workshops, een lessenreeks of een vak in een minor. Ook als professional in het creatieve veld hoop ik inzichten op te doen op het gebied van participatie, social design en ‘dialogic art’ die ik kan delen, bijvoorbeeld in de vorm van een toolkit voor andere professionals in dit veld. Ik ga er goed over nadenken welke vorm van kennisoverdracht ik kan ontwikkelen om mijn medemakers van kennis en inspiratie te voorzien. Maar, zo ver ben ik nog niet!”