POMO (Positief Omgaan met Meertaligheid in Onderwijs)
Hoe benutten we meertaligheid van leerlingen om bij te dragen aan hun welbevinden, identiteitsontwikkeling, sociale cohesie en burgerschap?
ProjectMeertaligheid is een gegeven in het voortgezet onderwijs, zeker in grootstedelijke omgevingen. Tegelijkertijd wordt deze talige rijkdom in het huidige onderwijs nauwelijks erkend en benut. Dat is een gemiste kans. Dit project beoogt een professionaliseringstraject voor docenten en leerwerktaken voor studenten te ontwikkelen voor een functionele inzet van meertaligheid in de Amsterdamse onderwijspraktijk.
Doel van dit project
In het voortgezet onderwijs is de aanwezige taaldiversiteit enorm. Daarnaast leren leerlingen op school verschillende talen. Deze talige rijkdom wordt in het huidige onderwijs nauwelijks erkend en benut. Wanneer docenten meertaligheid wel als bron voor leren zien, kan dat bijdragen aan het welbevinden van leerlingen, hun identiteitsontwikkeling, sociale cohesie en burgerschap.
Met dit project sluiten we aan op een behoefte van onderwijsprofessionals die werken in grootstedelijke contexten. Veel talendocenten blijken zich ervan bewust te zijn dat meertaligheid een duidelijkere rol moet krijgen in hun praktijk, maar missen daarvoor de handvatten.
Het doel van dit project is dan ook om kennis over een functionele inzet van meertaligheid in (talen)onderwijs te vertalen naar concrete handvatten voor de Amsterdamse onderwijspraktijk.
Resultaat van dit project
In het project benutten we de kennis en producten uit eerdere onderzoeks- en ontwikkelactiviteiten. Zittende talendocenten volgen een nascholingstraject in de vorm van een professionele leergemeenschap. In deze leergemeenschap ontwikkelen we samen met de docenten meertalige werkvormen, die zij vervolgens ook inzetten in hun eigen onderwijs. Op basis van de ervaringen uit de leergemeenschap stellen we een reader samen voor een professionaliseringstraject voor leraren en ontwikkelen we leerwerktaken voor stagiaires. Deze projectopbrengsten zijn potentieel breder inzetbaar; het professionaliseringstraject zien we als pilot voor andere opleidingsscholen en de leerwerktaken worden zo ontwikkeld dat ze flexibel inzetbaar zijn in verschillende contexten (opleidingen, scholen, vakken, leerjaren).
Daarnaast worden de resultaten van het onderzoek gedeeld in publicaties, workshops, lezingen en colleges.
Wie zijn bij dit project betrokken?
Het onderzoek wordt uitgevoerd door Catherine van Beuningen, Daniela Polišenská, Jiska Kniep en talendocenten en stagebegeleiders van de Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (VOvA ).