Kenniscentrum Maatschappij en Recht

‘Nu voorkomen dat we straks met meest extreme scenario’s leven'

HvA-experts reageren op de nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI

17 okt 2023 11:27 | Afdeling Communicatie

Wat er in de KNMI’23 klimaatscenario’s staat, mag dan niet geheel nieuw zijn, het maakt de boodschap niet minder urgent. Meer regen, meer droogte, meer hitte en een waarschijnlijk hogere zeespiegelstijging. Vier lectoren van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) reageren en vertellen hoe zij de klimaatscenario’s toepassen in het onderzoek. ‘Klimaatscenario’s voelen als een ongemakkelijke bevestiging.’

Janette Bessembinder , Lector Klimaatgeletterdheid HvA en adviseur klimaatdienstverlening KNMI

‘Ik heb vanaf 2017 meegewerkt aan het ontwikkelen van de KNMI’23 klimaatscenario’s , de inhoud is voor mij niet nieuw. Veel van de veranderingen stonden ook al in de vorige scenario’s uit 2006 en 2014: de temperatuurstijging, toename van hevige buien, toename van de hoeveelheid regen in de winter en de stijgende zeespiegel.'

Jannette Bessembinder

Zeespiegelstijging

‘Toch is een aantal van de mogelijke veranderingen bijgesteld. Alle klimaatmodellen geven aan dat de hoeveelheid regen in de zomer zal afnemen, met dus meer kans op droogte. Ook kijken de scenario’s verder de toekomst in, en is de maximale zeespiegelstijging naar boven bijgesteld. De zeespiegel reageert heel langzaam op de toename van broeikasgassen. Zelfs als we nu volledig stoppen met de uitstoot daarvan, dan stijgt de zeespiegel nog tot voorbij het jaar 2100. Een zeespiegelstijging van 1 – 1,5 meter, zoals we kunnen verwachten in de scenario’s met de kleinste klimaatverandering, kunnen we in Nederland nog wel aan. Maar wat als de zeespiegel op de langere termijn tot meer dan 5 meter stijgt?’

Alle expertise is nodig

‘De nieuwe klimaatscenario’s laten ook zien wat we aan verdere klimaatverandering kunnen voorkomen, als we de uitstoot van broeikasgassen in 2050 tot netto nul terugbrengen. Daarvoor hebben we alle expertise nodig: voor het snel terugdringen van ons gebruik van fossiele brandstoffen, voor het doorrekenen van de gevolgen van klimaatverandering en voor effectieve maatregelen om ons aan te passen. Het is belangrijk dat de urgentie van klimaatverandering tot ons allemaal doordringt en we daarnaar gaan handelen. Zoals gezegd: veel van de informatie uit de KNMI’23 klimaatscenario’s is niet echt nieuw. En toch gaat de omschakeling naar alternatieve brandstoffen moeizaam.’

Jeroen Kluck , Lector Klimaatbestendige Stad

‘De klimaatscenario’s tonen het belang van het voorkomen van verdere klimaatverandering. Op zomers met temperaturen van 40 graden zijn onze steden niet gebouwd en een zeespiegelstijging van 17 meter (in 2300) moeten we al helemaal voorkomen. Stel je voor dat we in 2300 terugkijken naar 2023 en zeggen: ‘Toen wisten we het blijkbaar al. En we hebben niet genoeg gedaan om dit te voorkomen.’ Dat kunnen we niet maken naar de volgende generaties.’

Jeroen Kluck

Onderzoek naar adaptatie

‘In mijn lectoraat ‘Klimaatbestendige stad’ doen we onderzoek naar adaptatie van steden: hoe kunnen we de steden zo inrichten dat het er prettig en veilig verblijven is, ondanks de nieuwe weersextremen? Hoe maken we optimaal gebruik van groen en schaduw? Hoe gaan we slim om met water? Hoe houden we onze huizen koel? Dat is hard nodig, want heet is het al veel vaker dan vroeger, en ook hebben we vaker te maken met extreme buien of juist ernstige droogte.’

Voorkomen klimaatverandering

‘Maar naast adaptatie is nu onderzoek en actie op het vlak van ‘mitigatie’ belangrijk: hoe voorkomen we dat het klimaat nog verder verandert? Daarbij wordt vooral gekeken naar CO2-reductie. Want we kunnen niet eindeloos de inrichting van ons land blijven aanpassen, zoals het verhogen van de dijken, of steeds extra airco’s in onze huizen plaatsen om het aangenaam te houden. We moeten nú voorkomen dat we straks met de meest extreme scenario’s leven.’

Reint Jan Renes , Lector Psychologie voor een Duurzame Stad

‘De presentatie van de klimaatscenario’s voelde voor mij als een ongemakkelijke bevestiging van wat we eigenlijk al weten; klimaatverandering is niet meer iets van ver in de toekomst. Landen in het globale zuiden weten dit helaas al langer, maar ook in Nederland gaan we de gevolgen steeds meer ervaren. Ik ben lid van de KNMI klankbordgroep Klimaatscenario’s, dus nieuw was het niet. En toch is het confronterend te lezen dat zelfs in de meest optimistische scenario’s het klimaat verder verandert.’

Reint Jan Renes

Samenwerken

‘Toen we in 2019 begonnen met ons lectoraat lag de focus op klimaatmitigatie: het tegengaan van de opwarming door een shift naar duurzaam gedrag. Daar is een extra opgave bijgekomen. Het betekent voor mijn onderzoeksgroep dat we ons - nog meer dan we nu doen – ook op klimaatadaptatie moeten richten. Oftewel, hoe passen we ons in Nederland aan deze nieuwe realiteit aan? Hoe gaan we om met extreme hitte? Hoe bereiden we ons voor op extreme regenval? En nog meer dan voorheen is inter- en transdisciplinair samenwerken belangrijk. We zijn aangesloten bij het nieuwe Klimaatonderzoek Initiatief Nederland (KIN) om in gezamenlijkheid de systeemtransitie in Nederland te versnellen.’

Duurzaam gedrag

‘Om in het meest veilige scenario uit te komen zullen we als samenleving collectief moeten veranderen. We moeten bereid zijn tot duurzaam gedrag en de huidige fossiele status quo loslaten. Bij de coronacrisis hebben we een dergelijke verandering als samenleving kunnen maken, maar het is niet eenvoudig en roept veel weerstand op. Dit vraagt om een strakke regie vanuit de overheid, heldere communicatie over de urgentie en een duidelijk stappenplan. Vanuit mijn vakgebied zullen we onze kennis over wat mensen drijft moeten vertalen naar maatregelen. Maatregelen die ons in staat stellen los te komen van de niet-duurzame keuzes die we allemaal nog maken.’

Sabine Niederer , Lector Visual Methodologies

‘Binnen ons lectoraat hebben we intensief gebruikgemaakt van de vorige klimaatscenario’s bij een onderzoeksproject met collega-onderzoekers van verschillende HvA-faculteiten en externe partners, waaronder het KNMI. In dat project hebben we een lespakket ontwikkeld , genaamd ‘Kijk in de zeespiegel’, waarmee we het gesprek-tussen jongeren en hun ouders/verzorgers over zeespiegelstijging wilden bevorderen. De recent gepresenteerde toekomstscenario’s benadrukken opnieuw dat deze klimaatontwikkelingen geen verre toekomst zijn voor Nederland, maar een realiteit waarmee we spoedig geconfronteerd zullen worden; ook bij lagere uitstoot is de impact aanzienlijk.’

Andere aanpak

‘De presentatievorm van de nieuwe klimaatscenario's wekte in het bijzonder mijn interesse. Wat mij opviel rond klimaatadaptatie was de sterke nadruk op de natuur. Zo werden voorbeelden getoond van onbebouwde oevers en mangrovebossen, in plaats van bijvoorbeeld de Deltawerken. Deze benadering erkent de waarde van diversiteit in aanpak, breekt met techno-optimisme en toont dat het hier gaat om een wereldwijd probleem in plaats van een dat bij onze landsgrenzen ophoudt.

Sabine Niederer

Voorstellingen van veranderend klimaat

‘Binnen het lectoraat Visual Methodologies richten we ons op het ontwikkelen van visuele en participatieve methoden voor onder andere klimaatonderzoek. Onze focus ligt op het begrijpen van hoe mensen zich een veranderend klimaat voorstellen en welke toekomstbeelden zich daarbij voordoen. Zijn die apocalyptisch en angstig van aard of niet? Hoe zien hoopvolle toekomstvoorstellingen eruit? Met participatieve methoden (waarmee je mensen actief betrekt als mede-onderzoekers) kun je daar vragen aan toevoegen, zoals welke toekomst mensen zich zouden wensen, wat dit zou betekenen voor hun leefomgeving en die van anderen, en wat ervoor nodig zou zijn om die toekomst te realiseren.’

Klimaatverbeelding

‘In ons lectoraat is klimaatverbeelding een van de centrale thema’s, vooral met betrekking tot zeespiegelstijging, waarvoor docenten, studenten, onderzoekers, kunstenaars en ontwerpers belangrijke samenwerkingspartners zijn. We hebben een consortium opgebouwd met onder meer de Gerrit Rietveld Academie, Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, Tolhuistuin en het Instituut voor Beeld en Geluid, om de gevolgen van zeespiegelstijging vanuit meerdere perspectieven te belichten en deze tastbaar maken voor een breed publiek.’