Servicemonteurs op de vrachtfiets: vier aanbevelingen

‘Betrokkenheid van servicemonteur is essentieel voor de transitie naar uitstootvrij’

3 jun 2022 10:00 | Kenniscentrum Techniek

Het is begin 2021 als de Hogeschool van Amsterdam (HvA) een Learning Community opricht rond het thema zero-emissie servicelogistiek. Tijdens online bijeenkomsten wisselen professionals, studenten, docenten en onderzoekers kennis uit over dit onderwerp. Daarnaast koppelt de Learning Community bedrijven aan studenten. Een van die studenten is Casper Prinsen, die via zijn opleiding Toegepaste Psychologie in contact komt met Royal HaskoningDHV. Voor dit internationale advies- en ingenieursbureau duikt hij in de wereld van de servicelogistiek. Hoe kan de bereidheid van servicemonteurs worden vergroot om in zero-emissie zones met een vrachtfiets te rijden? In dit artikel deelt hij vier aanbevelingen.

Eigenlijk was hij helemaal niet bezig met de wereld van de stadslogistiek, vertelt Casper. Niet zo vreemd, want op het eerste gezicht lijkt het onderwerp ver af te staan van de studie Toegepaste Psychologie, die hij vorig jaar afrondde. Toch kon hij met zijn kennis van gedragsverandering juist een waardevolle bijdrage leveren aan de logistiek. ‘In het Klimaatplan 2021-2030 stuurt de Nederlandse overheid aan op een CO2-afname van 55% in 2030’, legt hij uit. ‘Een van de manieren om dat doel te bereiken, is het instellen van zero-emissiezones vanaf 2025. Dat zijn gebieden in 30 tot 40 grotere Nederlandse gemeenten waar alleen voertuigen zonder CO2-uitstoot welkom zijn. Daarbij speelt ook kennis uit de psychologie een rol, want in de transitie naar zero-emissie stadslogistiek is het essentieel dat mensen de overstap naar uitstootvrije vervoersmiddelen omarmen.’

Bestelbus uit, vrachtfiets op

Via de Learning Community van de HvA over zero-emissie servicelogistiek vond Casper een oproep van Royal HaskoningDHV, dat overheden en bedrijven adviseert over slimme en duurzame (stads)logistiek. Hoe kan de veranderingsbereidheid onder servicemonteurs worden vergroot om in zero-emissiezones met een vrachtfiets te rijden? Dat was de vraag die Casper in opdracht van het advies- en ingenieursbureau besloot te onderzoeken. ‘Ik heb de scope bewust beperkt tot servicebedrijven, zoals internet- en energieleveranciers, elektriciens, loodgieters en glazenwassers’, vertelt hij. ‘Onderzoek van de HvA wijst namelijk uit dat een kwart van de bestelauto’s in de stad afkomstig is van dergelijke bedrijven. Dat betekent dat in de servicelogistiek veel winst te behalen valt bij het verlagen van de CO2-uitstoot en het realiseren van zero-emissiezones.’

Willen, kunnen en moeten veranderen

Voor zijn onderzoek maakte Casper gebruik van het DINAMO-model. Dat model stelt dat, om veranderingsbereidheid te verhogen, mensen aan drie voorwaarden moeten voldoen. Ze willen veranderen, kunnen veranderen, en hebben het gevoel dat ze moeten veranderen. Aan de hand van dit model interviewde hij monteurs van een servicebedrijf waar nog niet met de vrachtfiets wordt gewerkt, en van een bedrijf waar dit al wel gebeurt, om hun ervaringen te vergelijken. Zo kwam hij tot vier aanbevelingen om het draagvlak onder servicemonteurs te vergroten om te gaan rijden met een vrachtfiets.

Servicemonteurs op de vrachtfiets: vier aanbevelingen

Hoewel in zijn onderzoek de vrachtfiets centraal staat, betekent dat volgens Casper niet dat we ons moeten blindstaren op dat vervoersmiddel. ‘Het is absoluut een goede vorm van duurzaam vervoer, onder meer vanwege de wendbaarheid, laadcapaciteit en parkeermogelijkheid. Maar er zijn ook andere goede uitstootvrije opties, zoals licht elektrische (vracht)voertuigen (LEVV). Mijn aanbevelingen gelden net zo goed voor die vervoersmiddelen. Maar welke vorm je ook kiest: betrek monteurs altijd bij de keuze van het voertuig. Alleen zo creëer je het draagvlak dat nodig is om verandering op gang te brengen.’

1. Communiceer over de externe noodzaak van de verandering

Tijdens de interviews die Casper met monteurs hield, bleek dat ze zich vaak nog niet bewust zijn van de ontwikkelingen rondom zero-emissiezones in grote steden in Nederland. ‘Door ze mee te nemen in deze aankomende veranderingen, wordt duidelijk welke impact dit heeft op de bedrijfsvoering en waarom de organisatie juist nu moet overstappen op duurzaam vervoer, om in 2025 niet voor verassingen komen te staan.’

2. Creëer ambassadeurs voor de vrachtfiets binnen een bedrijf

Uit het onderzoek bleek dat monteurs weinig interne druk ervaren om te moeten veranderen. ‘Dat komt deels omdat hun leidinggevenden het nut en meerwaarde van de verandering niet uitdragen,’ licht Casper toe. ‘Zo lang directie en managers zich niet profileren als ambassadeurs van de vrachtfiets of andere LEVV’s, krijgt de gewenste verandering geen vaste voet aan de grond.’

3. Schets een visie over de meerwaarde van de vrachtfiets voor de organisatie en monteur

Door hun kleine omvang zijn vrachtfietsen wendbaarder dan bestelauto’s, nemen ze minder ruimte in beslag en kunnen ze dicht bij de deur van de klant worden geparkeerd. Dit zorgt ervoor dat monteurs in drukke binnensteden minder tijd kwijt zijn aan het zoeken naar een parkeerplaats of minder ver hoeven te lopen naar de klant. Casper: ‘Om ervoor te zorgen dat monteurs de overstap naar de vrachtfiets willen maken, is het belangrijk dat je de meerwaarde voor henzelf en de organisatie uiteenzet. Bijvoorbeeld door het benoemen van voordelen, en belangrijker nog, het laten ervaren van die voordelen in de praktijk.’

4. Ontwikkel een pilot en betrek monteurs daarbij

Na het schetsen van de voordelen van duurzaam vervoer op papier, is het volgens Casper essentieel dat monteurs de voordelen ook zelf middels een pilot kunnen ervaren. ‘Het is heel belangrijk om dat samen met monteurs te doen. Zo laat je als organisatie zien dat je hen als expert serieus neemt en geef je ze de kans om waardevolle feedback te geven. Dat kan dus ook betekenen dat het uiteindelijk geen vrachtfiets wordt, maar een andere vorm van uitstootvrij vervoer, als zij daar meer in zien.’

In vaste dienst

Naast een mooi afstudeercijfer hield Casper overigens nóg iets bijzonders over aan zijn onderzoek: een baan. Inmiddels is hij namelijk fulltime in dienst bij Royal HaskoningDHV. Daar werkt hij aan de implementatie van zero-emissie zones, slimme toepassingen voor de logistiek in Zuid-Nederland, verkeersveiligheid, de vrachtfiets en andere LEVV’s. ‘Ik heb deze baan zeker mede aan de HvA te danken’, zegt hij. ‘Zonder de samenwerking tussen mijn opleiding en de Learning Community over zero-emissie servicelogistiek had ik hier nu niet gezeten. Ook merk ik dat ik nog steeds veel van het gedachtengoed van de HvA meeneem in mijn werk. Ik ben dus heel blij met alles wat dit me heeft gebracht!’

Meer lezen