Voorbereid op stage

Op de opleiding word je goed voorbereid op de stages. Je oefent vaardigheden, zoals het geven van injecties en het geven van sondevoeding. Ook leer je gesprekken met patiënten en mantelzorgers te voeren, bijvoorbeeld hoe je slecht nieuws met een patiënt kunt bespreken. In de theorievakken leer je over ziekte en behandeling (medische kennis), hoe je kunt bepalen welke zorg een patiënt nodig heeft (klinisch redeneren), en hoe je mensen kunt helpen gezonder te leven (psychologie).

Stage jaar 1, 2 en 3

De opleiding biedt variatie in de stages, waardoor je breed wordt opgeleid met een mogelijkheid tot specialisatie. Waar je stageloopt wordt geregeld door de opleiding. In het eerste jaar krijg je een vijfweekse beroepsoriëntatie en in jaar 2 en 3 een stage. De eerste drie jaar loop je, in willekeurige volgorde, de volgende beroepsoriëntaties/ stages:

• Een stage met verpleegkundige beroepsomgeving met kortdurende zorg en zorgcontacten (ziekenhuis)
• Een stage met langdurige zorg en zorgcontacten (thuiszorg of verpleeghuis)
• Een stage waarin de geestelijke gezondheidszorg centraal staat.

Stage jaar 4

In het vierde leerjaar krijg je de mogelijkheid om een eigen voorkeur voor een stage op te geven. De opleiding spant zich maximaal in om dit te realiseren.