Jaar 2: ziektebeelden, interne aandoeningen en juniorstage

Jaar 2 bestaat uit semester 3 en 4. Semester 3 staat in het teken van fysiotherapeutisch handelen bij de meest voorkomende neurologische ziektebeelden. Semester 4 richt zich op de meest voorkomende interne aandoeningen zoals ademhalingsstoornissen, hart- en vaatziekten, diabetes en kanker.

Je leert welke meetinstrumenten je kunt gebruiken voor besluitvorming in het behandelproces. Je gaat verder met je ontwikkeling in klinisch redeneren en het onderbouwen vanuit recente wetenschappelijke ontwikkelingen. In het tweede jaar doe je ook ervaring op in de praktijk tijdens een juniorstage van 8 weken.

Jaar 3: minor en stage

Het derde studiejaar staat in het teken van je minor en je eerste seniorstage van 20 weken. Naast de seniorstage volg je in het derde jaar een minor. Een minor is een keuzeprogramma van 30 studiepunten en duurt een half jaar. Hiermee verbreed of verdiep je je kennis. Je kunt een minor binnen of buiten de HvA volgen. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor de minor Zorgtechnologie, Kinderen, Arbeid en Gezondheid of de Engelstalige minor Global Health. 

Jaar 4: afstuderen

Jaar 4 staat in het teken van afstuderen. Je maakt een bachelorthesis groepsopdracht met een innovatie-opdracht. Daarnaast toon je tijdens een stage van 20 weken aan dat je op hbo-niveau kunt werken.

De bachelorthesis in jaar 4 is vergelijkbaar met het schrijven van een scriptie. Je doet hiervoor bijvoorbeeld literatuuronderzoek, maar je thesis kan ook andere vormen hebben. Je ontwikkelt bijvoorbeeld een beweegprogramma voor kinderen met overgewicht voor een fysiotherapiepraktijk.