Literatuur en burgerschap
Hoe kan literatuuronderwijs een instrument zijn voor burgerschapsvorming?
ProjectIn de hedendaagse multiculturele en grootstedelijke omgeving is het belangrijk om burgerschapskwaliteiten te ontwikkelen. Literatuuronderwijs heeft veel potentie om bij te dragen aan de ontwikkeling van dit burgerschap. Dit project presenteert een methode en praktisch materiaal om taaldocenten te ondersteunen en waar ze mee kunnen oefenen.
Doel van dit project
De moderne burger heeft het niet gemakkelijk in een tijd van multiculturalisme, maatschappelijke polarisatie, radicalisering, ‘nepnieuws’ en informatiebubbels. Het is de taak van het onderwijs om de jonge generaties zo goed mogelijk voor te bereiden op deze wereld.
Sinds 2006 is de burgerschapseducatie daarom onderdeel van het middelbare- schoolcurriculum geworden, maar sindsdien is dit onderwijs nauwelijks uitgewerkt. Dit project wil de burgerschapseducatie een kwaliteitsimpuls geven door burgerschapsvorming tot een leerdoel van het literatuuronderwijs in de lerarenopleiding te maken.
Innovatief in dit project is dat het burgerschapsdoelen integreert in de literatuurlessen, en niet uitsluitend in maatschappijleer of projectonderwijs. Docenten kunnen hiermee essentiële burgerschapskwaliteiten oefenen en grootstedelijke problematiek verkennen. Doelgroep zijn zowel vo-taaldocenten, in onder- en bovenbouw, als studenten van de talenlerarenopleidingen.
Resultaat van het project
Het project bestaat uit twee onderdelen. Eerst wordt een pilotproject uitgevoerd op school waarin docenten gebruik maken van het ontwikkelde lesmateriaal. Op basis van hun ervaringen wordt lesmateriaal waar nodig aangepast. In het tweede onderdeel van het project wordt feedback verzameld en worden klankbordbesprekingen georganiseerd. Al het materiaal wordt verwerkt in een handreiking.
Deze handreiking bevat een inleidend hoofdstuk met uitleg over de gekozen benadering en hoe die zich onderscheidt van de bestaande benaderingen. Daarna volgt een uitleg van en instructie in de toegepaste methodiek met veel praktische voorbeelden voor onder- en bovenbouw. Bovendien worden ondersteunende workshops ontwikkeld. Het biedt taaldocenten lesmateriaal en leerdoelen om een doorlopende literatuurlijn op te zetten, waardoor de vaak aanwezige kloof tussen onder- en bovenbouw gedicht kan worden.
Wie zijn bij het project betrokken?
Het project wordt uitgevoerd door Dr. P. Moeyes en Dr. Vincent Hernot, Drs. Maartje Visser en Martijn Koek MA.

P. Moeijes
Ga naar detailpagina
V.F. Hernot
Ga naar detailpagina-
Martijn Koek MA