In jaar 1 maak je kennis met een aantal kernthema’s van het schoolvak Nederlands zoals Jeugdliteratuur, Creatief taalgebruik en Taalwetenschap en leer je de basisbeginselen van de Vakdidactiek. Ook sta je vanaf het tweede semester bij een van onze opleidingsscholen voor de klas en geef je er een aantal lessen.

In jaar 2 start je met de hoofdfase. Je verdiept je verder in de Nederlandse taal en cultuur. Je volgt vakken als Spreken en Luisteren, Vakdidactiek Communicatie en Nederlands als tweede taal, en je leert bijvoorbeeld dat je poëzie ook op straat tegen kunt komen. Nu loop je het hele jaar stage. Je ontdekt hoe leerlingen leren en welke rol je als leraar in dat leren vervult.

In jaar 3 leer je onder andere hoe je omgaat met verschillen tussen leerlingen in de klas. Je volgt ook een minor: een keuzeprogramma van een halfjaar waarin je je kennis en vaardigheden verbreedt of verdiept.

In jaar 4 studeer je af. Je rondt je studie af met een uitgebreide stage waarin je zelfstandig voor de klas staat en alle aspecten van het leraarschap tegenkomt. Ook werk je aan onderzoek, gericht op de lespraktijk.