Logo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpaginaLogo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpagina
Onderzoeksresultaat

Hoe de student beter voorbereid zijn studie start

Publicatie - mei 2025

De stap naar het hoger onderwijs is voor veel jongeren best groot. Een aantal instellingen biedt een overbruggingsprogramma. Hoe bereidt Tune in eerstegeneratiestudenten voor op de studie?

Wat is impact zomerbrugprogramma?

Een aantal hogeronderwijsinstellingen biedt aankomende studenten voor de start van de studie een vrijwillig overbruggingsprogramma. Er zijn twee varianten van zo’n programma: een onderwijssociologische benadering gericht op academisch kapitaal en een psychologische benadering gericht op studievaardigheden. Onder leiding van docentonderzoeker Lieve de Coninck en associate lector Izaak Dekker, onderzocht een onderzoeksteam samen met medewerkers van Studentzaken de impact van deze varianten voor eerstegeneratiestudenten. 

Zomerbrugprogramma voor soepele start

De overgang naar het hoger onderwijs is voor veel instellingen een thema. Studenten kunnen vanuit allerlei verschillende regio’s, vooropleidingen en thuisachtergronden het hoger onderwijs instromen. De diversiteit van instromende studenten is daardoor vaak groot. Het kan voor opleidingen moeilijk zijn goed aansluiting te bieden op alle verschillende startposities en vormen van voorbereiding. Een van de manieren waarop instellingen die aansluiting proberen te bevorderen is door zogeheten zomerbrugprogramma’s aan te bieden. Doel van deze programma is om studenten vóór de poort voor te bereiden en een soepele start te geven in het hoger onderwijs. 

Positieve evaluaties, maar werkt het?  

Jaarlijks melden zich bij de HvA ongeveer 250 studenten voor Tune In aan. De studentevaluaties waren tot nu toe telkens erg positief. Het was dus duidelijk dat deelnemers het programma waarderen, maar nog niet in beeld was wat het hen opleverde in de studie en hoe dat werkte. Het was ook nog de vraag of het programma doorwerkt op uitval en behaalde studiepunten. Daarom organiseerden Lieve de Coninck, docentonderzoeker bij het lectoraat kansrijke schoolloopbanen en Izaak Dekker, associate lector didactiek en curriculumontwikkeling in het hoger onderwijs in samenwerking met de dienst Studentzaken een impactstudie. Izaak: "Om betrouwbaar iets te kunnen zeggen over de effecten, is een controlegroep nodig van vergelijkbare studenten die het programma niet volgen. En ook om inzicht te krijgen in hoe het programma inwerkt op de aansluiting met de nieuwe onderwijsomgeving hadden we vergelijkingsmateriaal nodig. Daarom ontwikkelden we naast het reguliere Tune In-programma gebaseerd op kapitaaltheorie een alternatieve versie gebaseerd een andere theorie." Een willekeurige helft van de 250 studenten die zich in 2024 aanmeldden, werd in het alternatieve programma ingedeeld. Daarnaast volgden we een controlegroep van 161 eerstegeneratiestudenten die aan geen van de programma’s deelnam." Zie voor een uitgebreide beschrijving van de methoden dit onderzoeksrapport(opent in nieuw venster).  

Het psychologische programma leidde tot significant meer zelfvertrouwen, geloof dat inzet loont én kennis over effectieve studietechnieken. Het sociologische programma had een positief effect op de opvattingen of inzet loont bij eerstegeneratiestudenten, maar juist een nadelig effect op de niet-eerstegeneratiestudenten.

Inzichten evaluatie-onderzoek

De onderzoekers kwamen tot de volgende inzichten. Alle ondervraagde studenten hadden een grote behoefte aan oriëntatie met betrekking tot locatie en mensen. Beide programma’s voldeden aan deze behoefte en hadden daarnaast inhoudspecifieke deeleffecten, waarbij lidmaatschap van de doelgroep – in dit geval wel of geen eerstegeneratie – van belang was. Het psychologische programma leidde tot significant meer zelfvertrouwen, geloof dat inzet loont en kennis over effectieve studietechnieken. Het sociologische programma had een positief effect op de opvattingen of inzet loont bij eerstegeneratiestudenten, maar juist een nadelig effect op de niet-eerstegeneratiestudenten. 

Deelnemers hebben verschillende behoeften

Er waren onder deelnemers, naast de breed gedeelde generieke wens tot oriëntatie, ook wisselende behoeften: een deel wilde vooral een leuk programma waar men mensen ontmoet, waar anderen gericht informatie zochten en (studie)vaardigheden wilden opdoen. De meeste mentale energie van studenten ging tijdens de zomerbrugprogramma’s naar de nieuwe omgeving en mensen. Desondanks bleek het mogelijk om de studenten inhoudelijk wat mee te geven, wat bij het psychologische programma het meest duidelijk terug te zien was in de uitkomsten. Het etiket ‘eerstegeneratiestudent’ werd door de studenten op veel verschillende manieren geïnterpreteerd en was niet eenduidig. De impact van een zomerbrugprogramma is daarom ook afhankelijk van de beoogde doelgroep en hoe deze wordt aangesproken. Het zou een optie kunnen zijn om een overbruggingsprogramma generiek in te steken en binnen het programma te differentiëren tussen eerstegeneratiestudenten en andere deelnemers.  

Meer over lectoraat Kansrijke Schoolloopbanen in een diverse stad
Meer over het onderzoek van Izaak Dekker