Logo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpaginaLogo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpagina
Nieuws

Een dynamische schooldag voor ieder kind

beweegtussendoortje in klaslokaal dynamische schooldag

Vanuit de gymzaal tot op het schoolplein. Vanuit de klas tot in de wijk. De Amsterdamse alliantie - de Gemeente Amsterdam, de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en de Amsterdamse schoolbesturen - bouwt sinds 2020 met 5 ambities planmatig aan een stevige basis om bewegen op een speelse en blijvende manier te integreren in het basisonderwijs. Vanuit de derde ambitie worden alle Amsterdamse basisscholen ondersteund bij het (gefaseerd) invoeren van een dynamische schooldag op maat.

‘Een Dynamische Schooldag is een schooldag waarin zittend leren elke 30 tot 45 minuten wordt onderbroken met een beweegmoment om even het hoofd leeg te maken’, start Kick Koenders, opleidingsdocent ALO en Pabo-ALO bij de HvA. ‘In wijken waar kinderen überhaupt weinig bewegen, is het streven dat kinderen tijdens een schooldag een uur matig tot intensief bewegen, zoals de beweegrichtlijn voorschrijft. Waarom het zo belangrijk is dat alle Amsterdamse basisscholen werken naar een Dynamische Schooldag op maat? Nagenoeg alle Nederlandse kinderen gaan naar school. School is dus dé plek om hen te bereiken en regelmatig bewegen vanzelfsprekend onderdeel van hun dag te maken.’

Gedegen aanpak nodig

Of er door Amsterdamse kinderen voldoende wordt bewogen? ‘Nee, helaas nog niet’, antwoordt Gertjan Dol, beleidsadviseur op de afdeling Sport en Bewegen van de gemeente Amsterdam. ‘Veel Amsterdamse kinderen halen de genoemde beweegrichtlijn nog niet. In stedelijke omgevingen halen veel kinderen de beweegrichtlijn niet door een combinatie van fysieke, sociale en praktische belemmeringen. Buitenruimte is soms schaars, verkeer druk en ouders en/of kinderen vinden speelplekken niet altijd veilig of toegankelijk. Daarnaast is sport niet voor alle gezinnen financieel haalbaar, of ontbreekt het aan praktische support of bekendheid met het aanbod.'

Dol: 'Kinderen krijgen thuis niet altijd de stimulans om mee te doen, of ouders weten simpelweg niet waar ze terechtkunnen. Als gemeente proberen we hierop in te spelen door dagelijks bewegen vanzelfsprekend en laagdrempelig maken, zowel tijdens als na schooltijd. School is een prachtige plek om gezond beweeggedrag al vroeg aan te leren. De Dynamische Schooldag is hiervoor een mooi middel. Daarmee kom je tot een schoolrooster waarin tussen het leren door regelmatig een fijn speel- of beweegmoment wordt gepland. Zodat je na een korte break vervolgens weer fris aan het volgende lesonderdeel begint. Maar om veranderingen structureel door te voeren, is een gedegen aanpak nodig. En daar komt de HvA om de hoek kijken met haar kennis en kunde.’

Laagdrempelige begeleiding

Koenders: ‘Op de meeste Amsterdamse basisscholen worden de verplichte 2 keer per week 45 minuten bewegingsonderwijs al aangeboden in alle klassen. Daarnaast ligt de focus veelal op de cognitieve vakken, zoals rekenen, spelling en lezen. Leerkrachten voelen niet altijd ruimte om meer te bewegen tijdens de schooldag, maar ze ervaren al snel de positieve effecten op de taakgerichtheid en het gedrag in de klas. Maar hoe borg je dit in je onderwijssysteem? Daarvoor hebben we vanuit de HvA een 3-jarig begeleidingstraject ontwikkeld, waarmee we scholen op maat ondersteunen bij de invoering van de Dynamische Schooldag.

In het eerste jaar stelt de school een ontwerpgroep samen die een voortrekkersrol vervult bij het ontwerpen en invoeren van de Dynamische Schooldag. Met onze ondersteuning komen zij tot een visie en een implementatieplan. In jaar 2 ligt de nadruk op het verhogen van de kwaliteit van de aangeboden beweegmomenten en in jaar 3 op de borging van de Dynamische Schooldag binnen de betreffende school. De gemeente Amsterdam financiert het 3-jarige traject, zodat de drempel om in te stappen zo laag mogelijk is. In samenwerking met andere hogescholen brengen we deze ontwikkeling landelijk verder.’

Van gym tot BioS-les

Vakleerkracht bewegingsonderwijs en netwerkcoördinator Marjolein Ruhl bevindt zich met haar school – de 7e Montessorischool in Amsterdam Nieuw-West - in het derde jaar van het begeleidingstraject richting de Dynamische Schooldag. ‘Zo’n 5 jaar geleden startten we op onze school al met het idee om meer beweegmomenten te organiseren voor onze leerlingen. Waarom? Ik zag dat kinderen bewegen prettig vinden, maar gedurende de dag hangend in de stoel met de laatste concentratie de lesstof tot zich wilden nemen. Daar wilde ik een oplossing op bedenken. Met een collega experimenteerde ik op een aantal scholen van Stichting Westelijke Tuinsteden (STWT) met verschillende beweegmomenten. Van het een kwam het ander en in 2022 startten we met de invoering van de Dynamische Schooldag in samenwerking met de HvA en de gemeente.

Wat er inmiddels veranderd is bij ons op school? Groepsleerkrachten zetten meer beweegtussendoortjes in, waardoor kinderen minder lang achtereen zitten. Ik verzorg naast mijn lessen in de gymzaal op verschillende momenten in de week BioS-lessen (BioS staat voor Bewegen in en om School, red.), waarvoor groepsleerkrachten zich kunnen inschrijven met (een deel van) hun klas. Tijdens een BioS-les ga ik met een groep naar buiten en verzorg een spel of activiteit. Ook hebben we een beweeghoekje in de gymzaal waar kinderen tussendoor naartoe kunnen. Afgelopen week had ik hier jongleerballen klaargelegd. Met een paar korte tips lukte het de kinderen deze goed te gebruiken. Naderhand kwamen ze vragen of ze de ballen ook tijdens het buitenspelen mochten gebruiken. Dat effect wil je bereiken.’

Structurele samenwerking

Natuurlijk zijn er ook struikelblokken. Ruhl: ‘Binnen het Montessorionderwijs werken kinderen iedere dag een periode van 3 uur ononderbroken aan een taak. Dit leidt tot diepere concentratie of intensieve samenwerking. Maar hoe combineer je dit met de principes van de Dynamische Schooldag? Daar hebben we lang over gebrainstormd met medewerkers van de gemeente en de HvA. Uiteindelijk besloten we dat bewegen ook gezien kan worden als werkje.’

Koenders: ‘We borgen de Dynamische Schooldag door de inzet van BioS-teams. De vakleerkracht bewegingsonderwijs werkt samen met een mbo-opgeleide sport- en beweegprofessional in de coördinatie en uitvoering van de Dynamische Schooldag. Ook bijvoorbeeld bewegen voor peuters, voor ouders en voor medewerkers kan georganiseerd worden door dit team, in samenwerking met wijkpartners. De gemeente Amsterdam denkt bij de opzet van zo’n nieuw initiatief heel constructief mee over structurele financiering, zodat we niet afhankelijk worden van subsidies.’

Gezonde leefstijl

Natuurlijk betekenen praktijkveranderingen ook een en ander voor het onderwijs aan de HvA. Koenders: ‘De rol van vakleerkrachten bewegingsonderwijs verandert. Aankomende professionals in mbo en hbo proberen we hier van meet af aan op voor te bereiden met ons onderwijs aan de ALO, de Pabo-ALO en het mbo. Zo startten we onlangs bijvoorbeeld de nieuwe minor ‘Bewegen in en om de School’, werken we aan dubbele kwalificaties in het mbo (bijvoorbeeld pedagogisch medewerker én medewerker sport & bewegen) en zorgen we voor goede doorstroommogelijkheden van mbo naar hbo.

Of de professionals tevreden zijn met de huidige samenwerking? Ruhl: ‘Zeker. De HvA helpt ons enorm als we struikelblokken tegenkomen. De gemeente zet bewegen in en om school op de politieke agenda. Met een op jonge leeftijd aangeleerde gezonde leefstijl, kunnen we fysieke problemen en hoge zorgkosten op de lange termijn deels voorkomen. Maar het belangrijkste is natuurlijk dat kinderen graag naar school gaan én zich lekker in hun vel voelen. En daar draagt regelmatig bewegen aan bij.’

De 5 ambities van de Amsterdamse Alliantie

1. Het bewegingsonderwijs wordt van hoge kwaliteit, door structurele professionalisering en een sterk netwerk van vakleerkrachten LO.
2. Elke school gaat werken met de Ondersteuningsroute Bewegen en Motoriek, zodat ieder kind passend aanbod en zorg krijgt.
3. Scholen werken stapsgewijs aan een Dynamische Schooldag op maat, waarbij ieder kind elk half uur het zitten onderbreekt met een beweegmoment.
4. ALO en Pabo-ALO studenten worden opgeleid in een rijke leeromgeving waarin stagescholen en de ALO samenwerken.
5. Onderzoeksprojecten van het lectoraat Bewegen in en om School dragen bij aan de gezamenlijke missie.