Get off the phone

We komen steeds meer te weten over de nadelige fysieke en mentale gevolgen van telefoongebruik en toch besteden we gemiddeld zo’n 5,5 uur op onze telefoon. Vierdejaars studenten Commerciële Economie Tijmen Hoogvliet, Stanley Zuurbier, Pepijn van Varik, Pepijn Fecken en Sem van Altena vragen aandacht voor compulsief scrollgedrag met hun campagne ‘Get off the phone’.

Er wordt meer en meer bekend over de negatieve invloed van telefoongebruik op onze mentale en zelfs fysieke gesteldheid. Zo wordt overmatig smartphonegebruik gelinkt aan stress, slaapproblemen en zelfs tekenen van depressie. Naast deze mentale klachten komen ook fysieke klachten zoals de ‘iPad-schouder’ en de ‘Whatsapp-vinger’ steeds vaker voor. Inmiddels is de telefoon op middelbare scholen zelfs niet meer welkom in het klaslokaal, vanwege de negatieve invloed op de prestaties van leerlingen. Uit een eerder onderzoek kwam naar voren dat leerlingen die hun telefoon niet mee mochten nemen in het klaslokaal substantieel hoger scoren dan leerlingen die dit wel mochten. Ondanks dat we meer te weten komen over de negatieve invloed van compulsief smartphonegebruik, zien wetenschappers een toename in schermtijd onder jongeren.

Met de campagne ‘Get off the phone’ moet er meer aandacht komen voor het oneindige scrollgedrag van jongeren. De platformen Instagram en TikTok, die bekend staan om hun verslavende karakter, worden ingezet om de gebruikers juist bewust te maken van het overmatige scrollgedrag. Door ‘viral’ sounds en sjablonen te gebruiken komen de video’s sneller naar voren in de tijdlijn van social media gebruikers. De inspanningen zijn opgepakt door meerdere influencers en hebben in korte tijd daardoor veel mensen kunnen bereiken.

Door middel van de campagne hopen we mensen bewust te maken van compulsief scrollgedrag en hoe dit hun productiviteit, mentale en fysieke gesteldheid beïnvloed. Leg je telefoon eens weg en denk na over hoe je telefoongebruik jouw leven beïnvloedt, oftwel: Get off the phone!

Gepubliceerd door  Afdeling Communicatie 2 februari 2024