Logo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpaginaLogo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpagina

Jaar 2, 3 en 4

In jaar 2 van Ergotherapie: leerroute IPZ start je met een introductie van 2 weken. Net als in jaar 1 ga je in jaar 2 in teamverband aan de slag met vraagstukken uit de praktijk. Na 1,5 jaar kies je in overleg met je leercoach of je definitief doorgaat met Ergotherapie: leerroute IPZ of dat je switcht naar Fysiotherapie: leerroute IPZ of Oefentherapie: leerroute IPZ.

Jaar 2: aan de slag met vraagstukken en stage

Tijdens het eerste semester van jaar 2 werk je met jouw projectgroep aan vraagstukken in de praktijk. In het tweede semester van jaar 2 start je met je stage en werk je aan een vraagstuk dat past bij het door jouw gekozen beroep. 

Voorbeelden vraagstukken

  • Maak een interventieplan voor een kind met een spierziekte zodat het mee kan doen op school.
  • Bedenk samen met dementerende ouderen leuke activiteiten voor het verzorgingshuis waarin zij wonen. 
  • Denk mee met medewerkers van een organisatie hoe zij hun thuiswerkplek zo optimaal mogelijk kunnen inrichten.

In het tweede semester van jaar 2 verdiep je je verder in het beroep van de ergotherapeut en wat dit betekent voor jouw persoonlijke en professionele ontwikkeling. Op de campus krijg je allerlei vakken die je nodig hebt voor je beroep. Ook ga je elke week een dag aan de slag in een echte werksituatie. Daar leer je hoe je goed kunt uitleggen wat je doet en waarom je dat doet. Dit noemen we vakinhoudelijk onderbouwen.

Je verdiept je aan de hand van project- en praktijkopdrachten verder in het beroep van de ergotherapeut en de complexe vraagstukken waar je later in je werk mee te maken krijgt. Je behandelt bijvoorbeeld de onderwerpen mantelzorg, kinderen met een beperking en ouderen na een beroerte.     

Thema’s voor ontwikkelen theorie- en vaardigheden

Voor het leren en werken in een beroepspraktijk heb je theoretische kennis en praktische vaardigheden nodig. Je ontwikkelt kennis en vaardigheden op de volgende thema’s:

  • Ergotherapie
  • Neurologie
  • Psychologie
  • Anatomie
  • Kinesiologie
  • Sociologie

Je gaat weer in groepsverband aan de slag met de vraagstukken en word begeleid door je leercoach en opdrachtgever. Denk aan projecten met ouderen, basisschoolkinderen, vluchtelingen, mensen met psychische problemen of wijkgerichte projecten waar je al deze doelgroepen tegenkomt. Het doel is dat je kennis maakt met de doelgroepen waarmee ergotherapeuten werken en dat je jouw kennis meteen kunt toepassen in de praktijk. Het uitwerken van de vraagstukken levert je veel informatie op over de ontwikkeling die je doormaakt naar het beroep van ergotherapeut. De feedback die je krijgt op de opdrachten gebruik je voor jouw eigen ontwikkeling.

Jaar 3: stage

In jaar 3 van de opleiding volg je een stage van 20 weken bij een praktijkadres onder begeleiding van 1 of meer ergotherapeuten. Je loopt bijvoorbeeld stage bij een revalidatiecentrum, verpleeghuis, zelfstandig werkende ergotherapeut, in een leer-werkbedrijf of in de wijk. De opleiding heeft diverse stageplekken beschikbaar. Naast je stage heb je ook tijd nodig voor zelfstudie en stagebegeleiding op de campus. Gemiddeld neem je deel aan 7 tot 8 stagebijeenkomsten onder begeleiding van een docent. Tussendoor organiseer je met je stagegroep een aantal netwerkbijeenkomsten.

Jaar 3: minor

In jaar 3 volg je een minor van 20 weken. Een minor is een keuzeprogramma van 30 studiepunten en duurt een half jaar. Hiermee verbreed of verdiep je je kennis. Je kunt een minor binnen of buiten de HvA volgen. Kies bijvoorbeeld de minor Zorgtechnologie, Kinderen of Arbeid en Gezondheid. Of volg een Engelstalige minor zoals Global Health. De minor premaster Health Sciences geeft je de mogelijkheid om sneller door te stromen naar de master Gezondheidswetenschappen (VU), de master Evidence Based Practice (Amsterdam UMC) of de European Master of Science in Occupational Therapy (HvA).

Jaar 4: afstudeerproject- en stage

Afstudeerproject

Tijdens het afstudeerproject werk je aan een vraagstuk uit de beroepspraktijk over een onderwerp dat jou interesseert. Dit doe je bijvoorbeeld in opdracht van een zorgorganisatie of voor de onderzoeksgroep van onze opleiding. Allerlei soorten projecten komen aan bod. Denk aan een interventie, verbeterplan, ondernemingsplan, adviesrapport of onderzoeksverslag. 

Afstudeerstage

In jaar 4 loop je 20 weken stage bij een praktijkorganisatie waarmee de opleiding samenwerkt. Dit doe je 32 tot 36 uur per week. Je wordt begeleid door 1 of meerdere ergotherapeuten óf door een begeleider die bekend is met ergotherapie. Denk aan een Wmo-afdeling bij een gemeente, een wijkorganisatie of een bedrijf. Tijdens deze stageperiode ontwikkel je je richting het niveau van een beginnend collega ergotherapeut.

Naast de direct cliëntgerichte activiteiten houd je je bezig met evidence based werken en zorgdragen voor kwaliteit. Je organiseert jouw (zelf)studieactiviteiten binnen deze stageperiode en bezoekt ongeveer 7 stagebijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten krijg je van een docent en werk je samen met collega ergotherapeuten in opleiding.