Logo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpaginaLogo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpagina

Onderwijs- en Innovatieplein

Stappenplan: Hoe geef je activerend onderwijs?

Onderstaand stappenplan helpt je vorm te geven aan jouw activerende onderwijs. In het stappenplan staan tips en suggesties om jouw studenten te activeren.

Stap 1. Activeren voorkennis

Voorafgaand aan de bijeenkomst (asynchroon)

  • Laat studenten een foto maken, een artikel, een social mediapost zoeken over het onderwerp en laat dit inleveren in Brightspace.
  • Laat studenten een online quiz maken om te peilen wat studenten al weten.

Tijdens de bijeenkomst (synchroon)

  • Wek aan het begin van de sessie de interesse en nieuwsgierigheid van de student over dit onderwerp op. Doe dit met een controversiële uitspraak, een ‘real-world’ voorbeeld, iets uit het recente nieuws…
  • Bespreek de voorbereiding met een poll met stellingen op basis van de antwoorden van de studenten.
  • Verzamel de voorkennis van studenten over het onderwerp via een (online) brainstorm. Het geeft je ook een goed idee van waar je studenten staan.
  • Besteed aandacht in de les aan metacognitieve vaardigheden. Door modelling geef je als docent aan waar studenten nu staan op basis van hun voorkennis en waar ze zouden moeten zijn aan het einde van de les.
  • Besteed aandacht in de les aan regulatieve vaardigheden. Relateer hetgeen wat behandeld gaat worden in de les aan het grotere geheel (waarvoor moet een student dit leren in het werkveld)

Stap 2. Nieuwe kennis en vaardigheden verwerven

Voorafgaand aan de bijeenkomst (asynchroon)

  • Laat studenten een kennisclip bekijken met daarin vragen en opdrachten.
  • Geef verwerkingsopdrachten in Brightspace bij een artikel, podcast of video

Tijdens een bijeenkomst (synchroon)

  • Sneeuwballen, als je een te grote groep hebt om iedereen in een interactieve discussie te betrekken: geef de studenten een probleem en wat tijd om individueel na te denken en een oplossing op te schrijven. Laat ze daarna in twee-/drietallen hun antwoorden vergelijken, maak daarna vier-/zestallen. Laat één student van het groepje plenair terugkoppelen wat er besproken is. Geef duidelijke instructies en een tijdsindicatie mee.
  • Gebruik dezelfde quiz of dezelfde opdracht aan het begin (of tijdens de voorbereiding) en aan het einde van het college. Zo krijgen studenten meteen de feedback dat ze iets nieuws hebben geleerd.

Stap 3. Kennis verwerken (cognitief)

Voorafgaand aan de bijeenkomst (asynchroon)

  • Laat studenten in een online discussiefora (bv in Brightspace of MS-teams) op basis van stellingen samen hun kennis verdiepen. Wijs de rol van moderator toe aan een student die de discussie modereert en vragen die blijven liggen doorstuurt naar de docent.
  • Laat studenten tentamenvragen verzinnen over het onderwerp inclusief kernwoorden voor de beoordeling.
  • Laat studenten gezamenlijk een mindmap maken van de kennis in de module (voorbeeld met Microsoft Whiteboard).

Tijdens een bijeenkomst (synchroon)

  • Maak gebruik van chunking bij het geven van informatie en theorie.
  • Verander elke 4-6 min de input, jij bent als docent niet de entertainer. Stel bijv. vragen aan studenten, laat hen iets voorbereiden, maak gebruik van gastsprekers of filmpjes.

Stap 4. Toepassen verworven kennis en vaardigheden

Voorafgaand aan de bijeenkomst (asynchroon)

  • Laat studenten in tweetallen hun nieuw vaardigheid filmen en elkaar feedback geven.
  • Laat studenten individueel opdrachten maken en elkaar daarna peer-feedback geven aan de hand van de beoordelingsrubric voor de module.
  • Geef uitgewerkt voorbeelden nadat een student een opdracht heeft ingeleverd zodat hij zijn eigen werk kan controleren.

Tijdens een (online) bijeenkomst (synchroon)

  • Organiseer in elke les de gelegenheid voor studenten om contact te maken, om vragen te stellen, ideeën te opperen. Duurt een (online) les bijv. 50 minuten, stel dan 10 minuten daarvan beschikbaar voor het ‘echte’ contact.
  • Geef tijdens de bijeenkomst een demonstratie of praktijkvoorbeeld waarin de complexiteit van de werkpraktijk helder wordt. Laat studenten hun nieuwe kennis toepassen om een oplossing voor het praktijkprobleem of een uitwerking van een opdracht maken.
  • Maak gebruik van individuele en groepspraktijkopdrachten of simulaties, geef vooraf expliciete instructie, zodat studenten deze goed begrijpen, voordat zij deze uitwerken. Geef daarbij de verwachtingen van de uitwerking van opdrachten.
  • Laat studenten in groepjes elkaar helpen en van feedback voor zien aan hand van de rubric.
  • Maak gebruik van activerende werkvormen om de opdrachten uit te werken, zie Activitool.
  • Bespreek de uitwerking van de opdrachten, zodat er een verbinding tussen de leeractiviteiten ontstaat.
  • Bied gestructureerde begeleiding aan zowel individuele als groepen studenten en geef veel narratieve feedback gedurende het leerproces.
Terug naar: Activerend onderwijs