Nieuwe editie Grondslagen van ergotherapie

23 feb 2023 13:08 | Urban Vitality

Grondslagen van ergotherapie. Hét naslagwerk over ergotherapie voor studenten en professionals in Nederland en Vlaanderen. Afgelopen maand werd de zesde editie van het boek gepresenteerd op verschillende hogescholen in Nederland en België. Lector Margo van Hartingsveldt is een van de redactieleden van deze uitgave. Vijf docent-onderzoekers van het lectoraat Ergotherapie - Participatie en Omgeving van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) schreven mee aan een aantal hoofdstukken. Er werden aanpassingen gedaan in taalgebruik. Maatschappelijke thema’s, zoals diversiteit en duurzaamheid, werden meer uitgewerkt. En heel fijn voor studenten: door de nieuwe opbouw en schrijfstijl is de inhoud een stuk toegankelijker.

Margo van Hartingsveldt

Sinds de eerste druk – in 1998 – wordt Grondslagen van ergotherapie gebruikt als studieboek op de opleidingen Ergotherapie in Nederland en Vlaanderen’, vertelt Margo van Hartingsveldt. Van Hartingsveldt is ergotherapeut, opleidingsmanager Ergotherapie, Oefentherapie en Interprofessioneel Paramedische Zorg en lector Ergotherapie – Participatie en Omgeving. ‘Waarom dit boek zo’n belangrijk naslagwerk is? Het is hét standaardwerk over ergotherapie en de professie van de ergotherapeut in Nederland en Vlaanderen.’

Actuele inhoud

De inhoud van een studieboek moet natuurlijk zo actueel mogelijk zijn. Van Hartingsveldt: ‘Sinds de vijfde druk in 2017 is er veel veranderd in de maatschappij, in zorg en welzijn, in onderwijs en onderzoek én in ons vakgebied. Daarom ligt het zwaartepunt op andere thema’s in deze editie. Er is altijd een hoofdstuk geweest over diversiteit en inclusie, maar het maatschappelijke debat hierover nam in de afgelopen jaren een vlucht. We schrijven nu bijvoorbeeld voor het eerst over (institutioneel) racisme. Ons beroep wordt veelal uitgeoefend door witte vrouwen en is ontwikkeld vanuit het Westerse denken. Willen we meer met andere groepen mensen werken, dan is het belangrijk om onze modellen en werkwijze aan te passen. Daarbij is het goed om je als therapeut te realiseren dat niet iedereen dezelfde gezondheidsvaardigheden heeft. Hoe ga je daarmee om? En hoe zorg je ervoor dat je toegankelijk en vindbaar bent?

Ook duurzaamheid is een nieuw topic. Hoe voer je een verantwoorde praktijk? Welke materialen gebruik je? Ondersteun je duurzame activiteiten van de cliënt? En pak je tijdens je werk de auto of de fiets? Verder gaan we meer in op de gelijkwaardige relatie tussen de ergotherapeut en de persoon. In de eerste druk werd nog geschreven over de therapeut die doelen stelt. In deze editie schrijven we over het belang van zelfregie, vertrouwen en een gelijkwaardige relatie.’

Ander taalgebruik

Naast aanpassingen op inhoud werden er ook veranderingen doorgevoerd in taalgebruik. Van Hartingsveldt: ‘Voorheen spraken we bijvoorbeeld altijd over een cliënt. Dit beschrijft slechts een rol van de persoon. Tegenwoordig hebben we het over persoonsgerichte zorg. Daarom kozen we in deze nieuwe editie voor het woord ‘persoon’ als aanspreektitel.’

Ook de term ‘gemeenschapsgericht werken’ is nieuw. ‘In de vorige druk gebruikten we ‘populatiegericht werken’. Maar een populatie is heel groot. Ons werkveld bestrijkt eerder een wijk of een buurt, en gaat dus meer over een gemeenschap. Vandaar deze wijziging.

Een volgende aanpassing betreft ons werkveld. Als ergotherapeut zijn we gericht op het dagelijks handelen van mensen. We ondersteunen het zelfstandig uitvoeren van activiteiten. Zowel in de thuissituatie als buitenshuis. Voorheen gebruikten we ‘het handelen’ voor alle verrichtingen. We spreken nu over ‘het dagelijks handelen’ en ‘het uitvoeren van activiteiten’.

Om het boek zo goed mogelijk te laten aansluiten bij deze tijd, schreven we genderneutraal. Niet: ‘hij/zij’, maar: ‘de persoon en diens systeem’.’

Nederlands-Vlaamse co-creatie

Aan het boek schreven 45 auteurs mee uit Nederland en Vlaanderen. Onder hen 5 collega’s van de HvA: Soemitro Poerbodipoero, Debbie Kramer, Margriet Pol, Sanne Pellegrom en Mieke Borst. Ook Van Hartingsveldt schreef mee. Daarnaast vormde ze met een Nederlandse en Vlaamse collega de redactie. Ondersteund door een Nederlands-Vlaamse klankbordgroep - bestaande uit vertegenwoordigers uit de praktijk, het onderwijs en het onderzoek - en een studentenpanel met studenten van alle opleidingen uit beide landen.

Van Hartingsveldt: ‘Grondslagen van ergotherapie wordt in Vlaanderen meer verkocht dan in Nederland. Toch werd voorheen vooral uitgegaan van de Nederlandse situatie. Deze verschilt behoorlijk van de Vlaamse. Zo werken in Vlaanderen veel meer ergotherapeuten in de psychiatrie. In Nederland werken we veel vanuit de eerste lijn. Bovendien ligt het aantal ergotherapeuten in Vlaanderen relatief een stuk hoger dan in Nederland. In Vlaanderen zijn er 107 ergotherapeuten op 100.000 mensen, in Nederland zijn dat er 32. Tijd dus voor een grotere nadruk op de Vlaamse situatie. Zodat vernieuwde kennis aansluit bij de praktijk in beide landen.’

Mooiste beroep van de wereld

Vanaf schooljaar 2023-2024 wordt de nieuwe editie van het boek gebruikt op alle Nederlandse en Vlaamse opleidingen Ergotherapie. Van Hartingsveldt: ‘We kregen van studenten vaak terug dat zij het boek te dik en moeilijk leesbaar vonden. Ze leerden er niet graag uit. Daarom zijn de hoofdstukken in de nieuwe editie anders van opbouw. Elk hoofdstuk kent een basisdeel. Daarin staan basiskennis en -ontwikkelingen in eenvoudig taalgebruik beschreven. In het verdiepende deel gaan de auteurs dieper in op de materie. Door een streng maximaal aantal woorden per hoofdstuk zijn we 120 pagina’s ingedikt.’

De voorgaande editie van het boek werd vertaald in het Duits. Mogelijk gebeurt dat ook met de nieuwe uitgave. Hoe lang het boek weer meekan? Van Hartingsveldt: ‘Zeker tot de volgende editie, over 6 jaar. We zullen dan ongetwijfeld weer nieuwe kennis toevoegen. Bijvoorbeeld over technologische ontwikkelingen, digitale mogelijkheden en handelen tijdens een klimaatcrisis of pandemie. Voor nu hoop ik dat het boek studenten inspireert. Om zoveel mogelijk te leren over het, in mijn ogen, mooiste beroep van de wereld.’