Leefstijlinterventie voor mensen met verstandelijke beperking

17 jan 2023 14:16 | Urban Vitality

Onvoldoende beweging en ongezonde(re) voedingsgewoonten. Voor mensen met een verstandelijke beperking is een gebalanceerde leefstijl niet vanzelfsprekend. Daardoor lopen zij eerder risico op gezondheidsproblemen. Begeleiding bij het ontwikkelen en behouden van verantwoorde gewoonten vraagt bij deze doelgroep om een speciale aanpak. Zorgprofessionals moeten rekening houden met het individu, hun netwerk én het beleid van de betrokken zorginstelling. Onlangs ontvingen de Hanzehogeschool Groningen, de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en het Erasmus MC - met een breed consortium - een RAAK-PRO subsidie van € 700.000 euro van Regieorgaan SIA. De komende 4 jaar ontwikkelen zij vanuit het onderzoeksproject LEEV! een gepersonaliseerde leefstijlinterventie voor mensen met een verstandelijke beperking.

Bas Valentin

‘In Nederland wonen zo’n 440.000 mensen met een verstandelijke beperking’, vertelt Bas Valentin. ‘Naast hun verstandelijke beperking kampen zij vaak met andere beperkingen. Ze zijn bijvoorbeeld minder mobiel en zelfredzaam. Voor het ondernemen van activiteiten hebben zij daardoor vaak ondersteuning nodig vanuit hun omgeving. Dat maakt het voor hen lastiger om te voldoen aan de geldende voeding- en beweegrichtlijnen.

De kwaliteit van voeding van mensen met een verstandelijke beperking is geregeld onvolwaardig. We zien vaak dat ze te veel of juist te weinig calorieën tot zich nemen en onvoldoende groenten, fruit, vezels, micronutriënten en eiwit binnenkrijgen. Terwijl zij te veel suiker en verzadigde vetten eten. Maaltijden moeten voor deze doelgroep vooral lekker, gezellig en makkelijk zijn. Ze begrijpen, door hun verstandelijke beperking, vaak onvoldoende het belang van gezonde voeding. Hiervoor zijn ze afhankelijk van hun begeleiders en ouders.’

Hoger risico op gezondheidsproblemen

Valentin is diëtist en klinisch epidemioloog. Hij werkt als docent-onderzoeker bij het lectoraat Voeding en Beweging van de HvA. Sinds oktober 2022 is hij als promovendus betrokken bij het onderzoeksproject LEEV! ‘Hun ongezonde leefstijl geeft mensen met een verstandelijke beperking een hoger risico op gezondheidsproblemen en vroegtijdig overlijden. Zo blijkt uit onderzoek dat de fitheid van 50-jarigen met een verstandelijke beperking vergelijkbaar is met die van 70/80-jarigen uit de algemene bevolking. Deze lage fitheid wordt gerelateerd aan een hoger risico op beperkingen in het dagelijks leven en vroegtijdig overlijden.

Ook hebben mensen met een verstandelijke beperking eerder last van het vroegtijdig verlies van spiermassa en spierkracht (sarcopenie). Tot slot zijn ze vaak kwetsbaarder. De kwetsbaarheid van een 50-jarige met een verstandelijke beperking is ongeveer gelijk aan die van een 75-jarige zonder verstandelijke beperking.’

Aansluiten bij behoeften

Er bestaat nog geen complete leefstijlinterventie, toegespitst op mensen met een verstandelijke beperking. Valentin: ‘Hoe dat komt? Het is een complexe en heterogene doelgroep om een interventie voor te ontwikkelen. Er is een holistische benadering nodig om daar recht aan te doen. De mate van verstandelijke beperking varieert van licht tot zeer ernstig. Daarbij komt vaak nog aanvullende problematiek. Verder heeft deze doelgroep ondersteuning nodig van de begeleiding vanuit hun netwerk en de zorginstelling. Je hebt dus een interventie nodig die rekening houdt met het individu - bijvoorbeeld met de mate van de verstandelijke beperking en bijkomende problematiek - én inspeelt op de kennis van het netwerk en het beleid van de zorginstelling.

Met ons onderzoeksproject willen we een gepersonaliseerde leefstijlinterventie ontwikkelen, gericht op bewegen en voeding. Die zorgprofessionals ondersteunt in de begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking richting gezonde(re) beweeg- en voedingsgewoonten. Dit doen we natuurlijk niet alleen. We werken nauw samen met de Hanzehogeschool Groningen (penvoerder van het project) en het Erasmus MC Rotterdam. Daarnaast betrekken we diverse partners: van zorginstellingen tot belangenverenigingen en zorgverzekeraars. Ons onderzoek vindt grotendeels plaats in zorginstellingen. Zo hopen we nauw aan te sluiten bij de wensen en behoeften uit de praktijk.’

Van meetmethode tot omgevingsscan

Het onderzoekstraject LEEV! bestaat grofweg uit 3 fasen. Valentin: ‘Afgelopen najaar startten de 4 betrokken promovendi met literatuur- en inventarisatieonderzoek. Welke interventies bestaan er al? Welke meetmethoden worden ingezet? En welke handvatten zijn er om gepersonaliseerde zorg samen te stellen? Ik richt me momenteel op het inventariseren van meetinstrumenten die worden ingezet bij mensen met een verstandelijke beperking. Hoe meten we bijvoorbeeld hun lichaamssamenstelling en voedingsinname? En zijn deze methoden uitvoerbaar, betrouwbaar en valide?

Een collega-promovendus van de Hanzehogeschool in Groningen onderzoekt door een expertbevraging wat bevorderende en belemmerende factoren zijn voor zorgverleners bij de begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking. Een andere collega-promovendus voert een omgevingsscan uit bij zorginstellingen. Welke hulpbronnen zijn er op locatie om te ondersteunen in gezonde voeding en fysiek activiteit? En waar worstelen organisaties mee in de praktijk? Aan de hand van de uitkomsten van deze eerste onderzoeksfase ontwikkelen we een interventiematrix, met tools en meetmethoden afgestemd op de kenmerken van het individu.’

Optimale gezondheid

Na de opzet van de interventiematrix toetst de onderzoeksgroep in het tweede onderzoeksjaar met een pilot of de opgedane informatie aansluit bij de praktijk. Valentin: ‘Aan de hand van onze bevindingen stellen we vervolgens een gepersonaliseerde leefstijlinterventie samen voor de doelgroep. Deze wordt gedurende de laatste 2 jaar in verschillende zorginstellingen getest op effectiviteit en toepasbaarheid.

Waar Valentin op hoopt? ‘Op een interventie die haalbaar is in de praktijk, die begeleiders ondersteunt en waar deelnemers met plezier aan meedoen. Maar die ook praktisch en financieel passend is voor zorginstellingen. Ik hoop op een leefstijlinterventie die naadloos aansluit bij hun processen en beleid én die vergoed wordt vanuit de Zorgverzekeringswet (ZVW) of de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Zodat er een holistische visie en werkwijze ontstaan, die uiteindelijk resulteren in een optimale gezondheid van mensen met een verstandelijke beperking.’