Logo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpaginaLogo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpagina

Hbo-vaardigheden

Om succesvol te kunnen studeren in het hbo moet je als student beschikken over een heel aantal vaardigheden. In de literatuur is over deze studievaardigheden in de loop der jaren veel geschreven.

Samen met collega’s en studenten uit het vo en mbo heeft de Hogeschool van Amsterdam verschillende onderzoeken en opsommingen naast elkaar gelegd en teruggebracht tot een zevental cruciale hbo-vaardigheden: vaardigheden die iedere student in het begin van het eerste jaar van het hbo in enige mate nodig heeft.

Met deze 7 vaardigheden als basis zijn hulpmiddelen en materialen ontwikkeld voor vo-leerlingen en mbo-studenten waarmee zij zich kunnen oriënteren op/kennis kunnen maken met het hbo, een reëel beeld kunnen vormen van de manier van werken op het hbo, kunnen oefenen met hbo-startvaardigheden en kennis kunnen nemen van hulpbronnen. Dit kunnen zij zelfstandig doen, óf als onderdeel van de vooropleiding.

1. Plannen en zelfstandig werken

De student:

  • levert prestaties en producten die voldoen aan gestelde eisen
  • toont verantwoordelijkheid voor resultaten van eigen werk en studie
  • zoekt uit wat er gedaan moet worden en maakt planning
  • toont initiatief en probleemoplossend vermogen
  • kan omgaan met afleiders en stress
  • komt afspraken na met anderen en met zichzelf

2. Actief luisteren en lezen

De student:  

  • leest en verwerkt lange(re) stukken tekst actief 
  • beschikt over voldoende woordenschat
  • onderscheidt feiten, meningen, argumenten en hoofd- en bijzaken 
  • maakt aantekeningen en vat samen
  • kiest de juiste leesaanpak 
  • reflecteert op het proces

3. Analyseren

De student: 

  • analyseert informatie systematisch en correct
  • legt verband tussen praktijk en theorie
  • ontleedt het probleem, verbindt informatie uit verschillende bronnen 
  • kan feiten en meningen en hoofd- en bijzaken scheiden
  • kan de keuze voor gehanteerde analysemethoden beargumenteren 
  • trekt logische conclusies uit verzamelde (cijfermatige) informatie 

4. Onderzoeken

De student:

  • stelt zich onderzoekend op en voert onderzoek systematisch en uit
  • verkent het onderwerp en verkent diverse bronnen
  • formuleert de probleemstelling en daarvan afgeleide deelvragen
  • zoekt en analyseert informatie (zie ook analyseren)
  • stelt onderzoeksplan op
  • ordent informatie op basis van relevantie, samenhang en betrouwbaarheid 
  • onderbouwt keuzes
  • reflecteert op het onderzoek en geeft aanbevelingen voor vervolgonderzoek

5. Projectmatig werken

De student:

  • werkt samen (of individueel) aan een projectopdracht en komt tot resultaten
  • maakt werkafspraken over taakverdeling, planning, deadlines, eindproduct, evaluatie en presentatie (zie ook plannen en zelfstandig werken)
  • maakt plan van aanpak met projectgroep (of voor een individuele opdracht)
  • luistert naar anderen, staat open voor andermans inbreng en kan omgaan met meningsverschillen
  • neemt actief deel en draagt met ideeën bij aan het eindproduct, de evaluatie en (eind)presentatie
  • geeft en ontvangt feedback op gedrag en (tussen)resultaten
  • houdt zich aan afspraken en neemt verantwoordelijkheid voor het werkproces

6. Doeltreffend schrijven en spreken

De student :

  • past taalgebruik aan tekstsoort en publiek aan
  • zorgt voor heldere structuur en samenhang in de tekst
  • communiceert in nagenoeg correct Nederlands
  • pakt schrijf- en spreekopdrachten systematisch en georganiseerd aan
  • citeert en parafraseert correct en hanteert bronvermelding (bijvoorbeeld met APA-normen)

7. Reflecteren en zelfsturen

De student: 

  • reflecteert op eigen gedrag en behaalde resultaten en geeft sturing aan zijn (loopbaan)ontwikkeling 
  • kijkt kritisch naar eigen gedrag, concrete ervaringen en resultaten
  • geeft en ontvangt feedback
  • heeft inzicht in eigen kwaliteiten, interesse en motieven*
  • formuleert vervolgstappen voor het sturen van de eigen (loopbaan)ontwikkeling*
  • zet het eigen netwerk in, regelt ondersteuning en vindt eigen weg*
  • heeft een beeld van opleidingen- en beroepenveld en eigen loopbaanwensen*
  • neemt de verantwoordelijkheid voor en heeft vertrouwen in eigen keuzes

*de 5 loopbaancompetenties van Marinka Kuipers