Logo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpaginaLogo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpagina
Onderzoeksresultaat

De verkorting van het minnelijk traject

Rapport, 2025

cover verkorting minnelijk traject

Het lectoraat Armoede Interventies van de Hogeschool van Amsterdam heeft in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een evaluatie uitgevoerd naar de gevolgen van de verkorting van de minnelijke schuldregeling van 36 maanden naar 18 maanden. Het lectoraat onderzocht de gevolgen van deze verkorting in de (beroeps)praktijk, vanuit het perspectief van de inwoner, de uitvoerders en de schuldeisers.

Resultaten

Gevolgen voor inwoners

De resultaten laten zien dat zowel inwoners, uitvoerders en schuldeisers onderkennen dat de halvering zorgt voor sneller perspectief op een schuldenvrije toekomst en dit wordt als (zeer) positief ervaren. Inwoners voelen meer energie en meer motivatie om het traject goed af te leggen en over de toekomst na te denken, al is nog niet gebleken dat dit leidt tot minder uitval gedurende het traject. De verkorting lijkt vooralsnog weinig tot geen effect te hebben op de instroom in minnelijke regelingen of op de aanvraag van dwangakkoorden: op basis van de monitoringscijfers is niet eenduidig te concluderen of de instroom in minnelijke tra­jecten veranderd is ten opzichte van voor de verkorting, als gevolg van de verkorting.

Gevolgen voor uitvoerders

Na enige initiële weerstand bij schuldeisers toen de halvering net van kracht was, zien uitvoerders geen verschil meer in de medewerking van schuldeisers. Wel geven sommige uitvoerders aan dat het overleg en de onderhandeling met schuldeisers hun meer tijd en inspanning kost. Deze ervaring wordt beïnvloed door de invoering van de schuldregeling zonder afloscapaciteit die per 1 juli 2024 van kracht is: met name de combinatie van het nulaanbod en de halvering, en daarmee de stapeling van wijzigingen, veroorzaakt dat uitvoerders aangeven meer tijd kwijt te zijn.

Overige gevolgen

Er zijn een aantal zorgen die naar voren komen als gevolg van de verkorting: een gevoel van onrechtvaardigheid leeft bij sommige uitvoerders ten opzichte van de groep mensen met een hoge afloscapaciteit voor wie de schuld met de huidige berekening geen problematische schuld is. Zij moeten wel 36 maanden (of langer) aflossen, terwijl ze ook op een bestaansminimum moeten leven. Daarnaast geeft een deel van de uitvoerders aan de 18 maanden te kort te vinden voor gedragsverandering. Een ander deel van de uitvoerders geeft aan het hier niet mee eens te zijn. Zij benadrukken dat men­sen vaak al lange tijd in een financiële uitzichtloze situatie zitten voordat zij zich aanmelden voor hulp en het al die tijd zelf hebben geprobeerd op te lossen. Ook schuldeisers uiten allen in verschillende mate hun zorg over een gebrek aan financiële begelei­ding en nazorg en mogelijke recidive tot gevolg.

In het rapport staan de uitgebreide bevindingen, vanuit het perspectief van de inwoner, de uitvoerders en de schuldeisers.

Download het rapport

Kabinetsreactie

Naar aanleiding van het onderzoek is onderstaande kabinetsreactie opgesteld. 

Kabinetsreactie onderzoek verkorting minnelijke schuldregelingen en Wet schuldsanering natuurlijke personen
(opent in nieuw venster)