Tekenen helpt leerlingen bij praten over de toekomst

Wat gaat er allemaal om in het hoofd van leerlingen? Samen met twee docenten ontwierp Tessa de Leur een verbeeldingsopdracht die gericht is op denken over de toekomst. "Een krachtig instrument voor leren, want leren begint bij affectie en verbinding met jezelf."
Wat gaat er allemaal om in het hoofd van leerlingen? En kan je dat zichtbaar maken, vroeg Tessa de Leur zich af. Ze is docent-onderzoeker geschiedenis en duurzaamheidseducatie en onderzoekt hoe je leerlingen kunt stimuleren om hun eigen mentale modellen en verborgen kennis zichtbaar te maken. Samen met twee docenten én een vmbo-leerling ontwierp ze een verbeeldingsopdracht die gericht is op denken over de toekomst. “Het erkennen van de beelden die leerlingen hebben en het gesprek erover aangaan, kan eraan bijdragen dat zij zich gezien en gehoord voelen. Een krachtig instrument voor leren, want leren begint bij affectie en verbinding met jezelf.”
Iedereen maakt een eigen beeld van situaties en die beelden beïnvloeden je gedachten. Het is dus zinvol om deze beelden te kennen en te erkennen, wat alleen kan als ze zichtbaar worden. Dat kan bijvoorbeeld met behulp van een schrijf- of een drama-opdracht of door die ideeën te tekenen. Tessa zette het maken van tekeningen eerder in tijdens geschiedenislessen met 3havo-leerlingen. “Door hun eigen ideeën en beelden over het verleden zichtbaar te maken en deze met elkaar en met de docent te bespreken, creëer je haakjes om aan de nieuwe stof te verbinden. En er zitten een heleboel haakjes in die hoofden die we niet gebruiken. Je vraagt dus eigenlijk ‘wat zie jij en wat denk jij?’ om een stapje verder te komen met leren.”
Toekomstgericht onderwijs
Met die ervaring in gedachten ging Tessa op zoek naar mogelijke toepassingen van verbeelden binnen toekomstgericht onderwijs. “Toekomstbeelden van leerlingen kunnen onderling behoorlijk verschillen, afhankelijk van achtergrond en opleidingsniveau. Deze verschillen ontstaan doordat leerlingen verschillende ervaringen, perspectieven en mogelijkheden meenemen in hun beeldvorming over de toekomst. We kwamen uit op twee onderzoeksvragen: hoe kunnen we verbeeldingskracht gebruiken om tot die verborgen kennis door te dringen - in het bijzonder bij leerlingen die in het reguliere voortgezet onderwijs als minder competent worden gezien vanwege hun onderwijsniveau- en daarnaast wilden we weten hoe dat werkt in een co-creatieproces met docenten en een leerling.”
Er zitten een heleboel haakjes in de hoofden van die kinderen die we niet gebruiken.
Ook moest de les vakonafhankelijk worden gemaakt zodat de les overal inzetbaar is. “Denk aan een les Nederlands of Engels en dat je er dan vervolgens een schrijfproduct bijvoegt, bijvoorbeeld een gedicht. Of dat je dit doet in een mentorles en dat het dan vooral gaat over hoe ga je om met boosheid of met verdriet. Of bij de les maatschappijleer waar dan de nadruk misschien meer ligt op jij denkt dit en ik denk dat en hoe kunnen we daarover in gesprek gaan.”, legt Tessa uit.
Het hoeft niet in een museum
Inmiddels heeft Tessa in twee klassen van Daphne, docent geschiedenis op de Yuverta Mavo in Aalsmeer, getest. Tessa: “De band van Daphne met haar leerlingen is goed en ze had de leerlingen voorbereid op deze les. Natuurlijk was er ook wat weerstand op tekenen. Maar als je een heel simpel stokpoppetje op het bord tekent en zegt dat dat het tekenniveau mag zijn, zijn ze gerustgesteld en krijg je heel rijke tekeningen. Het hoeft niet in een museum! De leerwinst zit in het gesprek.”
Door hen te laten vertellen wat ze getekend hebben, kan jij als docent makkelijker doorvragen waardoor je veel meer de diepte in kan gaan.
Daphne gaf de les zelf; Tessa observeerde, samen met Susan, de andere ontwerpende docent. Na het tekenen gaan de leerlingen in duo's met elkaar in gesprek. De docent loopt rond en kan context geven en samenvatten. Daphne: “Na afloop hebben we de leerlingen gevraagd hoe ze het vonden om zo met elkaar in gesprek te gaan over de stof. Ik was trots op de inzet die de leerlingen toonden en zij gaven later aan dat zij een werkvorm of les waarbij zij mogen denken en praten over hun toekomst als leuk en interessant hadden ervaren. De grootste leeropbrengst voor mezelf was dat je op zo'n relatief simpele manier als tekenen, zoveel informatie uit je leerlingen kan halen. Door hen te laten vertellen wat ze getekend hebben, kan jij als docent makkelijker doorvragen waardoor je veel meer de diepte in kan gaan. Daardoor leer je je leerling echt beter kennen en zij voelen zich gehoord en gezien door jou.”
Lessen uit de podcast
Het kan best spannend zijn om zo'n open opdracht een plek te geven in je lessen geeft Tessa aan. Maar het levert ook veel op. Om de resultaten te delen, maakte Tessa een aantal podcastafleveringen voor docenten en voor leraren in opleiding. Tessa: “Eigenlijk geef je de regie uit handen want je weet niet hoe je les verloopt.” Een van de docenten zegt in de podcast: Leerlingen zijn zo gewend om te zoeken naar het goede antwoord. Zeker als je het over de toekomst hebt, moet je als docent juist durven zeggen dat je het antwoord niet weet maar dat je er samen over na gaat denken.”
Startpunt voor maatschappelijke vraagstukken
Daphne heeft er nu al veel van geleerd. “Ik heb het 'laten tekenen' gelijk nog eens gebruikt als het testen van de voorkennis over ons hoofdstuk China. Door de leerlingen te laten tekenen kon ik zien welke kennis, vooroordelen of misconcepties er (al) waren. Een makkelijke, leuke manier om een hoofdstuk mee te beginnen. Maar ook als je de diepte in wilt met je leerlingen. Door hen te laten tekenen over bepaalde maatschappelijke vraagstukken heb je een goed startpunt om daarna het gesprek aan te gaan. Ik blijf deze manier dus zeker gebruiken.”

Luister naar de podcast

Zelf ervaren?
Op 20 juni staan Tessa en haar collega’s op het dak van NEMO tijdens het festival Pluk de Toekomst met 'ToekomstTekeningen' als onderdeel van de Toekomst Tiendaagse. Het programma en tijdstip vind je op de site van NEMO: Het dakplein - NEMO Science Museum(opent in nieuw venster)