Logo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpaginaLogo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpagina
Nieuws

Terugblik workshop Verduurzaming Bedrijventerreinen

Op 12 november organiseerde Centre of Expertise City Net Zero de workshop Verduurzaming Bedrijventerreinen in de Metropoolregio Amsterdam (MRA). Deze verduurzaming van bedrijventerreinen dient prioriteit te worden, omdat er op bedrijventerreinen veel potentie ligt voor CO2 reductie, circulaire afval(verwerkings)stromen en kosten die op voorhand bespaard kunnen worden wanneer er van tevoren wordt nagedacht over klimaatadaptatie (denk bijvoorbeeld aan extreme neerslag of juist extreme hitte vanwege de versteende oppervlaktes). Daarnaast ligt hier een efficiëntieslag die behaald kan worden wanneer hier een strategische organisatiestructuur voor parkmanagement aanwezig is.

Voortvloeiend uit de kennisagenda van City Net Zero over de Verduurzaming van Bedrijventerreinen in de MRA, organiseerde City Net Zero ook deze workshop over dit thema. Onderzoekers van de HvA gingen actief het gesprek aan met praktijkpartners, overheids- en kennisinstellingen over de knelpunten en kansen die er liggen voor directe oplossingen, meer samenwerking en de behoeftes voor nader onderzoek.  

We begonnen met een opening en presentaties van Walther Ploos van Amstel (lector City Logistiek en wetenschappelijk directeur van City Net Zero), gevolgd door Edwin Oskam van de MRA (gemeente Amsterdam) over het perspectief een overheidsinstantie, en door Pieter Dijkmeester van Schiphol Area Development Company (SADC) over hoe zij aankijken op het verduurzamen van bedrijventerreinen, en hun rol als ontwikkelaar. Het plenaire gedeelte werd afgesloten met een panelgesprek waar VNO NCW, KG Parkmanagement en Rabobank aansloten. We gingen hier in op onder meer hun rol in het verduurzamen van bedrijventerreinen, de uitdagingen die zij zien en oplossingen waar ze zich op korte termijn mee bezig zouden willen houden. 

Vervolgens ging de groep uiteen in vier thematische parallelsessies, elk geleid vanuit een vertegenwoordiger vanuit de HvA. 

1.Klimaatadaptatie op bedrijventerreinen  

Gemeenten investeren miljarden in klimaatadaptatie, maar bedrijventerreinen blijven opvallend buiten beeld. Juist deze gebieden – met veel verharding, weinig waterberging en verouderde infrastructuur – zijn het kwetsbaarst voor hitte, droogte en extreme regen. Tegelijk zijn ze cruciaal voor maatschappelijke continuïteit: logistiek, opslag, bevoorrading en noodhulp lopen via deze plekken. Uitval raakt direct de economie en crisisrespons. Bij investeringskeuzes van bedrijven, investeerders en beleggers zijn klimaatrisico’s slechts één van de vele factoren die worden overwogen. En ze zijn tot nu toe zelden doorslaggevend. Gebiedsgerichte samenwerking via parkmanagement en BIZ’en is nodig voor gezamenlijke investeringen in wateropvang, vergroening, klimaatadaptief bouwen en crisisbestendigheid, met actieve ondersteuning van gemeenten en veiligheidsregio’s. Banken betrekken klimaatrisico’s steeds nadrukkelijker bij taxaties en financiering, waardoor niet-adaptief vastgoed in waarde daalt. De oproep: behandel bedrijventerreinen als eerste verdedigingslinie. Wie daar nu niet investeert, neemt onnodige financiële en operationele risico’s. 
 
 Met Janette Bessembinder (HvA/KNMI) als moderator, presenteerde Bas Dijkhuizen (Topsector Logistiek) tijdens deze parallelsessie eerst een rapport over de invloed van klimaatrisico’s op logistiek vastgoed. Daarna ging Bernardina Borra (HvA) in op mogelijke oplossingen over samenwerken aan groenblauwe bedrijventerreinen. Daarna ontstond er interactie over het thema. 

2.Samenwerken in de energie(hubs) 

Over tien jaar zal het Europese wegtransport circa 4 procent van de totale elektriciteitsvraag innemen; bestelauto’s en vrachtwagens zijn samen goed voor de helft daarvan. Intussen groeit de totale elektriciteitsvraag jaarlijks met 2 procent, vooral door gebouwen en industrie. Terwijl in regio’s zoals Noord-Holland het licht op rood lijkt te staan door langdurige wachttijden voor zwaardere aansluitingen, laten logistieke ondernemers zien dat wachten niet nodig is. Bedrijven laten inmiddels zien hoe zij netcongestie oplossen door energie te delen met buren, laadmomenten te verschuiven en batterijen te gebruiken. Sommige bedrijventerreinen werken zelfs volledig autonoom, zonder netaansluiting. Volgens CE Delft bestaan er inmiddels talloze bewezen oplossingen voor netcongestie: collectieve laadpleinen, batterijopslag, slimme meters en non-firm aansluitingen. Vooruitstrevende bedrijven delen ’s nachts stroom en rijden overdag. Energie wordt daarmee een strategisch vraagstuk, dat vraagt om regie en een Chief Energy Officer. De energietransitie is al begonnen; wie rekent, samenwerkt en innoveert, maakt netcongestie tot een probleem van gisteren. 
 
Renee Heller (HvA) opende en modereert, waarna Pieter Bons (HvA) een onderzoek presenteert waarin een prognosemodel (dashboard) wordt ontwikkeld, om de toekomstige elektriciteitsvraag voor elektrische voertuigen op een bedrijventerrein te voorspellen. Daarna presenteerde Rogier Pennings (ROCC) over verschillende oplossingen rondom energie op bedrijventerreinen. Daarna ontstond er interactie over het thema. 

3.Ruimte voor circulariteit 

Experts waarschuwen dat stadslogistiek en de circulaire economie steeds meer ruimte zullen opeisen; volgens PBL-scenario’s mogelijk 40 procent extra in 2050. Toch blijft de ruimtevraag vaak abstract, omdat huidige modellen vooral leunen op oude kengetallen en economische aannames. Wat ontbreekt is een concreet toekomstbeeld: hoe zien klantgedrag, logistieke processen en stedelijke inrichting er straks uit – niet alleen in 2035, maar ook richting 2070?  

Onder leiding van Inge Oskam (HvA) is tijdens deze parallelsessie gekeken naar de aanpak van onder meer het repareren van kleine elektronica zoals huishoudelijk apparatuur en smartphones op bijvoorbeeld een hogeschool of ROC; campus repair. Zo kun je de levensduur verlengen. Jongeren staan open voor repareren, en jongeren kunnen zo leren hoe ze kunnen repareren. De markt vraagt om veel reparatiemedewerkers. Samenwerking met producenten (voor handleiding en reserve-onderdelen) en onderwijsinstellingen is belangrijk. 

Bouwafval was een tweede thema. Dit is de grootste bron van grondstoffenverbruik en afvalproductie in Europa. Hoewel veel landen een 70%-herstelscore halen, wordt het merendeel gestort of verbrand, waardoor kansen voor circulaire economie onbenut blijven. Dit onderzoek identificeert innovatieve praktijken, belemmeringen en randvoorwaarden voor het ontwerpen van stedelijke grondstofcentra (Urban Recycling Centers) in Riga, Tartu, Kavala en Barcelona. Innovaties omvatten recycling en upcycling, groene punten, ruilplatforms, reparatiecafés en selectieve sloop. Belemmeringen en kansen liggen bij overheid, markt en burgers: regelgeving, lokale inbedding, partnerschappen en nieuwe nichemarkten bepalen het succes van Urban Recycling Centers. 

De ruimte voor circulariteit vraagt om inzicht in hoe consumenten en bedrijven omgaan met hergebruik, reparatie, retourstromen en digitale ondersteuning. Daarnaast moeten we bepalen hoe we stedelijke bevoorrading en inzameling organiseren: met pakketkluizen, autoluwe binnensteden, gebundelde stromen en nieuwe rollen voor hubs, repairshops en ambachtscentra. Ook de first en middle mile verdienen aandacht: waar bundelen we goederen, waar ontstaat vraag en hoe sluiten logistiek, data en verdienmodellen op elkaar aan? 

Pas wanneer we per segment begrijpen hoe goederenstromen lopen en wat dat betekent voor ruimte, energie en mobiliteit, kunnen we verstandige keuzes maken. Dat lukt alleen met praktijkkennis en samenwerking tussen bedrijven, overheid en kennisinstellingen. 

4. Rol van parkmanagers / governance  

Een hoge organisatiegraad op bedrijventerreinen is cruciaal voor succesvolle verduurzaming. Veel maatregelen – zoals collectieve energieopwekking, gezamenlijke laadinfrastructuur, waterberging, vergroening of circulaire voorzieningen – vragen om samenwerking tussen bedrijven. Individuele ondernemers kunnen dit meestal niet alleen financieren of organiseren. Een sterk georganiseerde bedrijvenvereniging, parkmanagement of energiecoöperatie kan gezamenlijke belangen behartigen, projecten initiëren en subsidies of vergunningen efficiënter regelen. Daarnaast maakt een goede organisatiegraad het mogelijk om strategische keuzes te maken: waar komt een energiehub, hoe delen we capaciteit, welke infrastructuur is nodig, hoe voorkomen we concurrentie tussen functies? Ook richting gemeente, netbeheerder en provincie biedt een collectieve stem veel meer invloed. 
 
Op terreinen waar ondernemers versnipperd opereren, blijven kansen liggen en vertraagt verduurzaming. Maar waar bedrijven samenwerken, ontstaan schaalvoordelen, wordt investeren aantrekkelijker en kan sneller worden gehandeld. Kortom: zonder sterke organisatiegraad geen toekomstbestendig bedrijventerrein. 
 
Tijdens deze parallelsessie, gingen Eelco van Wijk (HvA), Kees Goedknegt (KG Parkmanagement) en Frank Voorbergen (PHB/SADC) in een interactieve vorm in op de rol van parkmanagement, waar ze tegenaanlopen en hoe parkmanagement gefinancierd kan worden met mogelijke oplossingen. 

Vragen en contact

Afsluitend, wist illustrator Mei-Li Nieuwland de bijeenkomst mooi samen te vatten op haar canvas, wat wij later nog zullen delen met de aanwezigen en toevoegen aan deze pagina.  
 
Benieuwd naar wat er besproken is en of er mogelijkheden zijn voor samenwerking? Neem contact op met Sander Wilmsen, projectleider s.wilmsen@hva.nl.