Logo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpaginaLogo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpagina
Nieuws

Nederlands inburgeringsbeleid gebaseerd op discriminatie

Wij-zij-denken, kolonialiteit en racisme. Het inburgeringsbeleid in Nederland is gebaseerd op discriminerende overtuigingen en aannames, aldus docent-onderzoeker Nadine Blankvoort. Op 17 december promoveert ze op dit onderwerp.

‘We bevinden ons qua politiek in een onrustige tijd’, start Nadine Blankvoort. ‘Er wordt veel gesproken over een asielcrisis en het beperken van de instroom van asielmigranten. Terwijl asielmigranten lang niet de grootste groep migranten vormen; dat doen de arbeidsmigranten, die we hard nodig hebben. Over inburgering horen we bijna niemand meer. Er wordt niet over gepraat, laat staan kritisch naar gekeken.’

Dé Nederlander

Blankvoort is docent-onderzoeker bij het lectoraat Ergotherapie - Participatie en Omgeving. Daarnaast is ze studentbegeleider en geeft ze les in de bacheloropleiding en in de European Master of Science in Occupational Therapy. In 2020 ontving ze een NWO-beurs voor haar promotieonderzoek naar de toonzetting van het Nederlandse inburgeringsprogramma en de aannames waarop dit is gebaseerd.

Blankvoort: ‘Wat zorgwekkend is aan het feit dat het gesprek over inburgering ontbreekt? Het Nederlandse inburgeringsprogramma is zo genormaliseerd, dat we niet meer praten over wat we eigenlijk doen. We hebben met elkaar een programma gecreëerd dat migranten – op basis van koloniale en racistische denkbeelden – neerzet als ‘anders’. Dat zorgt voor een wij-zij-gedachte die diepgeworteld is in de Nederlandse samenleving. Maar waarom moeten migranten zich bewijzen wanneer ze hier willen wonen en werken? Waarom toetsen we hen op hun kennis over de Nederlandse cultuur? Hoe ziet dé Nederlandse cultuur er eigenlijk uit? En wie is dé Nederlander?’

Objectief en efficiënt

Blankvoort startte haar promotieonderzoek met een analyse van de Nederlandse inburgeringsboeken en de boodschap ervan. Vervolgens onderzocht ze hoe de overheid over integratie communiceert naar gemeenten én hoe wetenschappers het wij-zij-denken versterken door hun manier van onderzoek. Ze vertelde erover in 2 eerdere interviews. Blankvoort: ‘Vervolgens onderzocht ik, samen met een andere promovendus, de leerbaarheidstoets: een cognitieve toets die uitsluitsel geeft over de leerbaarheid van migranten en hen te volgen route bij integratie.'

'We wilden de leerbaarheidstoets onderzoeken omdat het een sprekend voorbeeld is van de manier waarop in Nederland gepoogd wordt om van inburgering een objectief en efficiënt traject te maken. De toets wordt dan ook gepromoot als objectieve tool om mensen in te delen in categorieën. Maar dat is het niet. In de plannen van de verschillende partijen die de toets wilden ontwerpen voor de overheid staat bijvoorbeeld dat je leerbaarheid niet op één moment kunt toetsen. Toch schreef de wet voor dat er één toets moest komen, ontwikkeld binnen 6 maanden. Terwijl het valideren van een toets gewoonlijk meerdere jaren kost. Er zijn dus diverse, grote concessies gedaan bij de ontwikkeling van het instrument. Deze zie je nu nergens terug.'

'De leerbaarheidstoets wordt beschouwd als objectief. En mocht de uitkomst niet kloppen? Dan wijt de ontwikkelaar dit aan een verkeerde uitvoering. Overigens geldt ditzelfde voor andere vakgebieden. Ergo-, oefen- en fysiotherapeuten gebruiken ook gestandaardiseerde toetsen om hun cliënten te beoordelen.’

Discriminatie normaliseren

Als laatste onderdeel van haar promotieonderzoek onderzocht Nadine met 2 andere onderzoekers hoe de wetenschap de bestaande ideeën over inburgering en integratie versterkt en reproduceert. ‘We analyseerden bronnen in Nederland, Zwitserland en Europa en zagen dat wetenschap wordt aangegrepen als objectieve oplossing op momenten dat er gesproken wordt over crises. Maar mijn onderzoek toont aan dat wetenschap niet zondermeer objectief ís. We hebben als wetenschappers dus een grote verantwoordelijkheid.

Stel je doet onderzoek naar hoe goed migranten geïntegreerd zijn in de Nederlandse samenleving, dan ga je mee in een stelsel dat gebaseerd is op discriminerende overtuigingen en aannames. Sommige onderzoekers zeggen daarom dat we helemaal geen onderzoek meer moeten doen naar inburgering en integratie. Anderen, waaronder ik, zijn van mening dat het goed is om de aannames achter onze systemen bloot te leggen. Onderzoek doen naar omstreden thema’s levert dus ethische en/of persoonlijke dilemma’s op. Door kritiek te uiten op het Nederlandse inburgeringssysteem, hou ik het deels in stand. Toch denk ik dat het belangrijk is om de pijnpunten zichtbaar te blijven maken. Zodat we discriminatie niet gaan normaliseren.’

Eenzame positie

Blankvoort geeft aan het einde van haar proefschrift dan ook geen aanbevelingen voor de praktijk. ‘Zou ik dat doen, dan draag ik bij aan een systeem waar ik niet achter sta. Dat levert mij een eenzame positie op als wetenschapper waar ik niet direct een oplossing voor heb. Ik heb dan ook geen illusies dat ik de praktijk met mijn proefschrift direct verander. Wél heb ik nagedacht over het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek wanneer je tegen de praktijk bent. Mijns inziens kan dit heel goed door het blootleggen van pijnpunten, zónder oplossingen aan te dragen. Belangrijke informatie voor de ergotherapie waarin we het dagelijks leven van mensen observeren, beoordelen en positief proberen te beïnvloeden.’

'Vanuit Stichting Civic(opent in nieuw venster) (een organisatie die zich inzet voor goede begeleiding van nieuwkomers, red.) probeer ik een fundamenteel ander, positief perspectief over inburgering te promoten. Het kán namelijk wel anders, daarvan ben ik overtuigd.’

Momenteel werkt Blankvoort mee aan onderzoek vanuit het bijzonder lectoraat Participatief Onderzoek voor Gezondheid en Welzijn. Daarnaast schrijft ze een voorstel voor onderzoek naar het waarom achter de extra aandacht die migranten krijgen op gebied van zorg en welzijn. Maar voor ze hiermee verdergaat, verdedigt ze op woensdag 17 december om 16.00 uur haar proefschrift in de Aula van de Universiteit van Maastricht. In aanwezigheid van haar promotor Prof. Dr. Anja Krumeich (Universiteit Maastricht), Dr. Margo van Hartingsveldt (Hogeschool van Amsterdam) en Dr. Debbie Laliberte Rudman (The university of Western Ontario Canada).

Meer weten? Volg Nadine's verdediging op 17 december via livestream op YouTube.

Lees meer over promotieonderzoek Nadine Blankvoort