Centre of Expertise Urban Vitality

Mensen In Beweging activeert met creatieve technologie

1 nov 2021 15:57 | Urban Vitality

Mensen gezonder laten eten en in beweging krijgen en houden. Ondersteund door creatieve technologie. Dit is het doel van Joey van der Bie, onderzoeker bij het thema Mensen In Beweging (MIB) van het Centre of Expertise Urban Vitality (CoE UV). Samen met zijn collega’s werkt hij aan creatieve, technologische praktijkoplossingen die mensen aanspreekt en de zorg efficiënter maakt.

Joey van der Bie

‘Binnen het onderzoeksthema Mensen In Beweging komen drie onderzoeksgroepen samen’, aldus Van der Bie. ‘Voeding, beweging en creatieve technologie. We werken samen in verschillende onderzoeksprojecten, gericht op mensen in beweging krijgen en houden, of gezond(er) laten eten. Technologie is een belangrijk onderdeel. Door de inzet ervan kunnen we de zorg vaak effectiever inrichten. Dat betekent niet minder persoonlijk. Denk aan videobellen. Sommige therapeuten hadden tijdens de coronapandemie opeens veel meer contact met patiënten, omdat hun reistijd bijvoorbeeld verviel.’

Sensortechnologie

Van der Bie startte in 2004 met een hbo-opleiding Informatica in Rotterdam en specialiseerde zich in interactie-ontwerp. ‘Normaliter volg je dat specialisme bij de opleiding Communication & Multimedia Design (CMD)’, lacht hij. Daarna volgde hij een master Mediatechnologie aan de Universiteit Leiden. ‘Ik ben dus opgeleid tot creatief, wetenschappelijk onderzoeker. Tijdens mijn master experimenteerde ik met sensortechnologie en applicaties voor mensen met een visuele beperking.'

'In 2009 bouwde ik een applicatie die brieven kon scannen en voorlezen. De technologie was er al, maar werd nog niet gebruikt. Ik ontwierp een app voor de smartphone. Daarbij verkende ik vooraf wat gebruikers nodig hadden. Helaas maakte ik een klassieke fout: ik bouwde de applicatie voor een Android-telefoon, maar kwam er naderhand achter dat mensen de app niet gebruikten, omdat ze een iPhone hadden. Ik had één behoefte onvoldoende uitgevraagd.’

Na zijn opleiding gaf Van der Bie les aan de Haagse Hogeschool bij de opleiding CMD. Sinds 2013 werkt hij als docent-onderzoeker bij het lectoraat Digital Life van de Hogeschool van Amsterdam (HvA).

Informatie vertalen

Over het belang van technologie bij het ondersteunen van gezondheid is Van der Bie duidelijk. ‘Het faciliteert duurzame gedragsveranderingen. Maar dan moet je de technologie wel heel goed afstemmen op de doelgroep. Een generieke beweegapp, daar zijn er meerdere van. Maar een beweeg-app voor ouderen of gericht op een bodybuilder, die dagelijks traint, is een heel ander verhaal. De interactie van de personen met de app is compleet anders. Terwijl zij wellicht dezelfde oefeningen uitvoeren. We ontwikkelen ook veel technologie voor gebruikers die moeite hebben met de Nederlandse taal. Zij hebben bijvoorbeeld veel meer behoefte aan beeld dan aan taal. De oefeningen vanuit de fysiotherapeut of het dieetadvies vanuit de diëtist kunnen hetzelfde zijn, maar de manier waarop je informatie communiceert varieert enorm.'

Van onderzoek tot uitvoering

Bij het onderzoeksthema MIB heeft Van der Bie afwisselend een coördinerende en uitvoerende functie. ‘Ik schrijf mee aan onderzoeksvoorstellen, coördineer onderzoek en voer een klein deel van het onderzoek zelf uit.’ De belangrijkste projecten waar hij op dit moment aan meewerkt zijn Modulair Online Platform, SO-NUTS en E-ToP.

‘Bij het ontwikkelen van het Modulair Online Platform heb ik een coördinerende functie. Ik stem met de behandelaren en gebruikers af welke behoeften zij hebben. Met de programmeurs bespreek ik welke functionaliteiten zij gaan bouwen. Onze software kunnen onderzoekers in de toekomst bij diverse projecten gebruiken om nieuwe apps te ontwikkelen. Software ontwikkelen is een duur proces. Op deze software kunnen onderzoekers eindeloos doorborduren. Ontwikkelaars kunnen aan meer projecten tegelijk werken. Zij hoeven immers geen nieuwe software te leren kennen.’

Bij de projecten SO-NUTS en E-ToP heeft Van der Bie een uitvoerende én coördinerende rol. ‘Voor beide projecten ontwikkelen we een app, toegespitst op de gebruikers. Bij het eerste project zijn dat mensen die met pensioen gaan. We willen hen ondersteunen een gezond leefpatroon te ontwikkelen of te behouden. De app voor deze groep is gekoppeld aan het Modulair Online Platform. Binnen E-ToP ontwikkelen we een informatieportaal voor ouders van te vroeg geboren kinderen. We willen hen van de juiste informatie voorzien, zodat zij hun kindje goed kunnen begeleiden en niet bij iedere stap afhankelijk zijn van zorgverleners.’

Nuttiger dan labstudies

Het optimaleren van de techniek voor een bepaalde doelgroep, blijft keer op keer een uitdaging. ‘Bij iedere doelgroep spelen andere behoeftes. Daarnaast moeten we als onderzoekers elkaars taal leren spreken en niet te veel jargon gebruiken. Als mijn collega’s uit andere specialismen het over een programma hebben, bedoelen ze een procedure. In ons jargon is het een applicatie.’

De verbinding tussen onderzoek en praktijk is voor Van der Bie het belangrijkste. ‘Pas in de praktijk ontdek je waar mensen behoefte aan hebben. Dat is nuttiger dan een labstudie, waarbij je een prototype ontwikkelt waar mogelijk niemand op zit te wachten. Daarnaast ben ik altijd gericht op het effectiever maken van de zorg, zonder dat dit leidt tot onpersoonlijke begeleiding. Ik ben toegepast wetenschappelijk onderzoek gaan uitvoeren, omdat het mensen helpt in de praktijk. Dat maakt mijn werk boeiend, zinvol en nuttig.’