Sociale steun voor gezinnen in buurten versterken

26 jan 2023 09:00 | Kenniscentrum Maatschappij en Recht

Sociale steun op buurtniveau, van de gemeenschap en van professionals, is belangrijk voor het welzijn van gezinnen. Een positief opvoedklimaat helpt kinderen veilig en gezond te laten opgroeien in hun buurt. UvA en HvA Jeugdzorgonderzoeker Sanne Rumping onderzocht welke factoren van invloed zijn op een positief effect van deze ondersteuningsstructuren. Ook ontwikkelde ze tools voor professionals en opvoeders om het gesprek in de gemeenschap over opvoeden en opgroeien te vergemakkelijken. Op donderdag 2 februari verdedigt Rumping haar proefschrift aan de Universiteit van Amsterdam.

Steeds meer aandacht in beleid, maar gebrekkige vertaling

In het jeugd- en gezinsbeleid is er steeds meer aandacht voor de rol van de gemeenschap in het ondersteunen van gezinnen. Met steun van de omgeving kunnen ouders hun opvoedvaardigheden, en daarmee sociale competenties van hun kinderen, versterken. Het schort alleen bij de vertaling van dit beleid naar concrete acties stelt Rumping. ‘Op informele plekken in de stad, zoals in buurthuizen, scholen of speeltuinen waar professionals werken, is het vaak een uitdaging om structurele sociale steun te realiseren.’ Met haar onderzoek reikt Rumping tools en inzichten aan die hier een impuls aan kunnen geven.

Rumping verrichtte vijf opeenvolgende onderzoeken:

  1. ze verkende het grootstedelijk jeugd- en gezinsbeleid en literatuur over het onderwerp;
  2. ze analyseerde bestaande interventies in buurten;
  3. ze onderzocht interacties in de buurt van ouders en professionals;
  4. & 5. ze ontwikkelde en onderzocht het gebruik van instrumenten voor onderzoek en voor professionals uit het sociaal werk.

Mechanismen die van invloed zijn op succes

Rumping analyseerde een groot aantal interventies op buurtniveau die gericht zijn op het versterken van ondersteunende structuren voor gezinnen, zoals de Vreedzame Wijk of peer-to peer groepen voor ouders. Ze achterhaalt daarmee welke mechanismen positief bijdragen of verandering juist belemmeren. ‘Interventies met een positief effect werden allemaal gekenmerkt door een gezamenlijke productie van de interventie, een positief idee van deelnemers over de interventie-inhoud en frequente bijeenkomsten waarin ouders elkaar beter leren kennen.’ Ook zijn de vaardigheden van professionals om ondersteunende reacties aan deelnemers te kunnen geven belangrijk.

Hoe gemeenschapsleden en professionals hun rol ervaren

Daarnaast onderzocht Rumping hoe gemeenschapsleden en professionals in de buurt hun rol en verantwoordelijkheden ervaren. Hoe stellen zij zich op in interacties met volwassenen en kinderen waarvan zij niet de primaire verzorger zijn? Ze concludeert dat de bereidheid om wel of niet op een situatie te reageren samenhangt met de opvoedstijl van de ouder, het type gedrag van het kind en de locatie in de buurt. ‘We zagen dat ouders vaak wel iets wilden zeggen tegen kinderen van anderen over wat wel en niet mag, of hen wilden helpen. Maar vaak wisten ze niet hoe ze dat moesten aanpakken, of ze durfden het niet.’

Ook blijken professionals zich vaker verantwoordelijk te voelen dan ouders en vrijwilligers, maar reageren zij niet vaker. Het is dus belangrijk ieders rol en verantwoordelijkheid en mogelijke obstakels tot steun goed met elkaar te bespreken, concludeert Rumping.

Bruikbare tools voor de praktijk

Met de informatie uit haar onderzoek ontwikkelde Rumping een tool voor professionals om dialogen in en met de gemeenschap te ondersteunen. De tool bestaat uit een interactieve powerpoint presentatie en een kaartspel die samen met ouders, professionals en vrijwilligers is ontwikkeld.

‘Met 24 praatplaten over herkenbare opvoedsituaties helpt deze tool professionals, ouders en vrijwilligers om op een laagdrempelige manier met elkaar in gesprek te gaan over opvoeden in de buurt.’

Details proefschrift

Sanne Rumping, 2023, ‘Fostering supportive structures for families in the neighbourhood’, promotores: prof. dr. R.G. Fukkink en prof. dr. L. Boendermaker

Tijd en locatie

Donderdag 2 februari. 13.00, Agnietenkapel, Amsterdam

Meer weten over het onderzoek?