Kennisbasis startende leraren

Er is veel onderzoek gedaan naar de ontwikkeling en begeleiding van startende leraren. De kennis die dat onderzoek oplevert is van belang bij het vormgeven van begeleidingstrajecten voor startende leraren in scholen. Ook de samenwerking met scholen bij het ontwikkelen van begeleidingsprogramma’s heeft veel inzichten opgeleverd. Die inzichten zijn op verschillende manieren vastgelegd:

Startende leraren in het po en vo. Goede begeleiding aan het begin van de loopbaan.

Dit boek van Marco Snoek is in maart 2018 verschenen bij Uitgeverij Pica .

Het boek biedt handvatten voor schoolleiders, HRM-staf en coaches van startende leraren bij het ontwikkelen en inrichten van goede begeleidingsprogramma’s voor startende leraren.

Dit boek beschrijft de achtergronden van de problematiek rond startende leraren en de kenmerken van hun ontwikkeling. Daarnaast geeft het boek handvatten voor het ontwerpen en inrichten van goede begeleidingsprogramma’s en voor instrumenten die daarbij ingezet kunnen worden. Tenslotte beschrijft het boek hoe die begeleidingsprogramma’s ingebed kunnen worden in de structuur en de cultuur van de school en welke rol de schoolleider daarbij heeft.

Dit boek is opgebouwd in vier delen:

  • Probleem en aanleiding: Over het beroep van leraar

In dit eerste deel wordt de begeleiding van startende leraren in een bredere context geplaatst. Aandacht voor de startfase van het lerarenberoep is noodzakelijk omdat het beroep gekenmerkt wordt door een abrupte overgang en een sterk isolement. Dat heeft verschillende effecten op leraren, schoolculturen en op de lerarenopleiding.

  • Achtergronden: Over het leren van leraren

Dit deel gaat over een aantal achtergronden ten aanzien van het leren van leraren die van belang zijn bij het ontwerpen van goede begeleidingsprogramma’s voor startende leraren.

Vertrekpunt in het denken over inductieprogramma’s is dat de inductiefase een sleutelfase is in een continuüm van ontwikkeling en groei. Dit komt aan de orde in hoofdstuk 2.
Hoofdstuk 3 benadrukt dat schoolleiders die leraren in dit continuüm willen ondersteunen, aandacht moeten hebben voor de leerbronnen die binnen en buiten de school beschikbaar zijn – ervaring, collega’s en theorie – en zich inzetten voor het effectief gebruiken van die bronnen.
Hoofdstuk 4 gaat over de vraag welke inhouden centraal moeten staan in de begeleiding van startende leraren, vanuit de vraag wat de kenmerken van een goede leraar zijn.
Hoofdstuk 5 gaat tenslotte in op een specifiek aspect van de eisen die aan leraren gesteld worden: het kunnen omgaan met maatschappelijke verwachtingen ten aanzien van het onderwijs en in het bijzonder het functioneren in een multiculturele en stedelijke context.

  • Begeleiding van startende leraren: Ontwerp van een samenhangend curriculum

In dit deel staan de begeleidingsprogramma’s zelf centraal. De inzichten uit deel 2 worden daarbij vertaald naar concrete handvatten voor begeleidingsprogramma’s.
Hoofdstuk 6 staat stil bij de doelen van begeleidingsprogramma’s.
Hoofdstuk 7 gaat in op het globale ontwerp van begeleidingsprogramma’s met als uitgangspunt dat die programma’s een lengte hebben van drie jaar.
Hoofdstuk 8 gaat over op de rol van observatie-instrumenten en belicht een specifiek begeleidingsinstrument: het ICALT observatie-instrument van de Rijksuniversiteit Groningen.
Hoofdstuk 9 legt de nadruk op begeleiding als dialoog. In dat hoofdstuk is ook aandacht voor de Dialoogkaarten van het project Junior Leraar.
Een begeleidingsprogramma waarin leren centraal staat kan niet zonder beoordeling en feedback. Hoofdstuk 10 sluit daarom dit deel daarmee af.

  • Inbedding in de school: Naar een lerende schoolorganisatie

In dit laatste deel wordt de verbinding gemaakt met de schoolorganisatie als geheel.

In hoofdstuk 11 wordt beschreven hoe begeleiding van startende leraren ingebed moet zijn in het strategisch personeelsbeleid van de school. Dat maakt inductieprogramma’s niet alleen een zaak van coaches, maar ook van bestuurders, P&Oers/HRM-ers, directeuren en teamleiders.
In hoofdstuk 12 wordt de lijn van professionele ontwikkeling doorgetrokken naar de periode na de inductie. Daarbij gaat het om loopbaan- en ontwikkelpaden voor leraren binnen scholen en wordt de nadruk gelegd op ondersteuning bij het ingroeien in nieuwe rollen die nieuwe competenties vragen.
Hoofdstuk 13 verbindt inductieprogramma’s met een schoolbrede leercultuur.
Hoofdstuk 14 zoomt tenslotte in op de rol van de schoolleider en biedt daarmee een terugblik op de verschillende hoofdstukken vanuit het perspectief van de rol van de schoolleider.

Goede condities voor Startende Leraren: het waarom en hoe van een goed begeleidingsprogramma.

In ‘Goede condities voor startende leraren. Het waarom en hoe van een goed begeleidingsprogramma’ beschrijft Marco Snoek, lector Leren & Innoveren aan de Hogeschool van Amsterdam, de drie bronnen die het leren kunnen voeden. Het leren vanuit de theorie, het leren van ‘nabije anderen’ en het leren door ervaring. Samen met Brigit van Rossum, senior beleidsmedewerker Onderwijs & Ontwikkeling bij Signum Onderwijs, reflecteert hij op goede condities voor startende leraren.

De handvatten die Marco en Brigit bieden voor het ontwikkelen van goede begeleidingsprogramma’s worden aangevuld met praktijkvoorbeelden van besturen en scholen uit het primair onderwijs en lerarenopleidingen over hoe zij de begeleiding van starters hebben vormgegeven. De vijftien voorbeelden van inductieprogramma’s met verschillende invalshoeken, een verschillende aanpak en verschillende activiteiten bieden een rijke inspiratiebron voor iedereen die zich bezighoudt met de begeleiding van beginnende leraren.

De bundel is een weerslag van de werkconferentie die PO-Raad in april 2017 organiseerde rond de begeleiding van startende leraren.

Lezing Marco Snoek:

Wat weten we over (effectieve begeleiding van) startende leraren?

Vanuit het project Junior Leraar zijn in de afgelopen periode veel lezingen verzorgd waarin de achtergrond van de problematiek van startende leraren is toegelicht en handvatten gegeven worden voor het ontwikkelen van samenhangende begeleidingsprogramma’s.

Een van die lezingen vond plaats op 10 november 2017 bij de Katholieke Pabo Zwolle. Die lezing is opgenomen en hier terug te kijken .

If you start me up, I’ll never stop …

‘If you start me up, I’ll never stop,’ zong Mick Jagger in 1981. Voor de Rolling Stones is die uitspraak bewaarheid – in 2017 zijn ze nog springlevend en zowel in de studio als op podia actief.

Dat ‘I’ll never stop’ zou je ook iedereen toewensen die als leraar start, maar de realiteit is anders. Een flink percentage startende leraren verlaat het beroep binnen vijf jaar. Tegen de achtergrond van die statistiek is de aandacht voor meer en betere begeleiding van startende leraren niet meer dan logisch, Het ontwikkelen van goede begeleidingsprogramma’s voor startende leraren moet bijdragen aan het verlichten van stress van startende leraren, aan het voorkomen dat startende leraren aan het begin hun loopbaan het beroep weer verlaten, en aan het stimu­leren van ontwikkeling van startbekwaam leraar naar bekwaam leraar. Algemeen wordt daarbij aangenomen dat zo’n begeleidingsprogramma een duur zou moeten hebben van drie jaar.

In Amsterdam hebben 18 scholen voor voortgezet onderwijs in 2016 gewerkt aan de ontwikkeling van dergelijke driejarige programma’s. De scholen werden daarbij financieel ondersteund door een subsidie van het OCW. De inhoudelijke ondersteuning werd verzorgd door de projecten Terug met dat tekort!, Frisse Start en Junior Leraar. Het traject richtte zich op leidinggevenden, begeleiders en HRM’ers. Het traject heeft veel in beweging gezet en geleid tot nieuwe inzichten, inspiratie, meer samenwerking binnen de school, nieuwe en betere programma’s en instrumenten en goede voornemens.

In deze slotpublicatie delen wij, scholen en projectleiders, de lessen die daarbij zijn geleerd ten aanzien van de inrichting van goede begeleidingstrajecten, de randvoorwaarden en de inbedding in schoolbeleid. Tevens worden enkele voorbeelden van begeleidingsinstrumenten gepresenteerd. Voor de producten van de deelnemende scholen: zie http://www.verenigingosvo.nl/begeleiding-startende-leraren/.

In de brochure komen de volgende onderwerpen aan de orde. Allereerst wordt in het kort de noodzaak van het belang van driejarige begeleiding voor startende leraren beschreven. Vervolgens komen de stappen aan bod die nodig zijn voor de ontwikkeling van effectieve begeleidingsprogramma’s: het denken over visie en beleid, het formuleren van doelen, de uitwerking in begeleidingsprogramma’s, het inrichten van de beoordeling en het voeren van kwaliteitsbeleid. In het laatste hoofdstuk worden inzichten gebundeld die tijdens dit project zijn opgedaan. De beschrijving van de verschillende onderdelen wordt geïllustreerd met voorbeelden uit de deelnemende scholen.

Met deze slotpublicatie hopen we andere scholen te inspireren bij het ontwikkelen van goede begeleidingsprogramma’s.

Kennisbasis Startende Leraren in Amsterdam

Halverwege het project zijn de inzichten die opgedaan zijn ten aanzien van startende leraren gebundeld in een ‘Kennisbasis startende leraren’. Deze kennisbasis is ontwikkeld met inbreng van verschillende betrokkenen in het Amsterdamse netwerk rond startende leraren.

Deze Kennisbasis Startende Leraren in Amsterdam heeft verschillende doelen:

  • Het bieden van een overzicht van relevante theorie, kennis en inzichten die behulpzaam kunnen zijn bij het vormgeven en inrichten van effectieve begeleidingsprogramma’s voor leraren.
  • Het bieden van een handvat voor schoolbesturen om hun begeleidingsprogramma’s voor startende leraren te analyseren en aan te scherpen. Daartoe kan iedere paragraaf aangevuld worden met een bestuurs- of schoolspecifieke paragrafen rond:
    • Stand van zaken/analyse van de eigen school
    • Ambities/implicaties voor verbetering
    • Concrete beleidskeuzes op (boven)school niveau

Op deze wijze kan het document ‘eigen’ gemaakt worden voor een specifieke context.

De Kennisbasis Startende leraren in Amsterdam maakt deel uit van de box met Dialoogkaarten. De kennisbasis is hier ook apart te downloaden.

Publicatieserie in Van Twaalf tot Achttien

Vanuit het project Junior Leraar is tussen november 2014 en juni 2016 een artikelenserie verschenen in het tijdschrift Van 12 tot 18 waarin startende leraren en hun begeleiders aan het woord kwamen:

Gepubliceerd door  Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding 17 april 2018
Junior leraar