Onderwijs- en Innovatieplein
Constructive alignment
Om een goed curriculum te ontwerpen is het van belang dat er een rode draad door het curriculum heen loopt. Deze rode draad is oplopend in niveau en leidt de student tot het gewenste eindniveau. Dit klinkt makkelijker dan dat het is, om dit te bereiken is het raadzaam om bij het curriculum ontwerp gebruik te maken van constructive alignment.
Wat is constructive alignment?
Constructive alignment - ook constructieve afstemming genoemd - is ontwikkeld door Biggs & Tang (2011). Het is een benadering die gericht is op het creëren van een effectieve afstemming tussen leerresultaten en -doelen, en onderwijsactiviteiten en toetsactiviteiten. Het idee achter constructive alignment is dat het onderwijs effectiever is wanneer alle aspecten van het leerproces consistent zijn en op elkaar zijn afgestemd.
WAAROM CONSTRUCTIVE ALIGNMENT?
Constructive alignment draagt bij aan:
- Optimaal studiegedrag
- Effectief onderwijs
- Gepersonaliseerd/flexibel onderwijs
- Hogere motivatie
- Hogere betrokkenheid
- De student werkelijk centraal
CONSTRUCTIVE ALIGNMENT BINNEN DE HVA
Binnen de HvA worden leerresultaten gevormd op curriculumniveau. Deze leerresultaten sluiten aan bij wat de beginnende beroepsprofessional moet beheersen, het eindniveau.
Door de jaren heen is het niveau van de leerresultaten oplopend. Hiervoor doorloopt de student meerdere onderwijsmodules. Leerresultaten zijn vaak globaal geformuleerd. Om ervoor te zorgen dat het duidelijk is op welk niveau de student zich ontwikkeld wordt per onderwijsmodule worden vaak SMART geformuleerde leerdoelen gevormd. Deze leerdoelen zijn in alignment met de leerresultaten.
Om te toetsen of de student aan de leerdoelen, en daardoor ook aan de leerresultaten, voldoet is het van belang dat de toets aansluit. Toetst de toets hetgeen dat getoetst dient te worden. Toont de student met de toets aan dat de leeruitkomsten behaald zijn? Hiervoor moet goed gekeken worden naar de toetsvorm en toetsinhoud. De toets in dan in alignment met de leerdoelen en zo ook met de leerresultaten. Binnen de HvA is het gebruikelijk dat een opleiding beschikt over een toetstprogramma. In dit programma is vastgelegd hoe modules getoetst worden. Het toetsprogramma wordt gelijktijdig met de leerresultaten op curriculum niveau gevorm.
Als laatste worden de leeractiviteiten vastgesteld. Tijdens de leeractiviteiten wordt dat wat in de leeruitkomsten staat geoefend en geleerd. En uiteindelijk daadwerkelijk getoetst. Is een leeruitkomst actief (tonen, uitvoeren, ontwerpen, analyseren), dan is het onderwijs dus ook actief en is een toets ook in deze actieve vorm (een meerkeuzetoets volstaat niet).
Voor de student zijn de leerresultaten, toetsplan en leeractiviteiten vastgelegd in de OER. De OER en het Toetsprogramma worden via vaste formats binnen de HvA veelal ontwikkeld door curriculumcommissies.
HOE ZORGEN WE VOOR CONSTRUCTIVE ALIGNMENT?
Dit principe kan op verschillende onderwijsniveaus worden toegepast, waaronder lessen, modules en het gehele curriculum.
Start met de leerresultaten (afgeleid van de eindkwalificaties van de opleiding) en ontwikkel vanuit daar toetsing en leeruitkomsten op moduleniveau (vanuit de leeruitkomsten van moduleniveau worden leer/lesactiviteiten gevormd).
- Definitie van Leerresultaten: Leerresultaten, die voortkomen uit de eindcriteria van een opleiding, zijn de basis van elk onderwijsontwerp. Ze specificeren wat studenten moeten weten en kunnen aan het einde van de opleiding en moeten zowel op curriculum- als op moduleniveau duidelijk en specifiek geformuleerd worden. Leerresultaten vormen is makkelijker gezegd dan gedaan. Bij leerresultaten ontwerpen staan handreikingen die je hierbij kunnen ondersteunen.
- Definitie van Leerdoelen: Leerdoelen zijn concrete doelstellingen die studenten moeten bereiken binnen een specifieke les of module. Deze doelen zijn vaak specifieker dan leerresultaten en richten zich op het verwerven van specifieke kennis, vaardigheden, of attitudes. Ze vormen de basis voor het ontwikkelen van leeractiviteiten en toetsmethoden die direct bijdragen aan het bereiken van deze doelen.
- Leeractiviteiten: Deze omvatten een diversiteit aan onderwijsvormen zoals colleges, practica, onderwijsgroepen en zelfstudie, zowel fysiek als online, synchroon en asynchroon. Leeractiviteiten zijn erop gericht om de leerresultaten op moduleniveau te realiseren.
- Toetsing: Toetsing moet direct aansluiten op de leerresultaten en de leeractiviteiten. Het ontwerp van de toetsing moet de studenten in staat stellen om de leerdoelen effectief te bereiken en te demonstreren. Maar hoe kom je tot het ontwerp van zo een toets. Dit wordt bij toetsing verder uitgelegd.
Het constructive-alignment principe biedt een concrete kapstok waaraan de uitwerking van technieken (oftewel in te zetten werkvormen en ontwerpmethoden) voor blended learning en onderwijsontwerp op te hangen.
Wat als je constructive alignment niet goed inzet?
Dan kan er volgens Last en Jonge (2021) sprake zijn van destructive alignment of constructive disalignment.
-
Destructive alignment: de leeruitkomsten sluiten niet aan op het niveau en de voorkennis van de student. Dit kan tot gevolg hebben dat studenten de leeruitkomsten te makkelijk behalen, waardoor ze weinig moeite hoeven te doen en ze dus weinig nieuwe kennis of vaardigheden construeren. Het kan ook zijn dat het te moeilijk is om de leeruitkomsten te behalen, waardoor de student niet weet op welke manier ze het kunnen voltooien, bijvoorbeeld doordat ze bepaalde voorkennis missen. In beide gevallen leidt het tot behoorlijk gedemotiveerde studenten.
-
Constructive disalignment: Hiervan is sprake als de leeruitkomsten niet of nauwelijks aansluiten op de leeractiviteiten en/of toetsing. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer je met de toets een ander niveau verwacht dan beschreven staat in de beoogde leeruitkomst: tijdens de toets verwacht je dat de student de kennis toepast, terwijl in de leeruitkomst alleen staat dat de student de kennis moet kunnen reproduceren.