Kenniscentrum Techniek

Havenstraatterrein

Algemeen belang versus lokaal belang: hoe breng je ze bij elkaar?

Verborgen achter het voormalige Haarlemmermeerstation in Amsterdam-Zuid, ingeklemd tussen de Schinkel en de Stadiongracht, ligt het Havenstraatterrein: een typische rafelrand van de stad. De gemeente Amsterdam maakt al enige tijd plannen om het terrein te ontwikkelen tot gemengd woon-werk gebied met circa 500 woningen en bedrijven, een basisschool, culturele voorzieningen en horeca.

Ambachtelijke bedrijven, ateliers, autogarages, opkopers en handelaren zetten op dit moment de toon op het Havenstraatterrein. Vrijwilligers van de Museumtramlijnrijden er met historische trams tussen de loodsen door, de stad uit. Bij de ontwikkeling van het terrein die al een lange aanloop heeft, wil men graag voortbouwen op bestaande kenmerken van het gebied: “‘De grote GVB tramremise met werkplaatsen, de garage van de Ambulance Amsterdam, de nog rijdende Museumtramlijn en het oude Haarlemmermeerstation met villa zijn gebleven en geven het gebied meteen al een ongepolijste atmosfeer mee, met interessante historische verwijzingen en levendige horeca” leest de projectbeschrijving van de ontwikkelaar van het stedenbouwkundig plan (Must). Maar in de uitwerking en realisatie, blijkt het lastig deze ambitie hoog te houden. Gezien de oververhitte Amsterdamse woningmarkt wil de gemeente snel tot ontwikkeling overgaan. Voor veel van de huidige gebruikers betekent dit dat zij het gebied moeten verlaten. Een belangrijke vraag die hier onder de oppervlakte speelt is in hoeverre bij een ontwikkeling rekening gehouden moet worden met al aanwezige huurders in het gebied en wat het de gemeenschap mag kosten om functies die commercieel minder opleveren toch een plek te geven in een gebied. Een andere relevante vraag is hoeveel professionele vermogens van burgers en kleine ondernemers verwacht mogen worden om mee te kunnen denken en doen in ontwikkelplannen.

Michiel Stapper, promovendus bij de Universiteit van Amsterdam

“Het Havenstraatterrein is gelegen in een gewild deel van de stad en wordt al 20 jaar bezet door een bonte verzameling bedrijfjes. Tijdens de economische crisis wilde de gemeente het gebied organisch, meer stapsgewijs, ontwikkelen. Nu de crisis voorbij is wil zij tempo maken. Investeerders staan te trappelen en de druk op de woningmarkt is groot. De ondernemers hebben te horen gekregen dat ze binnen een jaar moeten vertrekken. Na 20 jaar komt dit bericht voor hen als een harde klap. Uiteraard is vanaf het begin wel duidelijk geweest dat het om tijdelijke huurcontracten ging. In principe is er een opzegtermijn van 3 maanden tot 1 jaar. Aan de andere kant is de keuze van de gemeente te begrijpen. Als Amsterdammers om woningen schreeuwen, kan de gemeente het niet verantwoorden om niets te doen met zo’n centraal gelegen stuk grond.”

“Tegelijkertijd wil de gemeente graag het ‘ongepolijste en creatieve karakter’ van het gebied bewaren. Het trammuseum en een instrumentenmaker worden gezien als waardevolle functies die hieraan bijdragen. Net zoals alle andere huurders mochten ze terug komen maar moeten wel een marktconforme huurprijs gaan betalen. Dit is voor dergelijke functies vaak niet haalbaar.”

“Het Havenstraatterrein laat zien dat de gemeente een balans moet vinden tussen verschillende belangen. De gemeente moet nadenken over de vraag van wie de stad is. Voor wie is er straks ruimte en wat mag het de gemeente kosten om ruimte te blijven bieden aan bedrijven en initiatieven die niet de hoofdprijs kunnen betalen? Achter de ontwikkelplannen gaan veel politieke keuzes schuil. Maar één ding is zeker: juist nu er veel verdiend kan worden, kun je iets bijzonders van het gebied maken. Als iets als de museumtram of een ambachtelijke ondernemer eenmaal uit het gebied verdwenen is, komt dat nooit meer terug”.

Sanne van den Eijkhof, projectmanager bij de Gemeente Amsterdam

“De vraag naar woningen in Amsterdam is in alle segmenten en prijsklassen nog steeds groot. Hiervoor zijn in de nabije toekomst veel bouwlocaties nodig. De ligging en de potentiële kwaliteiten van het Havenstraatterrein zijn dermate gunstig, dat zelfs tijdens de crisis de verwachting was dat voldoende investeerders geïnteresseerd zouden zijn in ontwikkeling van het terrein. In de huidige tijd is dit helemaal het geval. Onze ambitie is om het gebied te transformeren van een kale rafelrand naar een gemengde woonbuurt met ruw, stads karakter. We bouwen 30% sociale huur en verder vooral voor het middensegment. Het bestuur van Amsterdam zet hier vol op in omdat deze groep nu tussen wal en schip valt. Er is in dit segment nu bijna geen aanbod.”

“De plannen stuiten op weerstand onder de ondernemingen op het Havenstraatterrein en de omringende buurt. In het najaar van 2015 zijn, onder andere door de tramstichtingen, een heleboel zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan ingediend. Naar aanleiding hiervan hebben we de ontwikkelprocedures stilgelegd en zijn we aanvullend onderzoek gaan doen naar de mogelijkheden voor het behoud van de historische tramlijn. Hierdoor heeft de planontwikkeling in 2016 voor een groot deel stilgelegen.”

“Het liefst willen we de historische tram een plek geven in het gebied. Het is alleen onduidelijk of de stichtingen die de tram exploiteren dit rendabel kunnen maken. We hebben hen daarom gevraagd een beleidsplan en een financieel meerjarenplan op te stellen waaruit duidelijk wordt dat het behoud van de historische tramlijn economisch haalbaar is. Het beeld was dat inpassing van de historische (tram)spoorlijn alleen kan met zeer hoge gemeentelijke kosten, terwijl dit nooit de afspraak is geweest.”

“Omdat de tramorganisaties geen solide beleids- en financieel plan konden laten zien, hebben we de spoorlijn en loods uit het bestemmingsplan moeten schrappen. De gemeente wil niet dat het bestemmingsplan Havenstraatterrein en daarmee de ontwikkeling van 500 woningen en een basisschool verder vertraagt. Het behouden van het ongepolijste karakter van de buurt is dus niet makkelijk. We hebben in het bestemmingsplan de optie opengehouden om de spoorlijn en stalling toch een plek te geven. Het is dan wel aan de tramorganisaties om alsnog met een overtuigend plan te komen.”

Anton Amir, klavecimbelbouwer en secretaris van Belangenvereniging Havenstraatterrein

“We zijn voor het eerst geconfronteerd met de plannen toen we werden opgeroepen door de toenmalige wethouder, die ons een plan presenteerde wat al helemaal in kannen en kruiken was. We hebben toen gezegd: waarom zijn wij als gebruikers van dit terrein nooit betrokken geweest. De wethouder heeft simpelweg gezegd dat hij ervan uitging dat wij na de bouw niet meer terug zouden komen op het terrein, dus dat met ons niet gesproken hoefde te worden. Dat is exemplarisch voor de houding van de gemeente tegenover de gebruikers hier. Inmiddels is er wel driemaandelijks overleg met de gemeente, maar dat betekent in feite dat wij op de hoogte worden gehouden van de planontwikkeling waar wij geen enkele invloed op hebben. Ook de begeleidingscommissie, bestaande uit gebruikers en omwonenden, mag wensen uit de buurt kenbaar maken maar heeft geen enkele invloed. De gemeente doet uiteindelijk wat ze zelf wil.”

“Natuurlijk is de druk op de woningmarkt in Amsterdam groot. Dus dat er woningen gebouwd gaan worden en dat men daar grond voor zoekt, dat begrijp ik. Maar ik denk ook dat dit project de gemeente domweg ongelooflijk veel geld gaat opleveren. Deze grond is al eigendom van de gemeente. Het enige wat ze hoeven te doen is de mensen die hierop zitten, eraf te vegen. Die zitten hier allemaal onder tijdelijke huurcontracten, dus dat zal niet heel moeilijk zijn. En Oud-Zuid is natuurlijk een buurt waar iedereen wel wil wonen. Dus ik denk dat de gemeente eurotekens in de ogen heeft. Dat speelt ook een rol en dat vind ik onuitstaanbaar.”

“Er gebeuren hier veel bijzondere dingen, maar het lijkt wel alsof de gemeente daar ongevoelig voor is. Ze hebben wel gezegd dat ze wel willen bemiddelen bij een bank als er krediet verstrekt moet worden - nou, de bank ziet ons aankomen met onze jaarcijfers, daar heb ik niet zoveel vertrouwen in. Daarnaast hebben wij de gemeente een aantal keer gevraagd of er niet locaties zijn waar we dan terecht zouden kunnen. Dan kom je halverwege Haarlem te zitten en bovendien moet je dan de grond kopen en een loods neerzetten die aan draconische eisen moet voldoen. Dat is voor ons niet reëel. Ik heb een paar keer ingesproken en gezegd, van: jongens, waar zijn jullie mee bezig? Een stad floreert bij de gratie van diversiteit en moet juist ruimte bieden voor kleine bedrijven en ambachten. Ik zie met lede ogen aan hoe deze stad door gentrification cultureel steeds meer wordt uitgekleed.”

Tijdlijn

1989: Havenstraatterrein in eigendom van Gemeente Amsterdam (overname van NS). In de loop van de tijd komen er kleine bedrijfjes op het terrein met veelal een tijdelijk huurcontract.

2010: Stadsdeel Zuid stelt Strategiebesluit Havenstraatterrein vast.

2011: College van B&W gaat akkoord met Strategiebesluit.

2012: Stadsdeel Zuid gaat akkoord met Vernieuwingsplan Havenstraatterrein en Projectbesluit, college van B&W bekrachtigt het Projectbesluit.

2014: Investeringsbesluit wordt genomen.

2015: Terinzagelegging bestemmingsplan.

2016: Onderzoek naar mogelijke inpassing van spoorlijn en loods.

2017: Tramorganisaties dienen plan ‘Samen bouwen aan het Amsterdams Vervoer Museum’ in, wordt afgekeurd door gemeente wegens te hoge kosten voor de gemeente.

2018: Gewijzigd bestemmingsplan vastgesteld door gemeenteraad van Amsterdam, daarna verdere onderhandeling met tramorganisatie over nieuwe loods op Havenstraatterrein. Tramorganisatie stelt petitie voor behoud van de historische trams in Amsterdam op die 16.000 keer wordt getekend en gaat tot aan Raad van State in beroep tegen het gewijzigde bestemmingplan.

2019: Gemeente komt met voorstel voor een loods van 500 m², tramorganisaties voornemens om mee te gaan in de schikking maar voordat tramorganisatie kan reageren, vernietigt de Raad van State het nieuwe bestemmingsplan voor het Havenstraatterrein omdat de gemeente bij de plannen onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van het Trammuseum en de Museumtramlijn. Gemeente aan zet om met nieuw bestemmingsplan te komen, gesprekken gaan door.

Gepubliceerd door  Urban Technology 20 januari 2020