FDMCI Learning Communities
Urban Interaction Design
Learning Community
Nieuwe media stellen alles op scherp en zorgen voor nieuwe ontwikkelingen. Daar is deze Learning Community een goed voorbeeld van. Hoofddocent Marjolijn Ruijg ziet Urban Interaction Design als nieuwe expertise. “Zo’n designer is een generalist die van iedere discipline wel wat afweet: van Urban, Interaction en Product Design tot technische innovatie.” Met deze multidisciplinaire kennis en vaardigheden komt een Urban Interaction Designer tot nieuwe inzichten.

De Urban Interaction Design Learning Community rust op drie thematische pilaren:
- Responsive Public Spaces
- Smart Cities
- Smart Citizens
“Door de komst van nieuwe technologieën zitten mensen vaker in hun eigen bubbel”, vertelt Marjolijn. “Kijk maar op straat: met een mobieltje in de hand hebben mensen in de fysieke ruimte minder oog voor elkaar. De functie van de publieke ruimte in de stad verandert daarmee ook. Vroeger gebruikte je deze vooral om de ander te ontmoeten. Tegenwoordig zakt de sociale component naar de achtergrond, nu mensen vaker in hun eigen wereldje zitten. We ontmoeten elkaar graag via sociale netwerken, maar in de fysieke wereld wordt dat heel anders gedefinieerd.”
De Learning Community onderzoekt in hoeverre de publieke ruimte interactieve technologieën gebruikt om zich aan te passen aan gebruikers en situaties. Hoe kun je interactie bevorderen? Zodat de kwaliteit van de openbare ruimte verhoogt en beter benut wordt.
Sinds een jaar of 25 ligt er een digitale laag boven de stad. Marjolijn verduidelijkt: “Er zijn webshops, we bestellen onze boodschappen online en door Airbnb gaan we heel anders met onze huizen om. Door deze te verhuren, is er een economisch component bijgekomen. De stad is door deze digitale laag wezenlijk veranderd, want door initiatieven als Airbnb is de hoeveelheid toeristen alleen maar toegenomen.”
Staan de fysieke en digitale lagen los van elkaar of kunnen deze elkaar versterken? “Neem het project Sidewalk Labs in Toronto. Met dit project wil Google de stad aanpassen aan de digitale laag: huizenbouw verbinden aan data, die data weer verbinden aan duurzaamheid en pakketpost bijvoorbeeld bundelen en langs buizen zo in je woonkamer plaatsen. Het integreren van een fysieke en digitale laag heeft voordelen. Denk maar aan het delen van auto’s. Niet iedereen heeft meer een eigen parkeerplek nodig, waardoor die ruimte anders ingedeeld kan worden. Maar er is ook een keerzijde: je verzamelt allerlei data van mensen en van wie is die data vervolgens?”
Van wie is de data die verzameld wordt? Volgens Marjolijn is het niet de stad die slimmer hoeft te worden, maar zijn het de bewoners. Gezamenlijke ideeën van burgers kunnen de stad helpen. Zo zijn er in Amsterdam al tal van interessante projecten. “Schoon Schip is een mooi voorbeeld”, aldus Marjolijn. ‘Deze meest duurzame, drijvende wijk van Europa’ is een door mensen zelf geïnitieerde duurzame community, waarin zij onder meer zelf energie produceren en gebruiken. “Dit is een heel andere benadering dan het project in Toronto. Amsterdam staat open voor dit soort initiatieven: in plaats van dat de gemeente alles bepaalt, komen beslissingen eerder uit de stad.”
Op basis van de drie pijlers wil hoofddocent Marjolijn Ruijg multidisciplinaire projecten initiëren. “Ik vind het belangrijk dat er samenwerking wordt gezocht binnen en buiten het domein. Samen met nationale en internationale partners, in het mkb en de creatieve industrie, kunnen we vragen en behoeftes aanpakken, bijvoorbeeld in de vorm van design challenges.”
De Urban Interaction Design Learning Community is geïnitieerd door de opleiding CMD en de lectoraten Play & Civic Media , Digital Life en Fashion Research & Technology