Stage in de afstudeerfase

Afstudeerstage
Tijdens de 20-weekse afstudeerstage ontwikkelt de student zich door naar een hoogcomplex competentieniveau. Tijdens de stage werkt de student zelfstandig met (gedeelde) verantwoordelijkheid in hoogcomplexe situaties (kritische taken en onbekende context).

De student heeft ook in deze periode eens in de twee weken een opleidingsdag. Zoals in de Kernstage vindt er tijdens deze opleidingsdagen een intercollegiaal overleg plaats met ondersteunende werkcolleges.

In de stage werkt de student toe naar het afsluitende Integratief Beoordelings Moment (IBM). In dit portfolio assessment worden een portfolio en gesprek beoordeeld door twee assessoren. In het portfolio neemt de student twee beroepsproducten op als bewijs van zijn/haar competentieniveau: een cliëntgericht en een organisatiegericht product.

Vanaf studiejaar 2018-2019 kent de opleiding Oefentherapie richtingen, dit betekent dat de student zich, gedurende drie semesters in de eindfase van de opleiding, richt op het werkveld van de richting. De opleiding biedt studenten daarmee een profilering aan in hun loopbaanontwikkeling en wil hen daarmee een goede startpositie bieden voor een vervolgtraject gericht op het bereiken van een specialistische registratie in het beroepskwaliteitregister. De afstudeerstage is passend bij een van de volgende richtingen:

1) Vrije Afstudeerrichting Oefentherapie (VAO)
2) Kind en Jongere Oefentherapie (KJO)
3) Werk, Presteren en Sport Oefentherapie (WPSO)
4) Zwangerschap en Bekken Oefentherapie (ZBO)
5) Geriatrie en Revalidatie Oefentherapie (GRO)
6) Chronische Pijn en Psychosomatische Oefentherapie (CPPO)

Gepubliceerd door  Faculteit Gezondheid 31 januari 2023