Kenniscentrum Techniek

Toentje

Hoe het expliciteren van visies bijdraagt aan meer steun, nieuwe kansen en een sterkere business case

Middenin de Groningse Oosterparkwijk, aan het begin van de groene parkstrook tussen twee straten in, ligt Toentje: een ‘sociale’ moestuin. Hier wordt met een diverse groep vrijwilligers groente geproduceerd voor de voedselbank en buurtrestaurant Bie de Buuf.

Wat opvalt bij Toentje is dat het er zo open is: vanuit de tuin heb je vrij zicht naar de straat en de laan af richting het Pioenpark. Je staat daardoor echt in de stad maar ook in een weidse omgeving. Het is er rustig en stil als we er zijn in de zomer. Enkele mensen werken op de tuin. Er heerst orde en de tuin is netjes. Een smalle grasstrook en rijbaan scheiden Toentje van woningen, horeca en kleine industrie. Creatieve ondernemers van Het Werk runnen hier zaken als een koffiebranderij, atelier, restaurant/kantine en een expositieruimte.

Melika Levelt, onderzoeker:

“Wat motiveert betrokkenen om tijd, geld, expertise of andere middelen in Toentje te investeren, en wat legitimeert een dergelijke investering door de overheid? Daar ging mijn aandacht in dit onderzoek naar uit.”

“Mensen hebben zeer verschillende visies op de ontwikkeling van de ruimte en de stad. Wat de ene persoon een prettige plek vindt om de hond uit te laten, is voor de andere persoon een verloren stukje groen. Welke initiatieven en ontwikkelingen mensen legitiem vinden, houdt verband met dit soort visies en wat ze belangrijk vinden. Voor een gemeentelijke organisatie is legitimatie gegrond in politieke besluiten en beleidsdoelen en begrensd door regels van de democratische rechtstaat. Voor verschillende beleidsterreinen staan verschillende waarden voorop. Daardoor kunnen voor verschillende ambtenaren heel andere waarden bepalend zijn bij het beoordelen van de legitimiteit van een initiatief.”

“Dit laatste is duidelijk terug te zien bij Toentje. Waar Henk steun aan Toentje ziet als een investering die zich op de lange termijn uitbetaalt, gebruikt Hiltje vooral idealistische motieven om steun te legitimeren en verzet zij zich tegen instrumentalisme. Dit hangt samen met de doelstellingen die zij uit beleid meekrijgen en soms ook met persoonlijke visies. Daarmee is de legitimatie van steun aan Toentje door gemeente Groningen niet eenduidig. Ook bestaan er verschillen tussen de visies van de gemeente en van het initiatief zelf. Zo ziet Hiltje een dergelijk initiatief graag verankerd in de wijk maar is Jos in strikte zin van het woord geen bewoner. Jos wil toewerken naar een autonome sociale onderneming. Dat Toentje verschillende beleidsterreinen raakt schept kansen om een sterke positie te verwerven, maar vormt ook een risico. De verschillende manieren van kijken en de verschillende potenties van Toentje zijn niet allemaal tegelijkertijd te realiseren. Dit zorgt ervoor dat voortdurend ter discussie staat wat de legitimiteit is van steun verlenen aan Toentje.”

“De oplossing ligt in het expliciet maken van de verschillende visies. Zo krijgen zowel betrokkenen bij Toentje als ambtenaren handvaten om steun aan het project te verantwoorden en duidelijk te maken waar Toentje wel en niet aan moet voldoen om inzet van middelen (tijd, geld, grond, materiaal) te legitimeren. Hiervoor ontwikkelden we het Omgevingscanvas, een variant op het business model canvas.Het canvas dien Dit dient als hulpmiddel voor het faciliteren van een gesprek tussen verschillende belanghebbenden bij een initiatief, op basis waarvan de business case versterkt kan worden en besluiten ten aanzien van het initiatief beter gelegitimeerd.”

Jos Meijers, initiatiefnemer:

“Ik werkte in het sociaal domein en hoorde verhalen over het erbarmelijke aanbod van vers voedsel bij de voedselbank. Toen dacht ik: ik ga het zelf doen. Ik ben een enorme idealist en stronteigenwijs. Mijn vrouw is vormgever en heeft van al mijn ideeën een mindmap gemaakt. Met die mindmap ben ik naar de gemeente gestapt, en heb gezegd: ik heb grond nodig. Ik had de mazzel dat in het toenmalige armoedebeleid één regel stond over dat er een productietuin moest komen voor de voedselbank. Samen met een paar ambtenaren hebben we het plan uitgewerkt en gingen we op zoek naar een locatie. Die werd gevonden in de Oosterparkwijk. In 2013 konden we van start.”

“In onze productietuin zijn zo’n 35 vrijwilligers van alle rangen en standen werkzaam. Van ex-dakloos tot expat. We hebben een buurtrestaurant waar mensen voor een klein bedrag kunnen eten en wekelijks organiseren we een streekmarkt. Op zich allemaal niets nieuws, maar de manier waarop we mensen en activiteiten aan elkaar koppelen is wel bijzonder. En we hebben een steady financiële basis, met goede coördinatie om de kwaliteit te borgen. De meeste buurtmoestuinen bloeden een beetje dood na 2, 3 jaar omdat het allemaal door buurtbewoners naast hun werk gedaan moet worden. Wij niet. Wij staan juist op het punt om door te groeien.”

“De gemeente mag ook een pluim hebben, die heeft vanaf het begin erg meebewogen. Ik vind dat je sommige dingen binnen het systeem moet doen. Daar is het nou eenmaal voor. Maar je kunt in gezamenlijkheid ook dingen oprekken. Tijdelijke bestemmingswijzigingen, of varianten daarop. En toen we van onze oude locatie moesten verkassen, hebben we in gezamenlijkheid gezegd: we moeten op zoek gaan naar een andere locatie. Iedereen zag de noodzaak, we hadden onszelf bewezen. Groningen heeft als enige stad een coördinator groenparticipatie, dat maakt ook veel verschil.”

“De grootste uitdaging als sociaal ondernemer is de financiering en het meten en uitdragen van je maatschappelijke en sociaal-economische impact. Toentje wordt op dit moment voor 70% gesubsidieerd uit sociaal beleid en 30% (en stijgende) vanuit eigen inkomsten. Twee jaar terug was het nog bijna 100% gesubsidieerd door de gemeente. We willen toe naar een constructie waar het ongeveer 50/50 wordt: 50% financiering door de gemeente vanuit sociaal beleid en de andere 50% willen we commercieel verdienen. We kijken meer naar samenwerking met het bedrijfsleven, bijvoorbeeld door hop en honing te gaan produceren met lokale ondernemers. We draaien ons sociaal restaurant per 1-1-2020 zelfstandig. Onze productlijn loopt goed en dit najaar als de hop oogst gelukt is, lanceren wij de tweede lichting sociaal bier in samenwerking met Bax Bier. Zo hopen we het bestaansrecht van Toentje op langere termijn vast te houden.”

Hiltje van der Wal, gemeente Groningen:

“Het eerste contact was dat Jos bij me kwam met de vraag: heb je een stuk grond voor mij, om voedsel te telen voor de Voedselbank? We hadden destijds vanuit het leegstandsbeleid een initiatievenloket waar mensen zich konden melden, en zo is hij bij mij terecht gekomen. Jos kwam met een helder, goed uitgedacht plan en wist dit op aansprekende manier te presenteren. Hij is heel gedreven en wist precies wat hij wel en niet wilde. Mijn bijdrage lag voornamelijk in het inzetten van mijn netwerk, binnen en buiten de gemeente.”

“Toen de locatie was gevonden moest er met buurtbewoners gesproken worden. Die waren vrij snel enthousiast. De insteek was om voedsel te telen voor de voedselbank, omdat daar te weinig verse groenten was. Maar de motivatie van de omwonenden was toch vooral de invulling van een braakliggend stuk grond, wat niet zo’n fijne omgeving was. Maar niet alle ideeën konden doorgang vinden. Jos had op een gegeven moment het idee dat ze wel varkens en kippen en dat soort beesten wilden houden, maar de buurt wilde geen varkens. Dat ging dus niet door.”

“Ik vind dit soort initiatieven in de stad heel waardevol omdat ik denk dat het aan heel veel dingen raakt. Sociaal, fysiek, economisch. Het is een integraal idee, het helpt om de omgeving te verbeteren. Het doet iets voor mensen aan de onderkant van de samenleving. Het doet iets voor omwonenden. Het doet iets voor mensen die daaromheen werken. Maar bijvoorbeeld ook dat er nu mensen bij de Voedselbank in de rij staan zodra ze horen dat er verse groenten komen. Ik vind dit hele mooie projecten waar je mensen blij mee kan maken.”

“Toch schuilt hierin ookiH gevaar. Ik zie binnen mijn eigen organisatie soms een soort doodknuffelreactie. Dan is er zo’n initiatief wat goed loopt, en dan wordt die te pas en te onpas overladen met extra aandacht. Er wordt al ingevuld voor de initiatiefnemer wat het zou kunnen of moeten worden. Het is ook een beetje leven en laten leven. Je kunt initiatieven niet misbruiken voor je eigen doelstellingen.”

De planeconoom

Henk Zuidhof:

“Wat doet een planeconoom? Wij berekenen de grondwaardeontwikkeling bij ruimtelijke plannen. Normaal gesproken doen wij dat voor vastgoed en allerlei hardere bestemmingen. Met name sinds de crisis, maar ook door de hele opkomst van burgerparticipatie en het op een andere manier ontwikkelen van de stad, zoeken wij nu ook naar waardecreaties voor dit soort zachtere functies.”

“Ik kijk daarbij niet zo zeer naar het initiatief an sich, maar naar hoe het past binnen de gebiedsontwikkeling. Door een initiatief als Toentje ontstaat reuring. Die reuring die is belangrijk, want dan gaan mensen later investeren. Je creëert een situatie waarin mensen zich betrokken en verantwoordelijk voelen voor dat gebied. En daar ook op een later moment in willen investeren, letterlijk. Zou dat niet gebeuren, dan is de vrees dat het gebied je later veel geld gaat kosten omdat het een verloederd geheel wordt.”

“Investeren in initiatieven als Toentje kan op lange termijn dus rendabel zijn, mits dit voldoende bijdraagt aan de waarde van het gebied. Dit vergt een vooruitziende blik, lange adem en het nemen van risico’s. Ondernemers als Toentje zetten wij op plekken waarvan we over 25 jaar verwachten dat we waarde creëren. Commerciële beleggers en ontwikkelaars hebben minder geduld. omdat zij hun investering sneller moeten terugverdienen.”

“Marktpartijen doen het liefst niets buiten de lijntjes. Waarom? Als jij tien miljoen moet investeren ga je niet met een mooi verhaal mee van over 25 jaar komt het wel goed. Dat gaat niet. Toch is het ook niet zo dat wij lukraak geld kunnen investeren: 80% van de tijd ben ik bezig met risico's en nadenken of het wel goed komt. Financieel moet het kloppen, maar uiteindelijk is de taakstelling van de gemeente toch ook wel anders dan die van commerciële partijen. Wij hoeven geen rendement te halen en wij hebben een ander doel. Onze aandeelhouders zijn geen bedrijven die geld willen verdienen. Onze aandeelhouders zijn de burgers die iets van de stad willen. Als wij over 25 jaar een mooie stad hebben, dan willen we daar graag nu al in investeren.”

Tijdlijn

2012: Start gesprekken met gemeente

2013: - Gebruikersovereenkomst gesloten met corporatie Nijestee
- Financiering vanuit gemeentelijk armoedebeleid

- Start Toentje op locatie Paradijsvogelstraat

2014: Toentje zelfstandige stichting

2015: Nijestee zegt gebruikersovereenkomst op

2017: Opening nieuwe locatie Pioenpark

Gepubliceerd door  Urban Technology 20 januari 2020