Kenniscentrum Techniek

Open Stad

Spelregels en lessen voor wie zelf wil werken aan een open stad

De open stad is een stad die niet van bovenaf, grootschalig wordt gepland, maar waar ruimte is voor kleinere, flexibeler plannen en stappen. Een stad waar bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties mee doen in gebiedsontwikkeling en nieuwe verhoudingen tussen overheid, burgers en marktpartijen ontstaan.

De Nederlandse planning is beroemd om haar grootschalige, projectmatige en integrale aanpak door de overheid, samen met grote marktpartijen en het maatschappelijk middenveld.

In de afgelopen tien jaar is echter ook een meer geleidelijke en zoekende vorm van stedelijke ontwikkeling in opgang. Een meer open stadsontwikkeling: zowel wat betreft eindbeeld als wat betreft toegang voor andere spelers, zoals kleine ondernemers en burgers. In de economische crisis kreeg open stadsontwikkeling de wind in de rug. Nu de economie weer bloeit, ontspint zich een debat over deze ‘hype’ van open stadsontwikkeling.

Blijft open stadsontwikkeling bestaan? Zou dat moeten in een tijdsperiode waarin de ruimtelijke opgaven zich opstapelen? Nederlandse steden moeten werken aan verduurzaming, woningnood, mobiliteit en sociale en economische ontwikkeling. Al snel klinkt dan de roep om een ‘Deltaplan’: liefst met een daadkrachtige bestuurder en grote gebaren.

Tegelijkertijd vraagt de Omgevingswet die in 2021 van kracht wordt, een meer incrementele ontwikkelwijze met meer ruimte voor spelers van onderop (Rijksoverheid, 2017). De wet wil namelijk dat bewoners en bedrijven bij de visie- én planvorming meer en beter worden betrokken dan nu meestal het geval is. Open stadsontwikkeling lijkt daarmee al voorbij de hype. Maar hoe de beloftes ervan het beste gerealiseerd kunnen worden, daarover is het laatste woord nog niet gezegd.

In het langjarige NWO-Verdus onderzoeksproject R-LINK analyseren we vanuit verschillende invalshoeken hoe kleinschalige bottom-up initiatieven in gebiedsontwikkeling kunnen bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. We onderzochten daarvoor 14 voorbeelden in Nederland.

Worden in de onderzochte voorbeelden de beloften van meer open stadsontwikkeling naar de achtergrond verdreven door de grote bouwambities en druk op de woningmarkt of zien we blijvende veranderingen? Kan meer open stadsontwikkeling een rol spelen bij stedelijke uitdagingen – bijvoorbeeld op het kruispunt van ruimtelijk, sociaal en duurzaamheidsbeleid?

Het magazine Open Stad verkent hoe een open, meer vraaggerichte en incrementele benadering van stedelijke planning werkt in de praktijk. Zo komen we tot lessen voor wie zelf wil werken aan een open stad.

Spelregels voor een open stad

  1. Wees concreet én flexibel

  • Zie het aanpassen van plannen niet als falen, maar als leren en verrijken.
  • Werk met meerdere scenario’s en laat bewoners en bedrijven hierop reageren.
  • Maak het procedureel mogelijk om te schakelen tussen fases in een planproces. Maak het mogelijk en een stap terug te doen als belangen die zich aandienen daarom vragen.
  • Wees duidelijk over ambities die gemeentelijk, nationaal of zelfs internationaal zijn vastgesteld, zoals rondom woningbouw en de energietransitie. Stel kaders en afspraken op over de werkwijze en inhoudelijke ambities en ga in gesprek over hoe binnen die doelen zo veel mogelijk tegemoet kan worden gekomen aan ieders belangen (zie de Bestuursovereenkomst Marineterrein, de kaderstelling voor het Suikerfabriekterrein, of het Omgevingscontract).
  1. Wees bewust van diverse gemeenschappen en belangen

  • Houd het ontwikkelproces in alle fasen zo veel mogelijk open voor nieuwe partijen, die (ook) betrokken zijn door de inhoud van een project of belangen hebben bij de plek.
  • Wees alert op gemeenschappen en belangen die je mogelijk nog over het hoofd ziet. Luister goed en kom daarbij los van het project: sta echt open voor de plek en de inhoudelijke belangen van anderen.
  • Betrek diverse gemeenschappen en belangen, van binnen en ‘buiten’, en laat zien dat je draagvlak in de omgeving hebt en aansluit op publieke doelstellingen.
  1. Maak meedoen eenvoudiger en sneller

  • Geef bewoners tijd (misschien zelfs door financiële ondersteuning) en ondersteun ze met expertise – bijvoorbeeld over businesscases, subsidies waar ze aanspraak op kunnen maken en hoe ze hun wensen en ideeën kunnen uitdrukken.
  • Vertaal regelingen voor bijvoorbeeld subsidies of vergunningen in heldere stappenplannen. Bied handreikingen voor elke fase, van het idee tot medestanders vinden en van gezamenlijk een plan maken tot de uitvoering.
  • Wijs de weg door de gemeentelijke organisatie: welke processen en sleutelpersonen zijn essentieel voor steun?
  • Vraag als overheid niet te veel professionaliteit van burgerinitiatieven, maar wijs ze ook niet de deur als ze erg professioneel overkomen. Let wel op welke gemeenschappen en belangen een initiatief vertegenwoordigt en welke mogelijk nog over het hoofd worden gezien.
  • Intermediaire partijen kunnen een belangrijke brug slaan tussen gemeentelijke procedures en initiatieven van bewoners of ondernemers. Wees wel alert dat zij niet loszingen van je project en buurt.
  1. Kijk verder dan winstmaximalisatie bij grondbeleid

  • Maak een afweging tussen financieel en maatschappelijk rendement: niet elke ontwikkeling hoeft (op de korte termijn) maximale winst op te leveren als deze waardevol is voor de stad.
  • Vertaal maatschappelijke waarde naar economische waarde en heb hierbij een lange adem: niet-marktconforme grondverhuur of -verkoop aan bewoners en initiatieven kan werken als een investering die zich op de lange termijn uitbetaald.
  • Maak in een vroeg stadium in de ontwikkeling afspraken over welk aandeel van de grond of het vastgoed niet-marktconform wordt verkocht of verhuurd.
  • Geeft meer grond (met voorrang) uit aan kleinere partijen zoals bewonersinitiatieven en particulieren.

Gepubliceerd door  Urban Technology 21 januari 2020