Aanpak Gas op Elektrisch

Praktijk

Gas op elektrisch monitorde en evalueerde in 2020 verschillende toepassingen van ZE-diensten in de praktijk. Het doel was om op basis van de dagelijkse praktijk inzicht te krijgen in kansen en voorwaarden van de inzet van zero-emissie vervoer. Binnen de looptijd van het project werden drie verschillende praktijkcases opgenomen van ENGIE, Unica en Heijmans.

Hoofdvraag

Op basis van de vragen en behoefte uit de praktijk formuleerde het onderzoeksteam de volgende centrale onderzoeksvraag:
Met welke logistieke concepten, laadstrategieën en gedragsinterventies is zero-emissie vervoer voor servicebedrijven te realiseren?

Deelvragen

De onderzoeksvraag is beantwoord met behulp van vijf deelvragen:

1. Wat zijn de huidige criteria en afwegingen op basis waarvan servicebedrijven voertuigen aanschaffen en ritten inplannen?
2. Welke vernieuwingen in de logistieke processen van servicebedrijven zijn nodig om ZE-vervoer in te zetten?
3. Hoe kan het adoptieproces van ZE-vervoer door medewerkers (de ZE-gebruikers) van servicebedrijven gestimuleerd worden?
4. Welke laadstrategieën faciliteren de inzet van ZE-vervoer bij servicebedrijven?
5. Welke nieuwe diensten kunnen ontwikkeld worden voor servicebedrijven die ZE-vervoer willen realiseren?

Aanpak

De projectdeelnemers in ‘Gas op elektrisch”:

1. Analyseerden de huidige situatie van servicebedrijven aan de hand van ritprofielen, interviews en energieverbruik.
2. Ontwierpen nieuwe concepten en interventies voor de inzet van (lichte) elektrische vrachtvoertuigen.
3. Evaluereerden nieuwe concepten en interventies met experimenten in de praktijk.
4. Valoriseerden de kennis voor de ontwikkeling van nieuwe diensten van het midden- en kleinbedrijf.