Rammen en beuken

Op weg naar de Olympische Spelen #RoadtoParis

6 mei 2024 09:30 | Studentenzaken

Xena Wimmenhoeve is gek op het rammen en beuken van rolstoelbasketbal. Zij is degene die voor stabiliteit in het team zorgt, het team dat regerend wereld-, Europees en paralympisch kampioen is. Xena kijkt uit naar een medaille aan het eind van de Paralympische Spelen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat we het kunnen.’

Aan de top zijn én blijven

Aan de top komen is één, maar aan de top blijven is een tweede, want ook de tegenstanders zitten niet stil. ‘Voor ons is de uitdaging om nóg beter te worden dan we al zijn. We hebben veel oefentoernooien in verschillende landen. We zijn o.a. op Lanzarote geweest en we gaan nog naar China. Ik ben ervan overtuigd dat we het kunnen.’

In Tokio, waar het team goud won, speelden ze in een vrijwel leeg stadion vanwege corona. Deze keer in Parijs belooft het voor Xena nog veel leuker te worden met haar familie in het publiek. ‘Dat is wel waar ik me het meest op verheug, naast die hele ervaring die bijna niet te beschrijven is; dat megagrote Olympische dorp met superveel sporters waar je bijna drie weken intern zit. Dat is zo bijzonder!’

Geen gekke dingen

Xena’s doel voor de Paralympische Spelen is nog beter worden dan ze al is. ‘Het klinkt een beetje cliché, maar ik denk dat er nog best wel veel uit te halen is.’ In vergelijking met haar vorige toernooien weet Xena nu veel beter wat ze aan het doen is. ‘Als je in de eerste paar jaren van je topsportcarrière een groot toernooi doet, ga je er super onbevangen in en laat je het allemaal op je af komen. Ik denk dat ik nu op een punt ben gekomen dat het team mij echt nodig heeft, in plaats van dat ik erbij zit om ervaring op te doen. Dat is een heel ander gevoel dan ik voorgaande jaren had.’

Xena’s kracht is dat ze altijd blijft doen wat ze moet doen. Iedereen weet wat ze van haar kunnen verwachten. ‘Wat ik in de trainingen laat zien, doe ik ook in de wedstrijd. Stel dat iemand een keer een mindere dag heeft, dan kunnen ze op mij bouwen. Ik doe geen gekke dingen en ben voor het team dus een stabiele factor.’

Handicap speelt geen rol

Xena heeft niet altijd in een rolstoel gezeten. Ze heeft kanker gehad, waardoor haar onderbeen is geamputeerd. Een jaar voordat ze ziek werd is haar moeder overleden aan kanker. ‘Sporten was wel het allerlaatste waar ik me mee bezighield, en dat heb ik de eerste vier jaar na haar en mijn ziekte ook niet echt gedaan.’

Toen Xena net in een rolstoel zat, wist ze nog niet af van paralympische sporten. Totdat iemand haar wees op de Paralympische Talentendag, een dag waarop je verschillende sporten kan uitproberen. Xena meldde zich aan. Ze had al opnieuw leren lopen met een sportprothese die ze kon kopen dankzij een crowdfundingsactie waarmee ze 10.000 euro had ingezameld. ‘Ik wilde weer kunnen rennen, en daarom wilde ik atletiek proberen. Ik wist zéker dat dat mijn sport was. Maar ik vond het helemaal niet leuk!’ Voordat ze ziek werd speelde ze handbal, ze was dus gewend aan een teamsport. Rolstoeltennis leek haar daarom ook niks; ‘ik wilde een individuele sport doen. Ook rolstoelbasketbal trok me niet, maar mijn vader vond dat ik het toch moest proberen. En ik was verkocht. Het gaat superhard: beuken, rammen, dat vond ik te gek. Eindelijk kon ik weer dingen doen zonder dat ik me beperkt voelde. Mijn handicap speelde daar helemaal geen rol. Niemand keek ernaar en dat gevoel was heel erg fijn.’

Dat was in 2017, en vier maanden later stond Xena al met het Nederlandse team op het Europees kampioenschap.

Geniet van elke dag

Xena heeft behoorlijk wat meegemaakt. Dat maakt dat ze des te meer beseft dat je van elke dag moet genieten, want voor je het weet is het de laatste. ‘Ik heb een quote op mijn arm getatoeëerd: carpe diem, “pluk de dag”.’

Natuurlijk zag ze dat niet meteen zo, maar door de rollercoaster waarin ze terechtkwam door de ziekte van haar moeder en daarna die van haarzelf, heeft ze vrij snel die knop omgezet. ‘Ik kwam direct in een soort overlevingsmodus terecht. Op dat moment dacht ik “ik kan hier wel om blijven huilen, maar ik kan er ook het beste uithalen en daarna zien we wel verder.” Dus ga niet bij de pakken neerzitten, maar maak er elke keer weer het beste van. Ook al ben je zoals ik megaziek met chemo’s en dat soort dingen. Ik heb er altijd het beste van gemaakt, en kijk eens waar ik nu sta!’

Topsport en studeren dankzij de Topsport Academie Amsterdam

Als je 30 uur per week moet trainen, kun je onmogelijk alle colleges volgen of alle opdrachten op tijd inleveren. Daarom heeft elke faculteit een topsportcoördinator die met de topsportende student steeds kijkt wat haalbaar is en wat niet, en zo nodig uitstel verleent of de mogelijkheid biedt langer over de studie te doen. Want kiezen tussen sport en opleiding is niet nodig.