‘Wij spiegelen ons aan onze ouders en onze omgeving’

Vrouwen en techniek op Internationale vrouwendag 8 maart

7 mrt 2024 13:18 | Afdeling Communicatie

Vrouwen en techniek is nog altijd geen vanzelfsprekende combinatie. Beeldvorming, gewoontes en voorbeelden dragen eraan bij. Student Ashmie Soedamah, alumna Marianne Dorder-Servet, lector Renée Heller en decaan Esther Ras gaan, ter gelegenheid van Internationale Vrouwendag, in op de kansen om hier verbetering in te brengen.

Ashmie Soedamah was als kind goed in wiskunde. Ook haalde ze computers uit elkaar. Toch valt voor haar pas op haar 37ste alles op z’n plek: ze studeert Cybersecurity. ‘Ik werkte een aantal jaar als inkoper bij UPC waar ze glasvezelkabels gingen leggen. Steeds kreeg ik te maken met netwerken, maar nooit in een technische functie. Tot ik bedacht dat ik weer wilde studeren, en dan iets wat ik echt wilde. Wat als ik nu net van school af zou komen, en alles zou mogen kiezen? Zo kwam ik terecht bij Cybersecurity en ICT, en viel alles op z’n plek.”

Marianne Dorder-Servet, die Informatie, Dienstverlening en -Management studeerde aan de Hogeschool van Amsterdam, miste gelijkgestemden. Het aantal vrouwen in de ICT, en vooral het aantal zwarte vrouwen, blijft achter. Om daar verandering in te brengen heeft Dorder-Servet, nu werkzaam als Informatiemanager Laboratoria in een ziekenhuis, drie jaar geleden de Stichting Zwarte Vrouwen voor Technologie opgericht. “Ik zag te weinig zwarte vrouwen in mijn werkveld. Ik kwam hun verhalen online niet tegen en ook in de zwarte gemeenschap waartoe ik behoor, werd er niet over gesproken. Daar wilde ik iets aan doen.”

Alumna Marianne Dorder-Servet

De ervaringen van Soedamah en Dorder-Servet zijn een illustratie van het beeld dat ook Renée Heller heeft. Zij is lector Energie en innovatie en hoofd van het kenniscentrum Techniek. In 2023 schreef zij ‘Op naar een rechtvaardige energietransitie: Feministisch perspectief op techniek’. ‘In de landen om ons heen werken ook weinig vrouwen in de techniek, maar in Nederland is het nog minder. Dat komt deels omdat techniek hier vooral als iets mannelijks wordt gezien. Daarnaast werken veel Nederlandse vrouwen parttime, terwijl in de techniek tot voor kort vooral fulltime banen beschikbaar waren.’

Esther Ras, decaan van de faculteit Techniek, vult aan: “Ik denk dat Nederland bij techniek denkt aan elektriciens, loodgieters en aan luidruchtige machines waar de olie en smeer nog aan vastkleeft.”

Decaan faculteit Techniek Esther Ras

Dorder-Servet weet bovendien dat zwarte vrouwen van huis uit niet worden gestimuleerd om in de techniek, of specifieker de ICT, te gaan werken. “Wij spiegelen ons aan onze ouders en onze omgeving. Is die beïnvloeding er niet dan is de kans dat je als zwarte vrouw in de ICT terechtkomt klein. Daarnaast heeft de ICT het imago mannelijk, wit, ontoegankelijk en technisch te zijn. Op ICT-congressen zie je vaak witte mannen en vrouwen en een enkele Aziatische vrouw op het podium. Als zwarte vrouw kijk je dus steeds naar een beeld dat niet tot je verbeelding spreekt.”

Toch is er wel een verschuiving zichtbaar. Heller: ‘Bij de faculteit Techniek zag je vroeger vooral mannelijke studenten, terwijl nu ongeveer 27 procent van de studenten vrouw is. Er zijn genoeg kansen om dat aantal verder te verhogen. De groep vrouwen met een schoolprofiel dat toegang geeft tot techniekopleidingen is namelijk groter dan de groep die deze richting ook daadwerkelijk kiest.’

Ras: ‘Tegenwoordig gaat de sector veel meer over fijnmazige slimme technieken en small devices. Techniek en technologie hebben een toepassing op hele andere vraagstukken dan het aanleggen van elektriciteit. En dát is wat er nodig is: dat vrouwen op een andere manier verleid gaan worden wat er mogelijk is met techniek en technologie.’

Een manier om dat te doen is volgens Heller om de cultuur en beeldvorming te veranderen. ‘Denk aan het werken met vrouwelijke rolmodellen op open dagen. Of aan een initiatief als Girls’ Day, waarbij technische bedrijven en onderwijsinstellingen hun deuren openen voor meisjes van 10 tot 15 jaar. Daarnaast is het goed om op open dagen duidelijk te laten zien waar techniek voor gebruikt wordt. Daardoor spreek je mensen niet alleen aan op een technische motivatie, maar ook op toepassingsgebied. Hiermee trek je meer vrouwen aan, maar ook andere groepen die nu minder goed vertegenwoordigd zijn. Zo krijg je een diverser type mens in je opleiding en werkveld.’

Ras: ‘Technologie speelt een belangrijke rol bij een hoop maatschappelijke problemen, of het nou gaat om het vertragen van de opwarming van de aarde of om huisvestingsproblematiek. Het gaat er om dat wij oplossingen vinden voor de manieren waarop we wij wonen, hoe wij omgaan met elkaar in relatie tot migratievraagstukken. Daar speelt techniek en technologie een belangrijke rol in, net als data. Als veel vrouwen weten wat voor impact je kan maken op veel maatschappelijke thema’s met techniek en technologie, zou techniek denk ik een stuk populairder worden onder vrouwen in Nederland. ‘

Soedamah ziet mogelijkheden in het klaslokaal. ‘Aan de hogeschool kan meer aandacht komen voor hóe de lessen worden gegeven’ als je de weinige vrouwen in de studie wilt behouden’, zegt zij. ‘Veel mensen denken: ik kan geen wiskunde. Maar het gaat erom dat je een andere manier van denken aanleert. Als je lessen daar wat meer op zou aanpassen – en misschien vaker visuele strategieën inzet in plaats van platte uitleg- zou je minder vrouwen verliezen. Soms mis ik ook het vermogen van docenten om de context mee te wegen. Als er maar één of twee vrouwen in een klas vol mannen zitten, zij minder geneigd zijn om dingen in de les te roepen. Vrouwen willen de stof eerst begrijpen, waar mannen vaak gewoon ervoor gaan en dan vaker op hun bek gaan.’

De Stichting Zwarte Vrouwen voor Technologie organiseert informatieve, interactieve ICT-events, vooral gericht op zwarte vrouwen die nog niet in het vakgebied werken. Aan het woord komen zwarte vrouwelijke ICT’ers - als ambassadeurs die hun eigen ervaringen bespreken. Maar ook zijn er workshops én komen niet-ICT onderwerpen aan bod, zoals timemanagement en ‘How to become a non-tech in a tech-world’.

Dorder-Servet: ‘We hebben daarnaast een ICT-carrièreprogramma met een voorbereidende oriëntatiefase waarin vrouwen kunnen ervaren of het vak echt iets voor hen is. En wat vaak in een plaatsingstraject wordt vergeten, is begeleiding en nazorg. Wij zorgen ervoor dat vrouwen die zijn gestart in de ICT nog drie jaar aan onze community verbonden blijven. Lopen ze ergens tegenaan in het werk of denken ze er zelfs over om uit de ICT te stappen, dan adviseren wij om dat niet meteen te doen. Vanuit onze stichting kijken we naar wat de vrouwen nodig hebben en helpen hen daarbij. Ze kunnen bijvoorbeeld ook groeien naar een ander specialisme. Er is voor vrouwen echt een plek binnen de ICT! En we denken niet te groot: iedere vrouw in de ICT is er een.”