Follow-up leeshulp 4-6

Project

'Lezen gaat voor (LGV)'en 'Lezen gaat door (LGD)' zijn veelbelovende schoolverbeteringsprojecten op het terrein van het leesonderwijs. LGV richt zich op de zwakke technische lezers in groep 4 en startte in het schooljaar 2004-2005. LGD is het vervolgproject voor leerlingen die ook in groep 5 nog een forse leesachterstand hebben. LGD startte in 2006-2007.

In beide projecten maken scholen kennis met effectieve methodieken voor leerlingen die bij het leren lezen een ernstige stagnatie vertonen. Ook maken scholen een leesverbeterplan om de kwaliteit van het leesonderwijs schoolbreed een impuls te geven.

Inmiddels hebben tientallen scholen in Almere en Lelystad aan één of beide projecten meegedaan. Meedoen impliceert een begeleide pilotperiode van twee jaar, waarna de school geacht wordt zonder begeleiding de LGV- en LGD-aanpak te vervolgen. De pilots worden begeleid door de Lerarenopleiding Basisonderwijs (Pabo) en de IJsselgroep.

Follow-up onderzoek Gefaciliteerd door het Lectoraat Maatwerk Primair is een follow-up onderzoek gedaan bij twee scholen die de pilotperiode inmiddels hebben afgesloten. Tijdens het onderzoek zijn gegevens verzameld over de vorderingen van leerlingen. Ook zijn interviews gehouden met intern begeleiders en onderwijsassistenten. Het onderzoek is uitgevoerd in mei-juni 2009.

In de pilotperiode zijn, gerekend over twee jaar en over beide scholen, in totaal 21 leerlingen begeleid. Zij kregen 15 weken lang 4x per week gedurende een half uur één-op-één leeshulp. De leeshulp werd deels gegeven door een pabo-student, deels ook door de school zelf.

Vooruitgang technisch en begrijpend lezen Wat betreft technisch lezen boekten de leerlingen duidelijke vooruitgang. Hoewel nog geen van de leerlingen groep 8 heeft bereikt, lijkt het een redelijke veronderstelling dat voor nagenoeg alle leerlingen AVI-9 binnen bereik is. Vijf leerlingen hebben dit niveau al in groep 6 of 7 bereikt. De betrokken leerlingen bleven, vergeleken met hun leeftijdsgenoten, zwakke technische lezers. Wat begrijpend lezen betreft is het beeld gunstiger. Enkele leerlingen hebben een niveau bereikt waarmee ze zich met hun klasgenoten kunnen meten.

Methodieken zijn verankerd In de periode na de pilot kregen, wederom gerekend over beide scholen, 11 van de 14 daarvoor in aanmerking komende leerlingen LGV-leeshulp van de school. Hun vorderingen vertonen, voor zover zich dat nu laat aanzien, hetzelfde patroon als van de eerder genoemde leerlingen.

Het is op beide scholen een gunstige omstandigheid geweest dat de huidige intern begeleiders en onderwijsassistenten dezelfde waren die de pilotperiode meemaakten. De methodieken zijn daardoor binnen de school verankerd. Een probleem is soms wel om de vereiste begeleidingsfrequentie - 4x per week - te realiseren.

Leesverbeterplan Beide scholen ontwikkelden een leesverbeterplan en voerden dat uit. Omdat de scholen de plannen niet evalueerden, is het moeilijk de resultaten ervan aan te geven. Wel bleek uit een analyse van de groeps- en schoolgemiddelden op diverse toetsen voor begrijpend lezen dat de resultaten van jaar tot jaar sterk schommelen. Een positieve trendmatige ontwikkeling is als gevolg hiervan niet gemakkelijk zichtbaar te maken.

Verbeterpunten Het follow-up onderzoek leverde ook enkele verbeterpunten op. Scholen zijn, dankzij hun leerlingvolgsysteem, tamelijk goed in het registreren van de vorderingen van leerlingen. Maar wat beter moet, is de registratie van de extra hulp die leerlingen krijgen. Het vastleggen daarvan is voor iedereen van belang, en nog extra voor dyslectische leerlingen. Vergoeding van buitenschoolse hulp is alleen mogelijk als de school kan aantonen voldoende leeshulp te hebben geboden.

Een ander verbeterpunt is de borging van de leesmethodieken in een schriftelijk vastgelegd protocol voor leeshulp. Aangezien zo'n protocol nog ontbreekt, is de borging sterk afhankelijk van de personele continuïteit op de scholen.

Gepubliceerd door  Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding 28 maart 2023

Project Info

Startdatum 10 apr 2012