Kenniscentrum faculteit Digitale Media & Creatieve Industrie

Participatieve Onderzoeksmethoden: Yes please!

Blogserie lectoraat Creative Media for Social Change

25 apr 2024 10:02 | Kenniscentrum FDMCI

Ik word heel erg enthousiast van onderzoeksmethoden. Vrijdag 12 april had ik het privilege om een presentatie te geven bij de conferentie Challenges and Opportunities in Participatory Research Methods over participatieve onderzoeksmethoden. Hiervoor ben ik afgereisd naar Lund University, een universiteit in Zweden, die de conferentie organiseerde om verschillende onderzoekers bij elkaar te brengen en te reflecteren op kansen en uitdagingen in het doen van participatief onderzoek.

Participatieve wat?

Yes please! Maar misschien is niet iedereen bekend met wat participatieve onderzoeksmethoden zijn. Laat staan waarom ze heel cool zijn. Met participatieve onderzoeksmethoden werk je als onderzoeker niet alleen aan het onderzoeksproces, maar doe je dit samen met actoren die centraal staan in jouw onderzoek. De mate van participatie verschilt per onderzoek, onderzoeksfase en per discipline. Meestal kijk je naar de verschillende facetten in het onderzoeksproces en hoe je deze participatief kunt maken. Sommige methoden, zoals member checking, vinden pas plaats in het analyse gedeelte van het onderzoek en in sommige onderzoeken worden verschillende methoden gedurende het hele onderzoekstraject ingezet. Zoals in mijn eigen onderzoek naar de werkwijze van de organisatie Buurtmoeders Moederskracht.

Ik presenteerde dan ook tijdens de conferentie in Lund een beschrijving van het onderzoek ‘Licht op Buurtmoeders MoedersKracht’, hoe ik probeerde gedeeld eigenaarschap van het onderzoeksproces te bewerkstelligen en de meerwaarde ervan. Ik legde vanaf het begin tot het einde van het onderzoeksproces uit hoe ik Buurtmoeders MoedersKracht betrok, zodat ze altijd baat hadden bij de onderzoeksactiviteiten. Dat maakt onderzoek minder extractief en meer genereus. De onderzoeker komt niet ‘data halen’, maar is actief bezig relaties op te bouwen, te herstellen, en kennis op te laten komen op manieren die voor alle betrokkenen betekenisvol zijn. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld geen focusgroepen doen, of interviews af te nemen, maar als vrijwilliger aan te sluiten bij de organisatie en mee te koken, boodschappen te doen, en samen te eten. Bijvoorbeeld, ik ben een dag lang met Ilhame Grinate (directrice van Buurtmoeders Moederskracht) gaan meelopen. Dan hoefde zij geen tijd vrij te maken in een al drukke werkweek en ervoer ik zelf wat het werk van de organisatie inhield Dit leverde waardevolle kennis op over de werkwijze van de organisatie en versterkte de band tussen mij, Ilhame en de vrijwilligers van de organisatie.

Ervaringen planten en kennis kruisbestuivingen

Het inzetten van participatieve onderzoeksmethoden vraagt flexibiliteit van de onderzoeker en dat is niet altijd makkelijk. Zo deelde Martina Angela Caretta in haar presentatie over member-checking dat dit onder andere ervoor zorgt dat het analyseproces langer duurt en meer kost dan in je onderzoeksvoorstel staat. Tegelijkertijd biedt het rijkere analyses en ethische onderzoeksprocessen waarin de gegeneerde kennis niet wordt opgesloten in een ivoren toren, maar als zaadjes in de grond kunnen groeien én kruisbestuiven. Termen als ‘knowledge democracy’ en ‘knowledge economies’ werden genoemd als mogelijke gevolgen van participatiever onderzoek.

De twee presentaties waar ik erg door geïnspireerd raakte waren die van Alice Schipper (professor Disability Studies aan de Universiteit voor Humanistiek) en die van Yafa Shanneik, professor Religious Studies aan Lund University in Zweden. Alice Schippers sprak over onderzoek met mensen met een beperking, en over hoe dit kritische vragen opwerpt over de term ‘disabled’. Schipper geeft aan dat het iets zegt over onze norm, over mogelijke ‘data robbery and tokenism’, en wat binnen de wetenschap gezien wordt als (waardevolle) kennis.

Yafa Shanneik deelde in haar presentatie de methode ‘body mapping’, een methode waarin participanten een omtrek van hun lichaam lieten maken en deze vervolgens gingen “inkleuren” met teksten en tekeningen om hun verhaal te vertellen. Zo vertelden ze hun eigen belichaamde verhaal over hun ervaring als vrouwelijke vluchtelingen uit Irak en Syrië, en doorbraken daarmee het verhaal waarin ze gepositioneerd werden als onderdrukte vrouwen die bevrijd dienen te worden.

Wat mij zo inspireerde aan deze presentaties was dat er vanuit verschillende disciplines participatieve methodes ingezet werden als vorm van social justice. Naast dat participatieve onderzoeksmethoden rijkere en inclusievere kennis oplevert, biedt het de mogelijkheid om gedurende (en erna!) het onderzoeksproces wat krom is recht te zetten. Of in ieder geval hieraan bij te dragen. Dan dient onderzoek een hoger doel. Die van sociale verandering, een missie die je terug kunt vinden in de naam van ons lectoraat. Ook vind ik het inspirerend dat deze manier van onderzoek vraagt om andere creatievere methoden. Werken met andere zintuigen en vormen van communiceren wanneer verbaal communiceren niet mogelijk is. Of het inzetten van Augmented Reality en Virtual Reality om verhalen minder statisch te maken om de ervaringen van vluchtelingen meer recht te doen.

Grensoverschrijdende inzichten

Aan het eind van de conferentie gaf Håkan Jönson, een van de organisatoren van de Lund Social Science Methods Centre nog een slot statement. Hierin gaf hij mee dat storytelling een terugkerend thema was tijdens de conferentie. Verhalen met en over anderen, verhalen over onderzoek, en het produceren van alternatieve verhalen op artistieke wijze.

Dat is ook wat ik meeneem van deze conferentie. Participatieve onderzoeksmethoden zijn constant in ontwikkeling, zijn nooit ‘af’, en vragen om nieuwe houdingen en praktijken binnen onderzoek waar we al doende inzicht in krijgen. Het leidt tot nieuwe vragen, nieuwe kritieken, maar ook nieuwe (her)waarderingen van plekken waarin participatie veel gebruikelijker is, zoals binnen indigenous , artistieke, en praktijkgerichte onderzoekspraktijken.