Centre of Expertise Urban Vitality

Margriet Pol associate lector Technologie en Participatie

24 jan 2023 17:03 | Urban Vitality

Van activiteitenmeter en beeldbellen tot robotica en Artificial Intelligence (AI). Technologie wordt steeds belangrijker in de zorg. Onder meer bij revalidatie in de thuissituatie. Hoe kunnen we mensen zo effectief mogelijk begeleiden, hun zelfstandigheid bevorderen en een heropname voorkomen? Door goede zorg én inzet van de nieuwste techniek, aldus hoofddocent onderzoek Margriet Pol. Onlangs werd ze benoemd tot associate lector voor de onderzoekslijn Technologie en Participatie, verbonden aan het lectoraat Ergotherapie – Participatie en Omgeving van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Haar missie? Met technologie bijdragen aan de kwaliteit van leven en een duurzame, inclusieve samenleving.

Margriet Pol

‘We hebben te maken met een sterke vergrijzing’, start Margriet Pol. ‘Tegelijkertijd heerst er arbeidskrapte in de zorg. Mensen worden eerder ontslagen uit ziekenhuizen, verpleeghuizen of revalidatie-instellingen. Met het idee om verdere begeleiding te laten plaatsvinden in de thuissituatie. Technologie zal een steeds grotere rol krijgen in de begeleiding thuis, na een opname. Denk aan beeldbellen. Dit doen we sinds de coronapandemie steeds meer. Mensen kunnen zo in hun eigen omgeving blijven en toch hun vragen stellen aan een zorgprofessional. Het gebruik van eHealth, digitale tools en platformen biedt cliënten en zorgprofessionals inzicht in het herstel en ondersteuning bij de revalidatie. Daarnaast geven digitale middelen de mogelijkheid om eigen regie te behouden, gewone dagelijkse activiteiten weer op te pakken en contact te onderhouden met de omgeving.’

Margriet Pol werkt als hoofddocent onderzoek voor de opleiding Ergotherapie. Vanuit het lectoraat Ergotherapie – Participatie en Omgeving ondersteunt ze studentenprojecten, onderzoeksprojecten en innovaties bij zorgorganisaties, zoals Vivium Naarderheem en GRZPLUS (living lab). Sinds kort is ze ook associate lector van de onderzoekslijn Technologie en Participatie. Ook werkt ze een dag per week als senior onderzoeker bij UNO Amsterdam: het Universitair Netwerk Ouderenzorg van het Amsterdam UMC.

Van promotietraject tot onderzoekslijn

Pol startte haar carrière als ergotherapeut. In 2019 promoveerde ze op de SO-HIP-studie: een onderzoek naar de toepassing van sensortechnologie in het dagelijks functioneren van zelfstandig wonende ouderen. ‘Ik ontwikkelde een interventie – bestaande uit coaching en activiteitenmonitoring met een sensor – om de revalidatie van ouderen te ondersteunen na een heupfractuur.’ In 2017 won ze hiermee de eerste prijs van het ‘Onderzoek van het Jaar’ bij de HvA.

Na haar promotietraject ontwikkelde ze de interventie verder in de praktijk. Daarnaast won ze in 2020 de Dhole-Eddlestone Memorial Prize van de British Geriatric Society voor het artikel in het journal Age and Ageing. ‘Dit artikel was gebaseerd op kwalitatief onderzoek in de SO-HIP-studie, naar de ervaringen van ouderen over de aangeboden interventie.’

Diverse onderzoeken volgden. Bijvoorbeeld naar de inzet van sensortechnologie bij de revalidatie van mensen na COVID-19. ‘Ik werk daarbij samen met diverse partners, waaronder zorgaanbieders, onderzoekers vanuit de lectoraten van de HvA-faculteit Gezondheid, het lectoraat Digital Life van de HvA en het Amsterdam UMC. Zo verbreed ik mijn kennis en vergroot mijn netwerk.’ Vanuit de vele onderzoeken ontstond uiteindelijk de onderzoekslijn Technologie en Participatie, binnen het lectoraat Ergotherapie – Participatie en Omgeving. Als associate lector is Pol verbonden aan het lectoraat. Inhoudelijk en organisatorisch is ze zelf verantwoordelijk voor het uitbouwen van de nieuwe onderzoekslijn.

Ontwikkelen, evalueren en implementeren

De projecten in de nieuwe onderzoekslijn richten zich op het ontwikkelen, evalueren en implementeren van technologie die dagelijkse activiteiten in de eigen omgeving ondersteunt en deelname aan de maatschappij faciliteert. Pol: ‘Veel van mijn onderzoek is gericht op het herstel van ouderen. Zodat ze weer kunnen functioneren in hun thuissituatie. We weten al dat technologie kan bijdragen aan het ervaren van meer eigen regie. Ik vind het dan ook heel belangrijk dat technologie toegankelijk is voor iedereen. Ook voor degenen met minder digitale of gezondheidsvaardigheden. Het uitgangspunt van ergotherapie is immers dat iedereen kan meedoen. En dat we bijdragen aan een inclusieve maatschappij.

Daarnaast kan het gebruik van technologie heropnames voorkomen, bijdragen aan preventie en zorgen voor kostenbesparingen. We zullen de komende jaren meer moeten doen met minder mensen. Heel belangrijk dus om zorgprofessionals goed te begeleiden in het gebruik van nieuwe technologie. Hoe kan dit hun werk ondersteunen? Dit gebeurt bijvoorbeeld in het onlangs gestarte onderzoek OTHER. Collega en promovendus Sanne Pellegrom onderzoekt hoe de OTHER-interventie (een doorontwikkeling van de SO-HIP-studie) ingezet kan worden bij mensen die thuis revalideren na een beroerte. Én wat professionals nodig hebben bij hun begeleiding. Met Vivium Naarderheem onderzoeken we momenteel hoe we de ambulante revalidatie verder kunnen ontwikkelen en hoe eHealth daarbij kan ondersteunen in het ‘blended’ werken (een combinatie van zowel fysieke begeleiding als begeleiding op afstand, red.). We hopen daarmee de klinische revalidatietijd te verkorten.’

Duurzame, inclusieve samenleving

Naast thuisrevalidatie, preventie en zelfregie wil Pol zich de komende jaren focussen op de inzet van eHealth, robotica en Artificial Intelligence (AI). Pol: ‘Kleine robots kunnen mensen bijvoorbeeld ondersteunen in hun dagstructuur, een seintje geven wanneer ze hun medicatie moeten innemen of aangeven dat het tijd is om een wandeling te maken. Bij AI kun je denken aan het verzamelen en analyseren van data. De data die we nu verzamelen, gebruiken professionals om herstelplannen te maken, samen met revalidanten. Je kunt data ook inzetten om veranderingen te signaleren. Zodat we voorspellingen kunnen doen over het herstel van mensen.

Ons onderzoek is altijd praktijkgericht. We betrekken veel studenten uit verschillende opleidingen. Als toekomstig professional geven we hen nu al heel veel kennis mee over de mogelijkheden van technologie om zorg en revalidatie te ondersteunen. Met deze onderzoekslijn hoop ik bij te dragen aan de ontwikkeling van het onderwijs. Als lector ben ik gericht op het ontwikkelen van innovatieve oplossingen. En draag ik graag bij aan meer kwaliteit van leven én een duurzame, inclusieve samenleving.’