Centre of Expertise Urban Vitality

Verduurzamen zorg Intensive Care

25 nov 2022 13:16 | Urban Vitality

Van verpakkingsmateriaal tot specialistische apparatuur. De Nederlandse gezondheidszorg is verantwoordelijk voor 6% van onze landelijke CO2-uitstoot. Een grote hoeveelheid materiaal en energie wordt verbruikt op de Intensive Care (IC). De hoge werkdruk die er heerst, is belastend voor verpleegkundigen. Welke handelingen zijn noodzakelijk? Hoe belastend zijn deze voor patiënt en professional? En hoeveel afval gaat ermee gepaard? Onlangs ontving het onderzoeksthema Intensieve Complexe Zorg van het Centre of Expertise Urban Vitality (CoE UV) van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) een stimuleringssubsidie van 40.000 euro. Om een jaar lang onderzoek te doen naar deze en andere vragen.

‘In een onlangs gepubliceerd rapport van het RIVM staat dat de Nederlandse gezondheidszorg verantwoordelijk is voor 6% van de totale CO2-uitstoot’, vertelt Willemke Stilma. ‘De IC heeft een groot aandeel in dit getal, al weten we nog niet precies hoe groot. Laatst las ik dat het energieverbruik van 1 IC-bed per dag gelijk staat aan het dagelijkse energieverbruik van een 4-persoons huishouden.’

Stilma is opgeleid als IC-verpleegkundige. Ze werkt als docent-onderzoeker aan de HvA en doet promotieonderzoek naar de toepasbaarheid, veiligheid en effectiviteit van de hoestmachine bij invasief beademde IC-patiënten. Ze heeft de dagelijkse leiding over het onderzoek ‘Op naar duurzame IC-zorg’. Hierbij ondersteund door Corine Latour - themaleider Intensieve Complexe Zorg en lector Integratie van Psychiatrische en Somatische Zorg – en Frederique Paulus: bijzonder lector Critical Care en senior-onderzoeker bij het Amsterdam UMC.

Willemke Stilma

Belastend voor mens en milieu

‘Verpleegkundigen verrichten heel veel handelingen op de IC, maar het is in de verpleegkunde nog niet zo gangbaar om handelingen te toetsen op hun effectiviteit. Vaak is daar geen tijd of budget voor’, vervolgt Stilma. ‘Sommige zijn noodzakelijk, maar voor andere is geen of weinig wetenschappelijk bewijs voorhanden. Deze handelingen kosten tijd en gaan vaak gepaard met veel plastic materialen en afval. Ze zijn daarmee belastend, voor mens en milieu. Denk bijvoorbeeld aan het bevochtigen van in te ademen lucht of aan het verwijderen van slijm uit de luchtwegen door uitzuigen. Ik denk dat er per dienst zeker één grote vuilniszak met afval wordt weggegooid per patiënt. Dan heb je het onder meer over matjes, handschoenen, uitzuigkatheters, infuuszakken, medicatieverpakkingen en plastic buisjes.’

Paulus: ‘Op de IC liggen de meest kwetsbare patiënten. We gebruiken veel wegwerpartikelen om het risico op een infectie zo klein mogelijk te houden. Een paar jaar geleden startten we met een watervrije IC. Daardoor zien we minder uitbraken van bepaalde infecties. Maar het levert veel extra plastic afval op. Weegt dat eigenlijk wel tegen elkaar op? Naar dergelijke vragen doen we vooraf nauwelijks onderzoek. Daarbij hebben we door de huidige vergrijzing steeds meer menskracht nodig. Deze is er niet. Daarom is het belangrijk dat we onderzoeken hoe we onze zorg effectiever en duurzamer kunnen uitvoeren.’

Frederique Paulus

Van literatuur tot praktijk

Het onderzoek ‘Op naar duurzame IC-zorg’ start in december 2022 en kent 4 fasen. Stilma: ‘We beginnen met literatuuronderzoek. Wat is er op dit moment bekend over de effectiviteit van verpleegkundige handelingen die worden uitgevoerd in het kader van luchtwegzorg op de IC? En welke aanvullende onderzoeksgegevens willen we verzamelen in de praktijk? We richten ons hierbij op de handelingen: balloneren, uitzuigen, bevochtigen, vernevelen en gebruik van de hoestmachine.’

In fase 2 bepalen de onderzoekers hoe ze de analyse van de praktijk vormgeven. Paulus: ‘Met een groep onderzoekers zullen we de eerder genoemde verpleegkundige handelingen beschrijven en bepalen welke aspecten ervan we willen meten in de praktijk. Om een gemiddelde tijdsinvestering en hoeveelheid afval te kunnen bepalen, moeten we uiteraard diverse metingen en observaties doen.’

In fase 3 voert Stilma de observaties uit met collega-verpleegkundigen en studenten in het Amsterdam UMC en het Erasmus MC. ‘Mogelijk sluiten er nog andere ziekenhuizen aan. We observeren hoeveel tijd een handeling kost vanaf het moment dat een verpleegkundige bedenkt dat de handeling nodig is, tot het moment dat hij of zij de handeling registreert in het dossier. Ook onderzoeken we hoeveel afval ermee gepaard gaat.’

Onderbouwd werken

Aan de hand van de uitkomsten van het praktijkonderzoek ontwikkelen de onderzoekers een matrix, die inzichtelijk maakt hoeveel tijd een handeling kost, hoe effectief deze is en hoeveel afval ermee gepaard gaat. Paulus: ‘De luchtwegzorg in Nederland verschilt per IC. Na afloop van ons praktijkonderzoek willen we met een groep experts een richtlijn creëren rondom goede luchtwegzorg. Nu zeggen we bij bepaalde handelingen: ‘Baat het niet, dan schaadt het niet.’ Straks kunnen we aantonen dat sommige handelingen wel degelijk belastend zijn. Voor de patiënt, de verpleegkundigen of voor het milieu.’

Stilma: ‘Tijdens dit onderzoek betrekken we de European federation of Critical Care Nurses associations (EfCCNa) als kennispartner. Aan de hand van onze richtlijn zetten we met hen een mission statement op papier, ter ondersteuning van IC-verpleegkundigen in heel Europa. Dit lost de huidige problemen niet direct op, maar het geeft wel richting.’

En dan? Stilma: ‘Ik hoop natuurlijk op uitgebreider vervolgonderzoek. Bijvoorbeeld naar de duurzaamheid van andere verpleegtechnische handelingen op de IC. Of naar manieren om de onderzochte handelingen duurzamer uit te voeren. Zodat verpleegkundigen hun werk op de IC steeds meer onderbouwd en met oog voor het milieu kunnen uitvoeren.’