Centre of Expertise Urban Vitality

Gezond ouder worden met zuivel en plantaardige eiwitten

13 okt 2022 13:40 | Urban Vitality

Gezonde spieren en voldoende spierkracht zijn van groot belang bij gezond en veerkrachtig ouder worden. Eiwitten leveren de bouwstenen voor de spieren. Ze zijn daarom extra belangrijk op hogere leeftijd. Het gebruik van veel dierlijke eiwitten is echter belastend voor het milieu. Daarom wordt steeds meer gezocht naar alternatieven op basis van plantaardige producten en zuivel. Maar hoe zorg je ervoor dat de eiwitkwaliteit en -inname voldoende blijft? Zeker voor ouderen (60+) met overgewicht of obesitas die proberen af te vallen en daarbij vaak spiermassa verliezen. Onlangs ontving het lectoraat Voeding en Beweging van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) een subsidie van €400.000 van Topconsortia voor Kennis en innovatie (TKI) om op deze en andere vragen een antwoord te formuleren tijdens het 4-jarige onderzoeksproject Impact.

‘Spieren ondersteunen je fysieke gezondheid en zorgen voor veerkracht’, vertelt projectleider en onderzoeker Sjors Verlaan. ‘Zeker wanneer je ouder wordt. Voldoende spierkracht helpt je je dagelijkse bezigheden uitvoeren. Boodschappen doen bijvoorbeeld. Of een rondje wandelen. Daarnaast zorgt het ervoor dat je sneller herstelt wanneer je ziek bent. Veel ouderen bewegen te weinig. Daarnaast krijgen ze vaak minder eiwitten binnen omdat ze minder eten. De afname van spiermassa zorgt ervoor dat ouderen vaak sneller en langer ziek zijn. Ouderen met overgewicht, die proberen af te vallen, verliezen ook spiermassa. Uit onderzoek weten we dat voldoende training en eiwitinname ervoor zorgen dat de spiermassa behouden blijft.’

Minder dierlijke eiwitten

Verlaan werkt als onderzoeker bij FrieslandCampina. Hij doet onderzoek naar de invloed van voeding en beweging én de rol van eiwitten op de gezondheid van de spieren, met name bij ouderen. Hij is betrokken bij onderzoeksprojecten in het Radboud Universitair Medisch Centrum en de HvA en is projectleider bij onderzoeksproject Impact.

‘Wanneer we ouderen vragen meer eiwitten te eten, dan grijpen zij vaak naar vlees, vis, eieren en zuivel. Op zich goed, ware het niet dat de verwerking van dierlijke producten een negatieve impact heeft op het milieu. We willen ouderen daarom stimuleren richting een meer plantaardig dieet. Tegelijkertijd willen we de eiwitkwaliteit en het -volume hoog houden. De grote vraag is: hoe kunnen we dit realiseren? Vanachter een computer lijkt enkel plantaardig eten heel mooi. In praktijk zien we dat ouderen daardoor meer risico lopen op verlies van spiermassa en -kracht. Je moet nu eenmaal heel veel groenten en vleesvervangers eten, wil je voldoende eiwitten binnenkrijgen. Zo’n 25 à 30 gram eiwitten per maaltijd is ideaal. Weinig mensen halen dit. Alleen het avondeten bevat vaak voldoende eiwitten. Zuiveleiwitten, zoals yoghurt, melk en kwark, zijn makkelijk te consumeren. In kleine porties zitten vaak veel én goede eiwitten.’

Realistische voedingsconcepten

Het 4-jarige onderzoeksproject Impact bestaat uit 3 fasen. Verlaan: ‘We starten met de ontwikkeling van meer plantaardige, eiwitrijke voedingsconcepten met zuivel. Daarbij ontwikkelen we alternatieven voor het ontbijt, de lunch en het diner. Hoe we dat doen? Eerst stellen we de randvoorwaarden vast. Zo willen we bijvoorbeeld dat ouderen 1,2 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht per dag eten. Liefst 25 gram eiwit per maaltijd. We willen minstens een bepaalde eiwitkwaliteit gebruiken. Daarbij willen we 500 kilocalorieën onder de dagelijkse voedingsbehoefte blijven, zodat mensen afvallen. Onze voedingsconcepten bestaan idealiter uit 60% eiwitten uit plantaardige voedingsmiddelen en 40% eiwitten uit dierlijke producten, waaronder zuivel.

Studenten Voeding en Diëtetiek onderzoeken op dit moment hoe ouderen gewoonlijk eten en welke aanpassingen we kunnen doen in hun eetgewoonten om ze gezonder te laten eten. We baseren ons dus op de huidige eetgewoonten van ouderen. Dit doen we om zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de praktijk en realistische alternatieven te ontwikkelen. Of ouderen zelf zonder vlees willen? Ik denk dat weinigen helemaal zonder willen, maar we kunnen ze wel stimuleren om te minderen.’

Kwaliteit van leven

Wanneer de voedingsconcepten gereed zijn, worden deze getoetst bij de doelgroep. Verlaan: ‘Is het haalbaar? Is het realistisch? Kunnen ouderen de maaltijden zelf bereiden? Kunnen ze de producten betalen? Oudere mensen veranderen niet snel. Dus daar ligt een uitdaging voor ons. We zullen goed moeten luisteren naar hun behoeften en daarop moeten inspelen. We hopen ze natuurlijk te verleiden met lekkere recepten. Ook is voorlichting een belangrijk onderdeel.

De laatste 2 jaar van ons onderzoek staan in het teken van het testen van de voedingsconcepten in combinatie met training. In deze fase betrekken we waarschijnlijk studenten Voeding en Diëtetiek, Fysiotherapie en Biomedische Wetenschappen. We vragen ouderen hun eetgewoonten bij te houden in een eetdagboekje. Daarnaast stimuleren we hen met e-health om voldoende te trainen. Wat we hopen te zien, is een afname in gewicht met behoud van spierkracht en -massa. Een gezondheidswinst door een actieve leefstijl met een meer eiwitrijk en plantaardig dieet. Meer fitte en gezonde ouderen dus. Ik hoop dat onze nieuwe voedingsconcepten zo dicht bij de praktijk blijven dat ze haalbaar zijn voor velen. Zo kunnen we een verandering bewerkstellingen, bijdragen aan een hogere kwaliteit van leven en aan het gebruik van meer duurzame voeding.’