Centre of Expertise Urban Vitality

Subsidie voor ontwikkelen preventief leefstijlonderwijs

20 dec 2021 17:32 | Urban Vitality

Bewegen, Roken, Alcoholgebruik, Voeding en Ontspanning (BRAVO). Vijf belangrijke leefstijlfactoren voor professionals in de zorg en het sociaal domein om te bespreken met cliënten. Ze bepalen namelijk in grote mate iemands gezondheid. Maar hoe start je het gesprek hierover? Hoe (ver)leid je mensen tot gezonde(re) keuzes? En hoe doe je dit samen met collega’s uit andere disciplines? Onlangs ontving het lectoraat Integratie van Psychiatrische en Somatische Zorg van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) vanuit ZonMw een subsidie van 200.000 euro voor het ontwikkelen van interprofessioneel, preventief leefstijlonderwijs rondom de BRAVO-thema’s.

‘Jaarlijks sterven in Nederland 35.000 mensen door roken, overgewicht of probleemdrinken’, vertelt Jannet de Jonge. ‘Een ongezonde leefstijl gaat vaak samen met andere problemen, zoals financiële zorgen, stress of psychische klachten. Mensen motiveren en helpen om gezond(er) te leven, vraagt lef van professionals. Hoe zorg je ervoor dat je iemand niet schoffeert? En hoe betrek je je collega’s uit andere disciplines? Onderwijs hierover is beperkt beschikbaar en sterk versnipperd.’

De Jonge is senior onderzoeker, hoofddocent aan de opleiding Verpleegkunde en projectleider van BRAVO in het onderwijs. Haar onderzoeksthema is Motiverende Gespreksvoering. ‘Deze methodiek, ontwikkeld in de verslavingszorg, wordt breed ingezet in de zorg. Bij allerlei gesprekken waarin mensen weifelend tegenover een gedragsverandering staan.’

Jannet de Jonge

Gezonde gedragsveranderingen

Een gezonde leefstijl hangt nauw samen met gedrag. ‘We weten dat mensen vaak meer kwaliteit van leven ervaren als zij gezond(er) leven. Wanneer je bij de huisarts komt vanwege overgewicht, dan is een verwijzing naar een diëtist een logische stap. Wanneer je als hulpverlener bij mensen thuiskomt omdat ze schulden hebben, maar je ziet óók dat de bierflesjes zich ophopen, dat mensen fors te zwaar zijn en dat de lucht bedompt is door het vele roken. Hoe start je dan het gesprek? Vaardigheden om leefstijlgewoontes aan te kaarten zijn cruciaal. Daarbij is het heel belangrijk dat je weet welke interventies en projecten er bestaan, hoe je mensen ernaartoe leidt én wanneer je je collega’s uit andere specialismen betrekt.’

Eerder deed De Jonge veldonderzoek naar de samenwerking tussen professionals uit de ggz en wijkteams. ‘Zij gaven aan dat gedragsveranderingen vaak moeizaam op gang komen omdat professionals niet dezelfde taal en visie delen. Terwijl daar wél behoefte aan is.’

Vakoverstijgend onderwijs

Het ontwikkelen van preventief, interprofessioneel onderwijs rondom de BRAVO-thema’s sluit naadloos aan bij het preventieprogramma van subsidiegever ZonMw. Én bij het Nationaal Preventieakkoord: een convenant van de Rijksoverheid gericht op het terugdringen van roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik. De Jonge: ‘Een van de opdrachten uit het Nationaal Preventieakkoord is om professionals te leren het gesprek aan te gaan over de BRAVO-thema’s. Wanneer kun je daar nu beter mee beginnen dan tijdens je studie?’

Vanaf 1 februari 2022 werken docenten van de HvA, NHL Stenden Hogeschool, Fontys Hogeschool en de Universiteit van Amsterdam daarom 3 jaar lang aan het ontwikkelen van 3 onderwijsmodules. ‘Vanuit de HvA doen we dit met de opleidingen Social Work, Toegepaste Psychologie, Ergotherapie en Verpleegkunde. Ook vanuit de andere hogescholen doen verschillende opleidingen mee. Vakoverstijgend onderwijs ontwikkelen dus.’

Informeren, interveniëren en samenwerken

Het ontwikkelen van de drie onderwijsmodules duurt ongeveer anderhalf jaar. De Jonge: ‘De eerste module Herkennen, Bespreken en Informeren wordt een gesprekstraining, waarin studenten bijvoorbeeld motiverende gesprekstechnieken aangereikt krijgen. Ze leren problemen herkennen én bespreken. In de tweede module, Interveniëren, leren studenten welke interventies er bestaan. Denk aan praatgroepen of activiteiten in bijvoorbeeld een buurthuis. Welke interventie past het beste bij jouw cliënt? En hoe kun je iemand ernaartoe leiden? Daarnaast willen we studenten door projectonderwijs laten onderzoeken hoe ze bestaande interventies kunnen verbeteren.

De derde module, Samenwerking, richt zich op praktijkonderzoek in bestaande leernetwerken. Hierbij werken studenten in een praktijksituatie aan een bestaand probleem. Ook kunnen ze onderzoeken of er draagvlak is voor een nieuw samenwerkingsverband. In Amsterdam-Zuidoost is bijvoorbeeld een wijkkliniek - Wijk-up Call! - voor mensen met een migratieachtergrond. De kliniek bevordert het herstel van kwetsbare ouderen tijdens en na een acute ziekenhuisopname. Leefstijlontwikkeling is hier nog niet zo duidelijk in het programma opgenomen. Ik kan me voorstellen dat studenten op deze plek onderzoeken hoe je de BRAVO-thema’s kunt toevoegen aan het bestaande aanbod.’

Praktijk dienen

Wanneer de onderwijsmodules gereed zijn, worden ze gedurende één studiejaar getest in een pilot onder studenten van de betrokken onderwijsinstellingen en opleidingen. De Jonge: ‘De opleidingsmanagers denken mee over de plek in het curriculum, zodat we de modules kunnen borgen binnen de rest van het onderwijs. Wanneer de kinderziektes verholpen zijn, willen we ons aanbod landelijk neerzetten.’

Wat de nieuwe modules straks toevoegen? De Jonge: ‘De samenwerking tussen verschillende professionals is vernieuwend in het onderwijs. Het zorgt voor een verbreding van vakkennis en een grotere kwaliteit van zorg en ondersteuning. De manier van werken sluit naadloos aan op de vraag vanuit beroepspraktijk. En dat is wat onderwijs moet doen: de praktijk dienen. Met als ultieme doel de burger van de best mogelijke zorg en ondersteuning voorzien.’