Centre of Expertise Urban Vitality

Strijd tegen spierverlies van labtafel tot bed

2 jul 2021 10:38 | Urban Vitality

Wie in het ziekenhuis ligt, beweegt weinig. Dat brengt processen op gang in de spieren die leiden tot het verlies van spiermassa en aanpassingen in de stofwisseling. Na hun opname hebben patiënten daar vaak nog lang last van. Hoe werkt dat precies, en wat kun je eraan doen? Promovendus Moritz Eggelbusch onderzoekt dit – zowel in het laboratorium als in het ziekenhuis. “Werkingsmechanismes uitzoeken in het lab en vervolgens naar het bed brengen, dat is de toekomst.”

In zijn promotieonderzoek komt Moritz Eggelbusch (27) op allerlei verschillende plekken. Hij is op zoek naar de relatie tussen inactiviteit, ontsteking en spierfunctie. Een deel van zijn werk vindt plaats in het Spierlaboratorium van de Vrije Universiteit (VU). “In het laboratorium bekijken we in een uiterst gecontroleerde omgeving hoe ontstekingen en inactiviteit leiden tot aanpassingen in spiercellen. Vervolgens testen we nieuwe behandelmethodes in proefdiertesten. We wekken een ontsteking op en bekijken op moleculair niveau wat voor effect dat heeft op spiercellen.”

Maar hij reisde ook naar Keulen, waar hij deelnam aan een project van de Europese en Amerikaanse ruimtevaartorganisaties (ESA en NASA). “Het was een superfuturistische omgeving daar”, zegt Eggelbusch. Er liep een experiment om de effecten van lange ruimtereizen op het lichaam te meten. “Gezonde mensen lagen er 60 dagen in bed. We hebben hun spierweefsel en bloed afgenomen. De eerste resultaten laten zien dat er na zes dagen al de eerste tekenen van type 2 diabetes te zien zijn als gevolg van de inactiviteit.”

Moritz Eggelbusch HvA

Moritz Eggelbusch

3D-beelden

De volgende stap is om die inzichten te vertalen naar de praktijk: de patiënt in het ziekenhuis. Daarvoor maakt hij deel uit van het ProIntens-project van het HvA-lectoraat Voeding en Beweging. Dat project richt zich op het verbeteren van het fysiek functioneren van oudere ziekenhuispatiënten. Patiënten in deelnemende ziekenhuizen worden gescreend op ondervoeding omdat dit het herstel vertraagt. De onderzoekers kijken of extra beweging gekoppeld aan een voedingsinterventie met extra eiwitten verschil maakt.

Eggelbusch: “Mijn rol is om bij opname, bij ontslag en gedurende de revalidatieperiode de spiergrootte en -functie van patiënten te onderzoeken. Daarvoor combineer ik echo-beeldvorming met motion capture, waarmee ik 3D-beelden van de spieren maak om de toestand van de spieren in beeld te brengen. Als deze techniek goed werkt, is dat een grote vooruitgang voor het onderzoek en voor de patiënten: een MRI-scanner is duur en lastig te combineren met alle slangen en apparatuur waar patiënten in het ziekenhuis aan liggen, terwijl ik met mijn echo-apparaat gewoon van kamer naar kamer kan lopen.”

Kwaliteit van leven

Eggelbusch ziet dus een duidelijke lijn in zijn ‘omzwervingen': die voeren hem van de labtafel naar het bed van de patient. “We begrijpen straks hopelijk beter waarom spiermassa in opgenomen patiënten afneemt. Als de processen inderdaad blijken te werken zoals we denken, dan zou een interventie kunnen bijdragen aan het verminderen van spieratrofie en daarmee van lijden. Vanuit het lab liggen er meerdere middelen klaar, die voortgekomen zijn uit mijn metingen met gekweekte cellen. Hopelijk werken deze middelen in muizen, zodat we die daarna ook in patiënten kunnen toepassen. Dat is uiteindelijk waar ik het allemaal voor doe. Labwerk is leuk, maar het doel is altijd om patiënten te ondersteunen in het behouden van spiermassa en zo hun kwaliteit van leven te verbeteren.”

Sterktes

Deze mengvorm van onderzoek in het lab en in de praktijk wordt translationeel onderzoek genoemd. “Je zoekt naar mechanismen en past je inzichten vervolgens toe op echte patiënten om die rechtstreeks ten goede te laten komen aan de menselijke gezondheid”, zegt Eggelbusch. “Wat mij betreft is het de toekomst.” Op dit moment is het echter nog allerminst gebruikelijk om zo te werken.

Formeel is de aanstelling van Eggelbusch daarom best ingewikkeld. Maar waar het op neer komt is dat Afdeling Dietetiek en Voedingswetenschappen van het Amsterdam UMC, het Spierlaboratorium van de Vrije Universiteit, het CoE Urban Vitality van de HvA en het Onderzoeksinstituut Amsterdam Movement Sciences (AMS) intensief samenwerken,; van fundamenteel tot en met praktijkgericht onderzoek. “We koppelen elkaars sterktes aan elkaar en hopen daarmee verder te komen in het leveren van oplossingen voor mensen in de praktijk.”

Wisselwerking

Prof. dr. ir. Peter Weijs is als lector en hoogleraar Voeding en Beweging bij HvA en Amsterdam UMC betrokken: “Moritz legt de nadruk op het lab als vertrekpunt. Dat is een kwestie van perspectief. Het is cruciaal dat we de juiste praktijkvragen ophalen en proberen vitaliteit aan mensenlevens toe te voegen. Daarvoor moet je soms diepgaandere vraagstukken oplossen, om vervolgens in de praktijk nog verder te komen. In optimale wisselwerking daartussen, daar ligt zeker toekomst”.