Betere gezondheid en welzijn door wijkgerichte preventie

Hogeschool Utrecht en Hogeschool van Amsterdam slaan handen ineen

9 nov 2021 10:30 | Urban Vitality

Gezondheid en welzijn hangen op allerlei manieren samen. Toch zijn gezondheidszorg en het sociale domein grotendeels gescheiden werelden. PREVENT, een onderzoeksgroep van tien lectoraten van Hogeschool Utrecht (HU) en de Hogeschool van Amsterdam (HvA) gaat daar verandering in brengen. Met een zogenoemde SPRONG-subsidie versterkt PREVENT de komende acht jaar de huidige kennisinfrastructuur voor interprofessionele samenwerking op het gebied van preventie in de wijk.

De komende jaren staat de Nederlandse samenleving voor grote maatschappelijke uitdagingen die gezondheid en welbevinden van mensen onder druk zetten. Er is dubbele vergrijzing, meer mensen hebben chronische aandoeningen, er is eenzaamheid en steeds meer mensen leven in armoede. Zorg- en hulpvragen worden complexer en de kosten stijgen. Met name grote steden als Amsterdam en Utrecht hebben specifieke uitdagingen, zoals een groeiende bevolking, (super)diversiteit en grote kansenongelijkheid. Er wonen veel mensen in kwetsbare omstandigheden, bijvoorbeeld vanwege psychische problemen, laaggeletterdheid, een (niet-westerse) migratieachtergrond, eenzaamheid, geen (betaald) werk en/of (dreigende) schulden. Een afname van bestaanszekerheid voor deze groepen heeft de afgelopen jaren grote impact gehad op hun gezondheid. Dat gaat gepaard met stress, angst, somberheid, een ongezonde leefstijl, en/of andere gezondheidsproblemen. Door de coronacrisis is bovendien veel sociale problematiek vergroot. Dat dreigt de komende jaren te leiden tot een sterkere toename van gezondheidsverschillen.

Collectieve aanpak

De relatie tussen sociale problematiek en gezondheid is complex. Er is veel winst te behalen in gezondheid en welzijn van bewoners door meer aandacht te schenken aan gedrag, leefstijl, preventie, tijdige signalering en de juiste doorverwijzing. “Gezondheid en welzijn zijn nu grotendeels gescheiden werelden”, zegt Cindy Veenhof, lector Innovatie van Beweegzorg bij Hogeschool Utrecht (HU). “Ze kennen aparte bekostiging en verschillende werkwijzen. Professionals spreken elkaars taal niet. De problemen van mensen in de wijk worden nu benaderd vanuit twee werkvelden: de domeinen van zorg en welzijn. Professionals opereren vanuit hun eigen domein, terwijl de problemen die inwoners ervaren een overkoepelende aanpak nodig hebben. Dat vraagt om een interprofessionele aanpak.”

Fundament

“Als we gezondheidsverschillen bij de kern willen aanpakken, is niet alleen een persoonsgerichte benadering noodzakelijk, maar ook een collectieve aanpak in de wijk”, zegt Lex Veldboer, lector Stedelijk Sociaal Werken bij de Hogeschool van Amsterdam (HvA). “In welzijnswerk is collectieve aanpak van individuele problematiek gangbaar, bijvoorbeeld in buurtcirkels tegen eenzaamheid onder bewoners; in de zorg is dat nog niet het geval.”
Veenhof: “Om integrale, wijkgerichte preventie mogelijk te maken, moeten zorg en welzijn tot elkaar komen. De SPRONG-groep PREVENT legt daarvoor het fundament.” PREVENT richt zich op het doorontwikkelen, verbinden en toepassen van kwalitatief goed onderzoek en ontwikkelt een goede (onderzoeks)infrastructuur in wijken om de uitdagingen aan te pakken.

Living labs

De kerngroep bestaat uit zes HU-lectoraten en vier lectoraten van de Hogeschool van Amsterdam (HvA), “Met een breed spectrum van betrokkenen bouwen we gezamenlijk aan een goede wijkinfrastructuur”, zegt Veldboer. “De lectoraten in PREVENT werken al in zes zogenoemde living labs in wijken in Utrecht en Amsterdam. Daarin werken professionals interprofessioneel samen in verschillende verbanden. Van huisarts tot buurtsportcoach, van schuldhulpverlener tot wijkverpleegkundige, en van paramedicus tot sociaal werker. Maar ook met onderzoekers, beleidsmakers, docenten, studenten en bewoners.” Veenhof: “Het idee is om de kennis en expertise uit elk van de living labs te verzamelen in de lectoraten, zodat die over de disciplines heen beschikbaar komt. Waar mogelijk passen we deze toe in andere living labs. Er vinden kruisbestuivingen plaats tussen professionals, maar ook tussen faculteiten en kenniscentra van de HU en de HvA. Daardoor gaan we hopelijk grote sprongen maken.”

Onderzoek en onderwijs

Veldboer noemt als voorbeeld onderzoek naar de stand en conditie van collectieve voorzieningen in de wijk, zoals buurthuizen. “Die hebben een functie op gebied van preventie en vroegsignalering, maar door bezuinigingen treedt verschraling op.” Een Utrechts project waarin paramedische studenten gezondheidschecks uitvoeren in zulke collectieve voorzieningen kan die verschraling wellicht opheffen. Veenhof vult aan: “De gezondheidschecks zijn op dit moment vooral een onderwijsproject. Dankzij SPRONG kunnen we daar nu dus onderzoek aan koppelen. De verzamelde kennis kan vervolgens weer verspreid worden naar de beroepspraktijk, de gemeente, ggd’s en onderwijs.” Een ander voorbeeld is valpreventie. Veenhof: “Zowel de HU als de HvA hebben daarop projecten met een interprofessionele aanpak, maar met andere accenten. Dankzij de samenwerking kunnen beide projecten van elkaar leren.”

Consortium

SPRONG is een bijzondere subsidie, die niet zozeer gericht is op inhoudelijke projecten, maar op het versterken van bestaande samenwerkingen en het bouwen van een zogenoemde kennisinfrastructuur: een breed netwerk van lectoraten, kennisinstellingen, brancheverenigingen, uitvoeringsorganisaties en overheden die dezelfde taal spreken en kennis met elkaar uitwisselen over de grenzen van disciplines heen. De kern van de PREVENT-groep bestaat uit tien lectoraten:

Hogeschool Utrecht:

  • Innovatie van Beweegzorg
  • Schulden en Incasso
  • Innovaties in de Preventieve Zorg
  • Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening
  • Proactieve Zorg voor Thuiswonende Ouderen
  • Participatie Zorg en Ondersteuning

Hogeschool van Amsterdam:

  • Armoede Interventies
  • Stedelijk Sociaal Werken
  • Ergotherapie – Participatie en Omgeving
  • Gezondheid en Omgeving

Daarnaast zijn nog een tiental lectoraten en 40 bachelor- en masteropleidingen van beide hogescholen betrokken.