Vier jaar extra voor onderzoek naar sport, presteren en bewegen

27 sep 2021 12:44 | Urban Vitality

Goed nieuws! Drie bijzonder lectoraten van de faculteit Bewegen, Sport en Voeding zijn verlengd en hebben ook een nieuwe naam gekregen. Dit gaan ze de komende jaren doen:

Bijzonder lectoraat Sport- en Prestatiepsychologie

Lector Raôul Oudejans heeft zich in de afgelopen 4 jaren stevig vastgebeten in het onderzoeksprogramma Training for Excellence (T4X); een oefenmethode voor het leveren van topprestaties in muziek, dans en sport. Hij onderzocht dit met zijn team bij de academie van het Koninklijk Concertgebouworkest, het Residentie Orkest, Conservatorium van Amsterdam, Codarts dansopleiding en de Orange Lions Academy women; het basketbal opleidingsprogramma voor vrouwen van de basketbalbond en Topsport Amsterdam.

Raôul Oudejans

“We gingen vooral praktisch op de werkvloer aan de slag bij deze partners (trainers, docenten, musici): hoe train je dan het best je basketbalschot, je dansoptreden, hoe repeteer je voor een concert?” vertelt Raôul. “In de komende vier jaar verleggen we de aandacht naar een hoger niveau binnen deze en andere organisaties; de beleidsmakers. Hoe kunnen organisaties deze methode als vast onderdeel opnemen binnen hun organisatie? Wat zijn de obstakels, wat de uitdagingen, is er draagvlak, zijn er voldoende middelen? We willen de organisaties zelf laten nadenken over de mogelijkheden om T4X duurzaam te implementeren.”

Nieuwe naam

“’Leren en presteren in de sport’ kon ik zelf prima uitleggen aan anderen, maar ‘Sport en Prestatiepsychologie’ is een veelgebruikte term die ook duidelijk maakt dat het niet alleen om sport hoeft te gaan. Je kunt er opleidingen in doen, het is een officieel vakgebied. En het dekt dus ook heel goed de lading van wat wij doen.” Dus met een frisse naam en duidelijke plannen gaat Raôul enthousiast verder aan de slag met zijn T4X.

Bijzonder Lectoraat Talentontwikkeling in Sport en Bewegen

De grondbeginselen van het onderzoekswerk van lector Geert Savelsbergh liggen in het Athletic Skills Model (ASM). Het hoofdthema blijft het optimaliseren van talentontwikkeling voor ieder kind. De focus voor de komende jaren ligt op ‘leren bewegen gestuurd door de omgevingsinrichting’. Dat kan bij uitstek in het Dr. Meurerhuis, het gebouw van de Hogeschool van Amsterdam waar de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) en Sportkunde - leerroute Sport, Management en Ondernemen zijn gevestigd. Daar is een nieuwe gymzaal ingericht waar de 10 grondvormen van het ASM centraal staan. In de zaal kun je leren glijden, klimmen, vallen, rennen, rollen, etc.

Geert Savelsbergh

“Ik wil graag VU-studenten bewegingsanalyses laten doen in de zaal, gecombineerd met de praktische vaardigheden van ALO-studenten. Ik heb in de voorgaande periode een beweegbaan ontworpen en gevalideerd, gebaseerd op de grondvormen van bewegen. Daarmee kunnen we aan kinderen (6-12 jaar) die over de beweegbaan gaan op basis van de gescoorde tijden, een advies geven over welke sporten geschikt zijn voor dit betreffende kind.” In de nabije toekomst zijn er plannen om ook buiten het gebouw een ASM-beweegveld te maken, zodat Geert en de studenten zowel binnen als buiten aan de slag kunnen.

Nieuwe naam

De naam van het lectoraat wijzigt van ‘Perceptueel-motorische talentontwikkeling’ naar ‘Talentontwikkeling in Sport en Bewegen’. “Er is nu een duidelijkere verbinding tussen sport én bewegen. En zo vinden we meer aansluiting bij de lectoraten Bewegen in en om School, Optimalisatie van Sportprestatie en Sport- en Prestatiepsychologie. En hoewel we nog steeds de verbinding leggen tussen waarnemen en bewegen, hoef ik nu niet meer uit te leggen wat perceptueel-motorisch is,” lacht Geert.

Bijzonder lectoraat Optimalisatie van Sportprestaties

Ook Mathijs Hofmijster is verblijd met vier extra jaren onderzoek. Zijn expertise ligt bij het optimaliseren van sportprestaties. De focus ligt op trainingen, fysieke en mentale kenmerken én ook op het inrichten van de omgeving en de opzet van de organisatie; hoe dat van invloed is op sportprestaties. Een mooi voorbeeld daarvan is de ALO-monitor die hij samen met Sport Data Valley gaat uitvoeren. Met de ALO-monitor krijgen eerstejaars studenten de mogelijkheid hun fysieke klachten te rapporteren, en ook de gevolgen daarvan. Hiermee kan het lectoraat op zoek naar relaties tussen de belasting en die klachten.

Mathijs Hofmijster

Sport Data Valley zorgt voor een veilige opslag van alle beweegdata, Mathijs gaat aan de slag met het interpreteren van de gegevens: welk effect heeft de sportbelasting vanuit het curriculum op de studenten? Hoe kun je aan de hand van deze kennis het curriculum optimaliseren zodat het uitvalpercentage van eerstejaars naar beneden gaat? Deze monitor wordt een blauwdruk voor bredere sporttoepassingen en Mathijs rolt het verder uit in samen met externe organisaties.

Nieuwe naam

Voorheen heette zijn lectoraat ‘Innovatie in Sportprestatie’, maar gaat nu 'Optimalisatie van Sportprestaties' heten. Mathijs: “Het had eerder wel een meer technische insteek, maar het woord innovatie wekt ook het beeld van ‘technische spullen die de sport ondersteunen’, maar we zijn meer dan dat. Het gaat om het brede proces van innovatief trainen en evalueren, van topsport en breedtesport.”